Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarbij het onvoorwaardelijk deel, te weten 17 dagen, gelijk is aan het voorarrest, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering en zich onder behandeling zal stellen van De Waag.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 40 (veertig) dagen;
€ 1.947,33 (zegge: negentienhonderdzevenenveertig euro en drieëndertig eurocent), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.947,33(hoofdsom,
zegge: negentienhonderdzevenenveertig euro en drieëndertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 januari 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.947,33 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
29 (negenentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;