ECLI:NL:RBROT:2020:6726
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Loonvordering in kort geding tegen niet verschenen werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 27 juli 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Stichting Leonidas facilitair Rotterdam, die niet is verschenen. De werknemer vorderde betaling van achterstallig loon over de periode van september 2019 tot en met mei 2020, in totaal € 8.700,00 netto, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. De werknemer was in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die eindigde op 31 mei 2020, met een overeengekomen loon van € 1.300,- netto per maand.
De gemachtigde van de werknemer heeft Leonidas op 10 juni 2020 gesommeerd tot betaling van het achterstallige loon, maar er is geen betaling ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 juli 2020, die via een beeldverbinding plaatsvond, was alleen de werknemer aanwezig, terwijl Leonidas niet verschenen was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke eisen voldeed en heeft verstek verleend tegen Leonidas.
De kantonrechter oordeelde dat de werknemer een spoedeisend belang had bij zijn vordering, gezien de aard van de zaak, en dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was. De rechter heeft de vordering toegewezen en Leonidas veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente, alsook de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Leonidas onmiddellijk aan de veroordelingen moet voldoen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.