ECLI:NL:RBROT:2020:7057

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2020
Publicatiedatum
7 augustus 2020
Zaaknummer
8131617 \ CV EXPL 19-46518eindvonnis
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. E. van Schouten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis in reconventie over schade aan overhead deur door vrachtwagen

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 7 augustus 2020 een eindvonnis uitgesproken in een geschil tussen de vennootschap Continental Rack B.V.B.A. en Horeca Stadt B.V. Het geschil betreft een vordering in reconventie van Horeca Stadt, die stelt dat de vrachtwagen van Continental Rack schade heeft veroorzaakt aan haar overhead deur tijdens de aflevering van goederen. Horeca Stadt vorderde een schadevergoeding van € 5.849,14, vermeerderd met proceskosten en rente. De kantonrechter had eerder in een vonnis van 28 februari 2020 al een einduitspraak gedaan in het geschil in conventie.

Tijdens de procedure heeft Horeca Stadt geprobeerd te bewijzen dat de vrachtwagen daadwerkelijk schade heeft veroorzaakt. Ze heeft getuigenverklaringen en een vrachtbrief overgelegd, maar de kantonrechter oordeelde dat Horeca Stadt niet in haar bewijsopdracht is geslaagd. De verklaringen waren onvoldoende om aan te tonen dat de vrachtwagen van Continental Rack de schade aan de overhead deur had veroorzaakt. De kantonrechter concludeerde dat er geen bewijs was dat de vrachtwagen tegen de deur was aangereden en dat Continental Rack aansprakelijk was voor de schade.

Uiteindelijk werd de vordering van Horeca Stadt in reconventie afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten, die op € 375,- werden vastgesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. drs. E. van Schouten en is openbaar gemaakt op 10 augustus 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8131617 \ CV EXPL 19-46518
uitspraak: 7 augustus 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
Continental Rack B.V.B.A.,
gevestigd te Lokeren, België,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. O.J. Boeder, gerechtsdeurwaarder,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Horeca Stadt B.V.,
kantoorhoudende te Rotterdam,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: M. Sancak.
Partijen worden hierna aangeduid als “Continental Rack” en “Horeca Stadt”.

1..Het verdere verloop van de procedure

Het verdere verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het vonnis van 28 februari 2020 (eindvonnis in conventie, tussenvonnis in reconventie) en de daarin genoemde stukken;
  • de akte in reconventie aan de zijde van Horeca Stadt, ingekomen op 16 maart 2020, met producties;
  • de akte in reconventie aan de zijde van Continental Rack, ingekomen op 28 april 2020.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling van het geschil in reconventie

2.1.
In deze uitspraak staat alleen nog het geschil in reconventie ter discussie. In het vonnis van 28 februari 2020 is reeds een einduitspraak gedaan in het geschil in conventie.
2.2.
Horeca Stadt heeft in reconventie gesteld dat de vrachtwagen die de goederen van Continental Rack bij haar heeft afgeleverd bij die aflevering schade heeft veroorzaakt aan haar roldeur (overhead deur). Horeca Stadt heeft daarom gevorderd dat Continental Rack wordt veroordeeld om deze schade ten bedrage van € 5.000,- aan haar te betalen.
2.3.
In haar akte heeft Horeca Stadt haar eis vermeerderd, want zij heeft verzocht om Continental Rack te veroordelen om de schade aan haar overhead deur van € 5.849,14 te vergoeden, te vermeerderen met de proceskosten, de nakosten, de rente en de kosten van het exploot. Continental Rack heeft in haar akte geen bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging, zodat deze wordt toegestaan.
2.4.
De kantonrechter heeft Horeca Stadt in het vonnis van 28 februari 2020 in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat er schade is veroorzaakt door de leverende vrachtwagen aan haar overhead deur, en dat Continental Rack daarvoor aansprakelijk is.
2.5.
Horeca Stadt heeft in het kader van de bewijsopdracht in haar akte gesteld dat twee monteurs van Continental Rack hebben gezien dat de vrachtwagen, nadat de stellingen gelost waren, de overhead deur heeft aangereden. Dit is gebeurd toen de vrachtwagen achteruit reed bij het keren. Volgens de monteurs had de chauffeur haast en heeft deze gezegd dat hij naar Continental Rack zou bellen. Vervolgens heeft Horeca Stadt naar eigen zeggen de dag van de aanrijding [naam] van Continental Rack gebeld. Deze gaf aan dat het geregeld zou worden.
2.6.
Horeca Stadt heeft als bewijs de vrachtbrief overgelegd (productie 2 bij akte). Op deze vrachtbrief is met de hand het volgende geschreven:

[getuige 1] + [getuige 2] zijn getuigen van de aanrijding tegen Rolluik – Rolpoort”.
De vrachtbrief bevat daarnaast twee handtekeningen onder de namen “ [getuige 1] ” en “ [getuige 2] ”.
2.7.
Horeca Stadt heeft daarnaast gewezen op het telefoongesprek dat zij met [naam] heeft gevoerd over de schade. Volgens Horeca Stadt zou [naam] gezegd hebben dat hij/Continental Rack ervoor zou zorgen dat “het opgelost zou worden”. Horeca Stadt heeft tevens een e-mailbericht van 19 september 2018 overlegd waarin [naam] , voor zover hier van belang, het volgende heeft geschreven:
“(…) Ik heb vandaag nogmaals de transporteur gebeld en gevraagd dat hij dit per direct met u wil oplossen. Wat ik u wel wil vragen is of dat u de rekening van geleverd dan wel alvast zou willen betalen en de 3e rekening van na montage nog niet (…)”.
2.8.
Continental Rack heeft zich in haar antwoordakte op het standpunt gesteld dat Horeca Stadt niet in haar bewijslast is geslaagd. Er zijn volgens Continental Rack geen bewijsstukken ingebracht en/of getuigen voorgesteld en/of gehoord om de stellig ontkennende verklaring ter zitting van de chauffeur te ontkrachten en te weerleggen.
2.9.
De kantonrechter is van oordeel dat Horeca Stadt niet in de bewijsopdracht is geslaagd en overweegt daartoe als volgt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de chauffeur van de vrachtwagen (de heer [chauffeur] van [bedrijf] ) uitdrukkelijk betwist dat hij de overhead deur van Horeca Stadt heeft aangereden. Gelet hierop moest Horeca Stadt met bewijs komen waaruit blijkt dat de leverende vrachtwagen wel degelijk tegen de overhead deur is gereden en deze deur hierdoor beschadigd is geraakt, en dat Continental Rack hiervoor aansprakelijk is.
2.10.
Op de door Horeca Stadt overgelegde vrachtbrief staat handgeschreven dat [getuige 1] en [getuige 2] “getuigen zijn van de aanrijding” tegen de overhead deur. Hieruit blijkt echter niet wie of wat tegen de overhead deur is aangereden. De verklaring laat dat open. Dit sluit derhalve niet uit dat iemand anders, bijvoorbeeld de chauffeur van de heftruck, tegen de overhead deur is aangereden.
2.11.
Daarnaast is de enkele stelling – zonder onderbouwing – dat [naam] telefonisch heeft gezegd dat Continental Rack ervoor zou zorgen dat de schade aan de overhead deur wordt opgelost, onvoldoende bewijs van de schade en dat deze is veroorzaakt door de leverende vrachtwagen. Uit het e-mailbericht van 19 september 2018 blijkt evenmin dat er schade is veroorzaakt door de vrachtwagen. Hierin schrijft [naam] dat hij contact heeft opgenomen met de transporteur om te vragen of hij het met Horeca Stadt wil oplossen. Hieruit blijkt onvoldoende dat de overhead deur is beschadigd door de leverende vrachtwagen, en dat Continental Rack hiervoor aansprakelijk zou zijn.
2.12.
De conclusie is dat Horeca Stadt niet in haar bewijsopdracht is geslaagd. Zij heeft niet bewezen dat de leverende vrachtwagen schade heeft veroorzaakt aan haar overhead deur en dat Continental Rack hiervoor aansprakelijk is. Dit betekent dat de vordering in reconventie van Horeca Stadt wordt afgewezen.
2.13.
Horeca Stadt wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie veroordeeld. Omdat de reconventionele vordering voortkomt uit het verweer worden de proceskosten in reconventie gehalveerd. De proceskosten bedragen daarmee € 375,- (2,5 punt x € 300,- = € 750,-. € 750,- x ½ = € 375,-)

3..De beslissing

De kantonrechter:
in reconventie:
wijst de vordering van Horeca Stadt af;
veroordeelt Horeca Stadt in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Continental Rack vastgesteld op € 375,- aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. E. van Schouten en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
31688