ECLI:NL:RBROT:2020:6770

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juli 2020
Publicatiedatum
29 juli 2020
Zaaknummer
C/10/597170 / HA RK 20-466
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap van een onderbewindgestelde erfgenaam

Op 29 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van de heer [naam erflater], die op 13 november 2019 te Rotterdam is overleden. De verzoekster, DE BEWINDVOERSTER B.V., heeft verzocht om de benoeming van mr. Jan Johannes Veldkamp als vereffenaar, omdat andere erfgenamen niet reageren op correspondentie en de nalatenschap onbeheerd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap beneficiair is aanvaard door de erfgenaam [naam 2], die onder bewind is gesteld. Dit betekent dat de verzoekster, als bewindvoerder, niet kan verzoeken om de nalatenschap te verwerpen zonder toestemming van de kantonrechter. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoekster voldoende belang heeft bij de benoeming van een vereffenaar, gezien het gebrek aan communicatie met de andere erfgenamen. De rechtbank heeft mr. Jan Johannes Veldkamp benoemd tot vereffenaar en de verzoekster ontheven van de publicatieplicht, met de bepaling dat de beschikking bekendgemaakt zal worden via de digitale Staatscourant en op www.rechtspraak.nl. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is opgedragen om de benoeming in het boedelregister in te schrijven.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Team handel en haven
Zittingsplaats Rotterdam
zaaknummer / rekestnummer: C/10/597170 / HA RK 20-466
Beschikking van 29 juli 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE BEWINDVOERSTER B.V., handelend in haar hoedanigheid van bewindvoerder over goederen die (zullen) toebehoren aan de heer [erfgenaam] ,
gevestigd te Veendam,
verzoekster,
advocaat mr. O.M.M. Philips te Haren,
belanghebbenden:
1.
[naam belanghebbende 1],
wonende te [woonplaats] ,
2.
[naam belanghebbende 2],
wonende te [woonplaats] .

1..Het procesverloop

1.1.
Op 12 mei 2020 is bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant ingekomen het verzoekschrift van verzoekster om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:204 lid 1 sub a BW, met producties.
1.2.
Bij beschikking van 19 mei 2020 heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant zich onbevoegd verklaard om van de zaak kennis te nemen en de zaak in de stand waarin deze zich bevond verwezen naar deze rechtbank.
1.3.
Bij brieven van 11 juni 2020 heeft de rechtbank belanghebbenden gevraagd of zij verweer willen voeren tegen het verzoekschrift. Hierop is geen reactie ontvangen.
1.4.
Omdat verzoekster geen prijs stelt op een mondelinge behandeling en belanghebbenden niet hebben gereageerd, wordt zonder zitting uitspraak gedaan.

2..De vaststaande feiten

2.1.
Op 13 november 2019 is te Rotterdam overleden de heer [naam erflater] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , laatstelijk wonende op het adres [adres] , [postcode] te [woonplaats erflater] (hierna: erflater).
2.2.
Uit het uittreksel uit het Centraal Testamentenregister blijkt dat erflater geen testament heeft opgesteld.
2.3.
Erflater was ten tijde van zijn overlijden ongehuwd en niet geregistreerd als partner.
2.4.
Erflater heeft drie kinderen te weten:
- de heer [naam 1] (belanghebbende sub 1);
- de heer [naam 2] (hierna: [erfgenaam] ; verzoekster is zijn bewindvoerder);
- mevrouw [naam 3] (belanghebbende sub 2).
2.5.
Omdat erflater niet over zijn nalatenschap heeft beschikt zijn de kinderen van erflater zijn erfgenamen.
2.6.
Bij beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam van 9 juni 2011 is verzoekster benoemd tot bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [erfgenaam] .

3..Het verzoek

3.1.
Verzoekster heeft verzocht de heer mr. Jan Johannes Veldkamp, notaris te Borger, te benoemen tot vereffenaar in de nalatenschap van erflater. Tevens heeft verzoekster verzocht de vereffenaar te ontheffen van de publicatieplicht en om te bepalen dat de beschikking bekend zal worden gemaakt door plaatsing op www.rechtspraak.nl.
3.2.
Aan dit verzoek heeft verzoekster ten grondslag gelegd dat een aantal erfgenamen in het geheel niet reageert op correspondentie ofwel te kennen geeft niets met de nalatenschap van doen te willen hebben en geen handtekening te zullen plaatsen. De nalatenschap is hierdoor onbeheerd, zodat verzoekster heeft verzocht om een vereffenaar te benoemen.

4..De beoordeling

4.1.
Erflater woonde op het moment dat hij overleed te Schiedam. Gelet op deze woonplaats is de rechtbank Rotterdam, op grond van artikel 268 lid 1 Rv, bevoegd om van dit verzoek kennis te nemen.
4.2.
Verzoekster heeft aan haar verzoek artikel 4:204 lid 1 onder a BW ten grondslag gelegd. Dit artikel ziet op de situatie dat de nalatenschap van erflater niet beneficiair is aanvaard. De rechtbank is echter gebleken dat in onderhavige zaak de nalatenschap door [erfgenaam] beneficiair is aanvaard. [erfgenaam] is namelijk onder bewind gesteld. Op grond van artikel 4:193 lid 1 BW kan een wettelijk vertegenwoordiger van een erfgenaam (hieronder valt ook een bewindvoerder) een nalatenschap niet zuiver aanvaarden en behoeft deze voor verwerping een machtiging van de kantonrechter. Niet gesteld en gebleken is dat verzoekster de kantonrechter heeft verzocht om de nalatenschap van erflater te mogen verwerpen. Nu de in artikel 4:193 lid 1 genoemde termijn van drie maanden is verlopen en niet is gebleken van een verzoek tot verlenging van de drie maanden-termijn, geldt de nalatenschap van erflater als door [erfgenaam] beneficiair aanvaard. Gelet hierop kan het verzoek niet op grond van artikel 4:204 BW worden toegewezen. Aangezien [erfgenaam] wel heeft verzocht om een vereffenaar te benoemen begrijpt de rechtbank hieruit dat verzoekster heeft bedoeld artikel 4:203 BW aan het verzoekschrift ten grondslag te leggen.
4.3.
Op grond van artikel 4:203 lid 1 onder a BW kan de rechtbank na een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving een vereffenaar benoemen op verzoek van een erfgenaam.
4.4.
Nu [naam 2] erfgenaam is en gelet op het voorgaande de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard, is aan de voorwaarden van het hiervoor genoemde artikel voldaan. De rechtbank is van oordeel dat verzoekster ook voldoende heeft onderbouwd dat zij een belang heeft bij toewijzing van het verzoek, omdat met de andere twee erfgenamen geen contact mogelijk is ofwel zij niet met de nalatenschap te doen willen hebben, zodat de nalatenschap op dit moment onbeheerd is. De belanghebbenden hebben ook niet gereageerd op de brief van de rechtbank van 11 juni 2020 waarin hen is gevraagd of zij verweer willen voeren tegen onderhavig verzoek. De rechtbank maakt hieruit op dat zij niets met de vereffening van de nalatenschap te maken willen hebben, althans dat zij er geen bezwaar tegen hebben indien een professionele vereffenaar de nalatenschap vereffent. De rechtbank zal daarom het verzoek om een vereffenaar te benoemen toewijzen.
4.5.
Verzoekster heeft voorgesteld om mr. J.J. Veldkamp tot vereffenaar te benoemen. Nu hij zich ook bereid heeft verklaard om tot vereffenaar benoemd te worden, zal de rechtbank hem tot vereffenaar benoemen. Het verzoek tot ontheffing van de publicatieplicht wordt afgewezen, omdat de vereffenaar kan volstaan met bekendmaking in de digitale Staatscourant en daaraan geen kosten zijn verbonden. Deze beschikking zal ook op www.rechtspraak.nl geplaatst worden.

5..De beslissing

De rechtbank
benoemt notaris mr. Jan Johannes Veldkamp, geboren op 17 augustus 1959 te Emmen, kantoorhoudende aan de Bloemdijk 2b te Borger ten kantore van Veldkamp & Prins Notarissen, tot vereffenaar van de nalatenschap van:
de heer
[naam erflater],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
laatstelijk wonende op het adres [adres] , [postcode] te [woonplaats erflater] ,
overleden op 13 november 2019 te Rotterdam;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam op de hoogte te stellen van deze benoeming;
draagt de vereffenaar op zijn benoeming bekend te maken in de digitale Staatscourant;
verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op www.rechtspraak.nl.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters en in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2020.
3120
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.