In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 7 augustus 2020 een eindvonnis uitgesproken in een geschil tussen de vennootschap Continental Rack B.V.B.A. en Horeca Stadt B.V. Het geschil betreft een vordering in reconventie van Horeca Stadt, die stelt dat de vrachtwagen van Continental Rack schade heeft veroorzaakt aan haar overhead deur tijdens de aflevering van goederen. Horeca Stadt vorderde een schadevergoeding van € 5.849,14, vermeerderd met proceskosten en rente. De kantonrechter had eerder in een vonnis van 28 februari 2020 al een einduitspraak gedaan in het geschil in conventie.
Tijdens de procedure heeft Horeca Stadt geprobeerd te bewijzen dat de vrachtwagen daadwerkelijk schade heeft veroorzaakt. Ze heeft getuigenverklaringen en een vrachtbrief overgelegd, maar de kantonrechter oordeelde dat Horeca Stadt niet in haar bewijsopdracht is geslaagd. De verklaringen waren onvoldoende om aan te tonen dat de vrachtwagen van Continental Rack de schade aan de overhead deur had veroorzaakt. De kantonrechter concludeerde dat er geen bewijs was dat de vrachtwagen tegen de deur was aangereden en dat Continental Rack aansprakelijk was voor de schade.
Uiteindelijk werd de vordering van Horeca Stadt in reconventie afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten, die op € 375,- werden vastgesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. drs. E. van Schouten en is openbaar gemaakt op 10 augustus 2020.