In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 17 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Maasdelta Groep (eiseres) en Actkon B.V. (gedaagde), in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam gedaagde]. De zaak betreft een huurachterstand van meer dan vijf maanden, die is ontstaan door betalingsproblemen van de huurder, [naam gedaagde], die in detentie heeft gezeten. Maasdelta vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van de huurachterstand van € 4.913,35, vermeerderd met rente en kosten. Actkon B.V. erkende de huurachterstand, maar voerde verweer aan op basis van bijzondere persoonlijke omstandigheden van [naam gedaagde]. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de huurder. De kantonrechter heeft de vordering van Maasdelta toegewezen, waarbij Actkon B.V. werd veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen 14 dagen en betaling van de achterstallige huur en rente. De gevorderde buitengerechtelijke kosten werden afgewezen, omdat niet voldaan was aan de eisen van de wet. De proceskosten werden toegewezen aan Maasdelta.