ECLI:NL:RBROT:2020:6715

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juli 2020
Publicatiedatum
28 juli 2020
Zaaknummer
10/750499-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van mensensmokkel met 25 vreemdelingen in koeltrailer

In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensensmokkel van 25 vreemdelingen, heeft de rechtbank Rotterdam op 27 juli 2020 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de vreemdelingen in zijn koeltrailer en schetste een alternatieve lezing van de feiten. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 10 jaar, maar de rechtbank oordeelde dat er gerede twijfel bestond over de wetenschap van de verdachte met betrekking tot de vreemdelingen. De rechtbank concludeerde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij. De uitspraak is gebaseerd op een gedetailleerde analyse van de tijdlijn van de gebeurtenissen op 19 november 2019, de weging van de vrachtwagen en de verklaringen van getuigen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de mensensmokkel, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij op de hoogte was van de vreemdelingen in zijn koeltrailer.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/750499-19
Datum uitspraak: 27 juli 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht,
raadsvrouw mr. N. Roos, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 13 juli 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. M. Blom, heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar, met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Hiertoe is - kort gezegd - het volgende aangevoerd.
De verdediging schetst als alternatief scenario dat de verdachte niets wist van de aanwezigheid van de 25 vreemdelingen in zijn koeltrailer en dat zij zijn ingestapt bij vleesfabriek [naam vleesfabriek] (hierna: de vleesfabriek), met betrokkenheid van de vleesfabriek en voordat de verdachte vertrok. Dat maakt dat de hypothese van het Openbaar Ministerie - inhoudende dat de vreemdelingen kort na vertrek bij de vleesfabriek zijn ingestapt en dat de verdachte daarvan wist - niet opgaat.
Het alternatieve scenario is volgens de verdediging aannemelijk. De verdachte is namelijk niet om 04.51 uur met de vrachtwagencombinatie vertrokken bij de vleesfabriek, maar om 05:04 uur.
Voorts is volgens de verdediging de door vreemdeling [naam vreemdeling] gemaakte selfie in de koeltrailer niet om 05:17 op 19 november 2019 gemaakt, maar op diezelfde dag om 03:17 uur. Dit betekent dat deze vreemdeling reeds om 03:17 uur in de koeltrailer zat en niet pas om 05:17 uur. Dit is ruim voordat de verdachte de koeltrailer ging ophalen en daaruit blijkt dat de verdachte geen wetenschap kon hebben van de vreemdelingen die in de koeltrailer waren gestapt.
Tot slot blijkt uit het dossier niet dat de trailer en/of vrachtwagencombinatie van de verdachte op 19 november 2019 daadwerkelijk is gewogen. Het gewicht van de trailer was de avond ervoor al bekend. Dit betekent dat de vreemdelingen reeds vóór vertrek van de vleesfabriek in de koeltrailer (kunnen) zijn ingestapt.
4.1.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan mensensmokkel.
De officier van justitie acht de verklaring van de verdachte - inhoudende dat hij niet wist dat hij vreemdelingen vervoerde - volstrekt ongeloofwaardig. Het door hem geschetste alternatieve scenario is niet aannemelijk geworden, aldus de officier van justitie.
De officier van justitie gaat hierbij uit van de volgende feiten en omstandigheden.
De koeltrailer is geladen bij de vleesfabriek in [plaats] , Duitsland. Dat laden van de koeltrailer gebeurde in de nacht van 18 november 2019 op 19 november 2019 en de verdachte was hier zelf niet bij aanwezig. Op 19 november 2019 om 04:51 uur is de vrachtwagencombinatie gewogen en daarna is de verdachte bij de vleesfabriek vertrokken.
Uit de getuigenverhoren en videobeelden blijkt dat de trailer door de verdachte is verzegeld. Overigens is deze gang van zaken niet volgens de regels gegaan die gelden bij de vleesfabriek, want die regels schrijven voor dat een medewerker van het bedrijf altijd moet controleren of de chauffeur de verzegeling juist heeft aangebracht. Dat is hier nagelaten.
Bij het vertrek bij de vleesfabriek zat het "interne zegel" nog op de deurklink van de koeltrailer. Bij het aantreffen van de vreemdelingen in de koeltrailer zat het unieke transportzegel, geheel intact, op de betreffende deurklink. Dit wijst erop dat het definitief aanbrengen van het transportzegel op een ander moment heeft plaatsgevonden dan op de weegbrug bij de vleesfabriek.
De vrachtwagencombinatie is gewogen op 19 november 2019 om 04:51 uur. Het gewicht was vrijwel hetzelfde als na inbeslagname - zonder vreemdelingen - is geconstateerd. Na de weging is de verdachte gaan rijden, maar tussen grofweg 04.55 en 05:05 uur is hij gestopt aan de [naam locatie] in [plaats] (Duitsland). Om 05:17 uur is door één van de vreemdelingen een selfie gemaakt in de trailer.
Nu er bij het weegmoment in Duitsland (04:51 uur) geen vreemdelingen in de trailer kunnen
hebben gezeten vanwege het gewicht en de trailer bij aankomst bij DFDS (11:02 uur)
was verzegeld, moeten de migranten de trailer hebben betreden tussen 04:51 uur en 11:02 uur.
Het is het meest aannemelijk dat de vreemdelingen rond 05:00 uur de trailer in zijn gegaan,
gezien de reeds genoemde selfie en de stop van enkele minuten rond dat tijdstip in
[plaats] . De verklaring van de verdachte dat hij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de 25 personen is ook ongeloofwaardig, omdat hij als ervaren chauffeur het extra gewicht van deze personen moet hebben opgemerkt.
4.1.3.
Beoordeling
Het is aan de rechtbank om in deze zaak te beoordelen of de verdachte kennis had van de aanwezigheid van de 25 vreemdelingen in zijn koeltrailer en hij die vreemdelingen op die manier behulpzaam wilde zijn bij het op wederrechtelijke wijze doorreizen van Nederland en het binnenkomen van Groot-Brittanie. Om vast te stellen of de verdachte daarvan kennis had, zijn de beantwoording van met name de volgende vragen van belang:
Op welk tijdstip op 19 november 2019 is de verdachte vertrokken van de vleesfabriek in Duitsland richting Nederland?;
Is de vrachtwagencombinatie daadwerkelijk gewogen vóór vertrek van de vleesfabriek in Duitsland naar Nederland en zo ja, was dit op 18 november 2019 of op 19 november 2019?
Tijdlijn en het vertrektijdstip
De officier van justitie en de raadsvrouw hebben een andere lezing van de tijdlijn van de ochtend van 19 november 2019. Volgens de officier van justitie is de verdachte om 04:51 uur met de geladen vrachtwagencombinatie van de vleesfabriek vertrokken naar Nederland . De raadsvrouw komt uit op een vertrektijdstip van 05:04 uur.
Het vertrektijdstip is van belang, omdat een vertrektijdstip van 04:51 uur zou betekenen dat de verdachte - gelet op de tachograafgegevens en de T&T-gegevens - tussen 04:55 uur en 05:04 uur een aantal keer heeft stilgestaan
buitenhet terrein van de vleesfabriek. De verdachte zou op dat moment derhalve de gelegenheid hebben gehad om de vreemdelingen in te laten stappen. Een vertrektijdstip van 05:04 uur sluit die mogelijkheid uit.
De officier van justitie neemt de Fahrtladeliste als uitgangspunt bij het bepalen van de vertrektijd, omdat daarop als Abfahrt Uhrzeit (vertaald in het Nederlands: vertrektijd) 04:51 uur staat vermeld. Het is de rechtbank echter niet bekend wat er wordt bedoeld met de “Abfahrt Uhrzeit”. Na het verkrijgen van de Fahrtladeliste heeft de verdachte niet direct de poort van de vleesfabriek uit kunnen rijden. Er dienden immers eerst nog allerlei handelingen te worden verricht. De raadsvrouw heeft terecht opgemerkt dat op pagina 206 van het dossier is geverbaliseerd dat de verdachte na het verlaten van het kantoor waar hij de Fahrtladeliste uitgereikt heeft gekregen - en waarop als vertrektijdstip 04:51 uur staat vermeld - nog 67 seconden in beeld is en een vastgesteld feit is dat de verdachte volgens de tachograafgegevens om 04:51 uur, dus binnen het tijdsbestek van diezelfde minuut, heeft gereden. De rechtbank kan derhalve niet uitsluiten dat de Abfahrt Uhrzeit vermeld op de Farhtladeliste niet de vertrektijd aangeeft, maar bijvoorbeeld het moment waarop de Farhladeliste is uitgeprint voor vertrek en uitgereikt is aan de chauffeur.
De raadsvrouw heeft voor haar lezing van de tijdlijn de tachograafgegevens naast de feitelijke handelingen gelegd, die door de verdachte bij de vleesfabriek moesten worden verricht (zoals het verwijderen van het hangslot, wachten op de uitreiking van de vrachtbrieven, et cetera). De verdachte heeft bij de politie verklaard welke handelingen dit waren. Zijn verklaringen sluiten op dit punt aan bij de verklaring van de vestigingsmanager van de vleesfabriek, de heer [naam persoon] , die
drie van de vier verhoren van de verdachte is afgelegd. De alternatieve lezing van de verdediging vindt derhalve in zoverre steun in de verklaring van [naam persoon] met betrekking tot de procedure van het vleestransport en in de gegevens van de tachograaf.
De rechtbank acht het aannemelijk dat de verdachte van de vleesfabriek is vertrokken op het latere tijdstip, te weten 05:04 uur. Dit betekent, gezien de tachograafgegevens, dat de verdachte na zijn vertrek bij de vleesfabriek is doorgereden naar de eerstvolgende stop in Meppen, die ongeveer een half uur later heeft plaatsgevonden.
Het is niet waarschijnlijk dat de vreemdelingen in Meppen (of nog later) zijn ingestapt, gezien de selfie van [naam vreemdeling] in de koelcontainer. Het is de rechtbank niet duidelijk of deze selfie is genomen om 03:17, zoals de verdediging stelt, of om 05:17, zoals de officier van justitie stelt. Echter, ook als van 05:17 wordt uit gegaan moeten de vreemdelingen, die gezien hun verklaringen allen tegelijk zijn ingestapt, al voor de stop in Meppen in de koelcontainer hebben gezeten.
Wegen
Op de Fahrtladeliste van 19 november 2019, staan de weeggegevens van de vrachtwagencombinatie vermeld, bestaande uit het “Leergew.”, de “Ware”, de “Tara” en het “Beladen” gewicht. Het Beladen gewicht is 38.920 kilogram, hetgeen het totaalgewicht van de geladen vrachtwagencombinatie is.
Op 21 november 2019 is de met de vlees beladen vrachtwagencombinatie (en zonder de eerder in de koeltrailer aangetroffen vreemdelingen) in Spijkenisse gewogen. Het totaalgewicht is dan 39.120 kilogram.
Dit verschil van slechts 200 kilogramkan worden verklaard doordat de verdachte onderweg van de vleesfabriek naar Hoek van Holland in Meppen voor 300 liter diesel heeft getankt. De officier van justitie stelt dat het, gezien deze weeggegevens, niet anders kan zijn dan dat de vreemdelingen pas in de koeltrailer zijn gegaan ná de weging en na het vertrek van de verdachte.
Daar staat echter het volgende tegenover.
De rechtbank is het met de verdediging eens dat de gewichten van de “Ware” en de “Tara”, vermeld op de Fahrtladeliste, reeds op 18 november 2019 bekend waren. De raadsvrouw verwijst hierbij naar de CMR’s op pagina’s 97, 98 en 99 van het dossier en de Lieferschein op pagina 100 van het dossier. De verdachte heeft verklaard dat zijn trekker op 19 november apart is gewogen. Dit strookt met de procedure zoals die, blijkens de verklaring van [naam persoon] , gebruikelijk is. Er zijn geen stukken in het dossier aangetroffen waaruit blijkt dat de vrachtwagen
combinatiedaadwerkelijk op de ochtend van vertrek van de vrachtwagencombinatie op 19 november 2019 is gewogen.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op alle omstandigheden van het geval, niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat er daadwerkelijk een weging van de gehele vrachtwagencombinatie heeft plaatsgevonden op de ochtend van vertrek. Dit maakt dat de rechtbank niet kan vaststellen dat het “Beladen” gewicht dat op de Fahrtladeliste staat vermeld, het daadwerkelijke gewicht is van de vrachtwagencombinatie op de ochtend van vertrek op 19 november 2019.
De rechtbank acht het voorts - in tegenstelling tot de officier van justitie - niet aannemelijk dat de verdachte het extra gewicht van de 25 vreemdelingen zou moeten hebben gevoeld. Het gewicht van deze personen, ten opzichte van het totaalgewicht van de beladen vrachtwagencombinatie (rond de 39.000 kilogram), is daarvoor te laag.
Gelet op de vorenstaande feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, bestaat bij de rechtbank minst genomen gerede twijfel over de wetenschap van de verdachte van de in zijn koeltrailer aangetroffen vreemdelingen. Dit dient in het voordeel van de verdachte te worden uitgelegd. De rechtbank zal de verdachte daarom vrijspreken van hetgeen hem ten laste is gelegd.
4.1.4.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R. Brand, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en A.M. van der Leeden, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op of omstreeks 19 november 2019 te Vlaardingen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander of anderen, te weten 25, althans één of meer, personen met de Iraakse en/of Koeweitse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft
en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft
door
- een vrachtwagencombinatie te besturen (met de kentekens [kentekennummer 1] en [kentekennummer 2] ) en/of
- bovengenoemde personen in de koeltrailer van genoemde vrachtwagencombinatie
(tussen vlees) te vervoeren door Nederland richting Vlaardingen om vervolgens de veerboot naar Groot-Brittannië te nemen en/of
- een ticket aan te schaffen voor de veerboot van Vlaardingen naar Groot-Brittannië
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het verblijf in Nederland en/of Groot-Brittannië georganiseerd en/of gefaciliteerd en/of gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was,
en/of dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep als vrachtwagenchauffeur,
en/of terwijl daarvan levensgevaar voor een of meer ander(en), te weten genoemde 25 personen van Iraakse en/of Koeweitse, althans buitenlandse, afkomst, te duchten was.