ECLI:NL:RBROT:2020:6684

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 juli 2020
Publicatiedatum
27 juli 2020
Zaaknummer
8350973 \ CV EXPL 20-6597
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur voor podotherapeutische behandeling met niet nagekomen betalingsregelingen

In deze zaak vorderde Infomedics B.V. betaling van een factuur voor podotherapeutische behandeling door [gedaagde]. De vordering betrof een bedrag van € 295,00, dat door Infomedics was gefactureerd na de overdracht van de vordering door Hallux van Beek en de Kok B.V. aan Infomedics. [gedaagde] had op 27 februari 2020 een deel van de vordering, € 56,20, betaald, maar was in gebreke gebleven met de betaling van de rest. Infomedics vorderde daarnaast rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] gehouden was tot betaling van de gevorderde rente en de buitengerechtelijke incassokosten, omdat zij de betalingsregelingen niet was nagekomen. De kantonrechter wees de vordering van Infomedics toe, inclusief de wettelijke rente over het openstaande bedrag. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8350973 \ CV EXPL 20-6597
uitspraak: 24 juli 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 13 februari 2020,
gemachtigde: YARDS Deurwaardersdiensten B.V. te Almere,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] , gemeente [gemeente] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna verder aangeduid als “Infomedics” en “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen.
  • het exploot van dagvaarding van 13 februari 2020, met producties;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord op de rolzitting van 12 maart 2020 en de bij die gelegenheid overgelegde stukken;
  • de conclusie van repliek tevens akte vermindering van eis, met producties;
  • de conclusie van dupliek, met producties;
  • de akte uitlating producties zijdens Infomedics.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
[gedaagde] heeft op 6 maart 2019 een podotherapeutische behandeling ondergaan bij Hallux van Beek en de Kok B.V. te Molenschot, waarna zij op 27 maart 2019 podotherapeutische zolen aangemeten gekregen heeft, alles voor een bedrag van in totaal € 295,00.
2.2.
Hallux van Beek en de Kok B.V. heeft haar vordering op [gedaagde] overgedragen aan Infomedics. Bij factuur van 2 april 2019 heeft Infomedics mededeling van die overdracht gedaan en een bedrag van € 295,00 bij [gedaagde] in rekening gebracht.

3..Het geschil

3.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 56,20 aan hoofdsom, € 0,93 aan verschenen rente en € 44,25 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 56,20 vanaf 8 februari 2020, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding en de wettelijke rente daarover.
3.2.
Aan haar vordering legt Infomedics - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag. Ondanks herhaalde aanmaning is [gedaagde] in gebreke gebleven met volledige betaling van het gefactureerde bedrag van € 295,00, zodat zij in verzuim is geraakt. Infomedics zag zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en heeft daarom buitengerechtelijke incassokosten moeten maken die, evenals de wettelijke rente, op grond van de wet voor rekening van [gedaagde] komen.
3.3.
Bij akte wijziging van eis heeft Infomedics de vordering verminderd met een bedrag van € 56,20, omdat [gedaagde] dit bedrag op 27 februari 2020 heeft betaald.
3.3.
[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd. [gedaagde] heeft op 27 februari 2020 € 56,20 betaald aan CMIB Incassobureau onder vermelding van de omschrijving “betalingsregeling”. Zij was een betalingsregeling overeengekomen, maar heeft een aantal keer niet kunnen betalen.

4..De beoordeling

4.1.
Thans dient beantwoord te worden de vraag of [gedaagde] gehouden is tot betaling van de gevorderde verschenen rente en een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
4.2.
Infomedics heeft gesteld dat zij dan wel haar incassogemachtigde twee maal een betalingsregeling met [gedaagde] is overeengekomen en dat [gedaagde] beide regelingen uiteindelijk niet correct is nagekomen, zodat deze zijn komen te vervallen. [gedaagde] heeft erkend de betalingsregelingen niet te zijn nagekomen omdat zij op dat moment niet over voldoende financiële middelen beschikte om de afgesproken termijnen te betalen. Hoe vervelend die omstandigheid ook voor haar is, zij kan haar financiële problemen c.q. betalingsonmacht niet aan Infomedics tegenwerpen. De betalingsregelingen zijn daarom terecht komen te vervallen.
4.3.
Nu de eerste betalingsregeling aan [gedaagde] is bevestigd bij brief van 21 mei 2019 en het openstaande saldo toen nog € 295,00 bedroeg, staat vast dat [gedaagde] tot die datum nog geen enkele betaling had verricht. [gedaagde] is daarom op grond van artikel 6:119 BW wettelijke rente aan Infomedics verschuldigd geworden. De verschenen rente van € 0,93 wordt daarom toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over € 56,20 zal worden toegewezen tot de datum van betaling, te weten 27 februari 2020.
4.4.
De vordering tot betaling van een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten dient te worden beoordeeld aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Nu de door Infomedics op 10 mei 2019 verzonden aanmaning voldoet aan de eisen die artikel 6:96 BW daaraan stelt, is [gedaagde] een vergoeding aan Infomedics verschuldigd. Voor de hoogte van die vergoeding wordt aansluiting gezocht bij het in het Besluit bepaalde tarief. Daarom wordt het gevorderde bedrag van € 44,25 toegewezen.
4.5.
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Voor zover [gedaagde] met haar stelling dat zij haar schuld op 25 maart 2020 afbetaald moest hebben maar reeds voor die datum is gedagvaard, heeft bedoeld te stellen dat zij onterecht is gedagvaard geldt het volgende. Nu de betalingsregelingen zijn komen te vervallen, is het resterende bedrag ineens opeisbaar geworden. Reeds op dat moment stond het Infomedics vrij [gedaagde] te dagvaarden. Ze heeft is hiertoe dan ook op terechte gronden overgegaan.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 0,93 aan verschenen rente en € 44,25 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over € 56,20 vanaf 8 februari tot 27 februari 2020;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 210,75 aan verschotten (waarvan € 86,75 aan dagvaardingskosten en
€ 124,00 aan griffierecht) en € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
32109