In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 14 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres in hoofdzaak] en KPN B.V. over de aansprakelijkheid van KPN voor schade die [eiseres in hoofdzaak] heeft geleden door een internetstoring. [Eiseres in hoofdzaak] vorderde een schadevergoeding van € 5.698,42, omdat KPN in de periode van 5 tot en met 9 april 2019 de internetaansluiting had verbroken en de storing niet tijdig had verholpen. KPN betwistte de vordering en stelde dat zij niet onrechtmatig had gehandeld. De kantonrechter oordeelde dat KPN onvoldoende voortvarend had opgetreden bij het verhelpen van de storing, maar dat de aangeboden schadeloosstelling van € 500,- als redelijk moest worden aangemerkt. De vorderingen van [eiseres in hoofdzaak] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van KPN. In de vrijwaringszaak werd de vordering van KPN afgewezen, en KPN werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde in vrijwaringszaak].