3.1.[eiser] heeft, na eiswijziging, in kort geding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Excellence te veroordelen:
1. aan [eiser] uit te betalen:
a. het loon vanaf 24 februari 2020 ad € 2.059,36 bruto per periode van vier weken tot aan 1 maart 2020, en met ingang van 1 maart 2020 € 2.116,80 bruto per periode van vier weken;
b. onregelmatigheidstoeslag vanaf 23 februari 2020 ad € 340,48 bruto per periode van vier weken, totdat [eiser] door gedaagde weer in staat wordt gesteld de bedongen arbeid te verrichten;
c. de in periode 5 van 2020 verschuldigde vakantiebijslag, onder aftrek van de vakantiebijslag die in periode 3 van 2020 is betaald;
d. de wettelijke rente berekend over de onder a., b. en c. bedoelde bedragen vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening;
e. de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente daarover, berekend over de onder a., b. en c. bedoelde bedragen;
f. de wettelijke rente over de inhoudingen op het loon en de te laat uitgekeerde onregelmatigheidstoeslag over periode 1 en periode 2 vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening;
g. de wettelijke verhoging ex artikel 7:265 BW en de wettelijke rente daarover, berekend over de inhoudingen op het loon en de te laat uitgekeerde onregelmatigheidstoeslag over periode 1 en periode 2 vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening;
2. [eiser] te voorzien van bruto-netto specificaties (loonspecificaties) van de onder 1. bedoelde bedragen;
3. voor zover zij [eiser] uit dienst heeft gemeld bij derden, zoals het UWV, de stichting bedrijfstakpensioenfonds, verzekeraars en arbodienst, deze melding ongedaan te maken en [eiser] bewijs te verstrekken dat dit gebeurd is;
4. alle achterstallige betalingen aan derden te verrichten betreffende de arbeidsovereenkomst, zoals sociale premies, belastingen, pensioen- en verzekeringspremies, en [eiser] daarvan bewijs te verstrekken;
5. de vakantiedagenregistratie te herstellen door de in periode 3 van 2020 aan [eiser] uitbetaalde vakantiedagen weer op te nemen in die registratie;
6. zulks, behoudens voor zover het betalingsverplichtingen betreft, op straffe van verbeurte aan [eiser] van een dwangsom ten belope van € 250 voor elke overtreding en € 50 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
7. althans zodanige voorzieningen te treffen als de kantonrechter in goede justitie zal
vermenen te behoren;
8. met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure, salaris voor de
gemachtigde van [eiser] daaronder mede begrepen.