ECLI:NL:RBROT:2020:7035

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 juli 2020
Publicatiedatum
6 augustus 2020
Zaaknummer
8245893
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolbeslissing inzake bewijslevering in civiele procedure tussen eiseres en Stichting Garantiefonds Reisgelden

In deze rolbeslissing van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 31 juli 2020, wordt de gedaagde, Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR), in de gelegenheid gesteld om zelf te bepalen op welke wijze zij bewijs wenst te leveren in een civiele procedure. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.F. Elbers van ARAG SE Rechtsbijstand, heeft op 23 december 2019 een dagvaarding uitgebracht. De kantonrechter heeft eerder, op 3 juli 2020, SGR toegelaten tot het leveren van bewijs. In de huidige beslissing wordt benadrukt dat het niet aan de kantonrechter is om te bepalen hoe SGR dit bewijs moet leveren. SGR moet zelf aangeven of zij naast schriftelijke bewijsstukken ook getuigen wil oproepen. Indien SGR geen standpunt inneemt over de wijze van bewijslevering, gaat de kantonrechter ervan uit dat SGR uitsluitend schriftelijke bewijsstukken wil indienen.

De kantonrechter heeft SGR de gelegenheid gegeven om bij akte te melden of zij getuigen wil oproepen, en zo ja, welke getuigen dat zijn, inclusief hun woonplaatsen en verhinderdata voor de komende vier maanden. De akte moet uiterlijk de dag voor de rolzitting, die gepland staat op 12 augustus 2020, om 12.00 uur op de griffie zijn ingediend. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. K.J. Bezuijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 8245893 \ CV EXPL 19-55058
uitspraak: 31 juli 2020

rolbeslissing van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

[eiseres] ,

woonplaats: [woonplaats eiseres] ,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 23 december 2019,
gemachtigde: mr. A.F. Elbers namens ARAG SE Rechtsbijstand te Rotterdam,
tegen

de stichting

Stichting Garantiefonds Reisgelden,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. C.M.W. van den Dungen te 's-Hertogenbosch.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiseres] ’ respectievelijk ‘SGR’.
Er wordt nu nog geen vonnis uitgesproken.
Bij vonnis van 3 juli 2020 heeft de kantonrechter SGR toegelaten tot het leveren van bewijs. SGR heeft daarop bij akte schriftelijke bewijsstukken in het geding gebracht. Zij heeft daarnaast in deze akte (en met soortgelijke bewoordingen in de begeleidende brief), voor zover relevant, gemeld: “
Indien en voor zover uw Rechtbank bijgevoegde schriftelijke bewijslevering (…) niet afdoende acht, is SGR is bereid om de volgende getuigen op te roepen (…)”.
Het is echter niet aan de kantonrechter om te bepalen op welke wijze SGR bewijs dient te leveren van haar stellingen. SGR dient zelf te bepalen op welke wijze zij dit wenst te doen. De kantonrechter stelt SGR daarom alsnog in de gelegenheid om bij akte te melden of zij, in aanvulling op haar schriftelijke bewijsstukken, bewijs wil leveren door middel van het horen van getuigen. Indien dit het geval is, dient SGR, zoals verwoord in het tussenvonnis, ook te vermelden welke getuigen zij voor wenst te brengen, onder vermelding van de naam en woonplaats van die getuigen en de verhinderdata van beide partijen en de getuigen voor de daaropvolgende vier maanden.
Indien SGR zelf geen standpunt inneemt ten aanzien van de wijze waarop zij bewijs wil leveren, gaat de kantonrechter ervanuit dat SGR uitsluitend bewijs wil leveren door middel van de reeds door haar bij akte van 15 juli jl ingediende schriftelijke bewijsstukken.
De kantonrechter verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 12 augustus 2020 om 14.30 uur, teneinde SGR in de gelegenheid te stellen zich bij akte over het voorgaande uit te laten. De akte moet uiterlijk de dag voor de genoemde rolzitting om 12.00 uur (in tweevoud) op de griffie ontvangen zijn.
Deze beslissing is gegeven door mr. K.J. Bezuijen uitgesproken ter openbare terechtzitting.
33394