In deze rolbeslissing van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 31 juli 2020, wordt de gedaagde, Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR), in de gelegenheid gesteld om zelf te bepalen op welke wijze zij bewijs wenst te leveren in een civiele procedure. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.F. Elbers van ARAG SE Rechtsbijstand, heeft op 23 december 2019 een dagvaarding uitgebracht. De kantonrechter heeft eerder, op 3 juli 2020, SGR toegelaten tot het leveren van bewijs. In de huidige beslissing wordt benadrukt dat het niet aan de kantonrechter is om te bepalen hoe SGR dit bewijs moet leveren. SGR moet zelf aangeven of zij naast schriftelijke bewijsstukken ook getuigen wil oproepen. Indien SGR geen standpunt inneemt over de wijze van bewijslevering, gaat de kantonrechter ervan uit dat SGR uitsluitend schriftelijke bewijsstukken wil indienen.
De kantonrechter heeft SGR de gelegenheid gegeven om bij akte te melden of zij getuigen wil oproepen, en zo ja, welke getuigen dat zijn, inclusief hun woonplaatsen en verhinderdata voor de komende vier maanden. De akte moet uiterlijk de dag voor de rolzitting, die gepland staat op 12 augustus 2020, om 12.00 uur op de griffie zijn ingediend. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. K.J. Bezuijen.