Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties, ontvangen op 20 februari 2020;
- het verweerschrift, tevens (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek, met producties;
- de reactie van [verzoeker] op het verweer en op het (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek van [verweerster] , tevens zelfstandig tegenverzoek van [verzoeker] , met producties;
- de reactie van [verweerster] op het verweer van [verzoeker] en op het zelfstandig tegenverzoek van [verzoeker] .
2..De feiten
“Had je gister 2x geprobeerd te bellen, maar Je nam niet op. Dus of je even je whatsapp kan kijken.”Daarop antwoordt [naam persoon] per WhatsApp:
“Ben er rond negen uur”. Nadat [naam persoon] en [verzoeker] vervolgens telefonisch contact hebben gehad, stuurt [verzoeker] [naam persoon] per WhatsApp het volgende bericht:
[naam persoon] , hierbij kom ik terug op ons telefoongesprek, ik voel mij bedreigd door je woorden “wie denk je wel dat je bent, je mag je ipad houden en levert je spullen in”. Ik trek dit allemaal niet meer en meld mij hierbij ziek. Je hoort van mij.”
3..Het verzoek van [verzoeker] en de reactie van [verweerster]
- de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen;
- [verweerster] te veroordelen de re-integratie te starten door [verzoeker] te laten oproepen door de bedrijfsarts;
- [verweerster] te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van het overeengekomen salaris vanaf 1 januari 2020 van € 1.500,00 netto per maand te vermeerderen met de wettelijke verhoging als bedoeld in artikel 7:625 BW en de wettelijke rente;
- [verweerster] te veroordelen tot voortzetting van alle overige emolumenten alsmede vakantiegeld en opbouw vakantieverlof vanaf 27 december 2019;
- [verweerster] te veroordelen aan [verzoeker] op straffe van een dwangsom schriftelijke en deugdelijke specificaties te verstrekken vanaf 1 januari 2019.
- de wettelijke transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 BW;
- een billijke vergoeding op grond van artikel 7:681 BW ter hoogte van één jaarsalaris dan wel een door de kantonrechter te bepalen billijke vergoeding;
- een vergoeding wegens onregelmatige opzegging als bedoeld in artikel 7:672 lid 10 BW.