Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
2..De feiten
b. Toedrachtomschrijving volgens De Bioderij
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 juli 2020 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Bioderij. De werknemer had op 23 februari 2016 een ongeval gehad waarbij hij zich ernstig verwondde aan de hand door de scherpe rand van een afzuigkap. De werknemer was in dienst bij Bioderij als technisch projectleider en was betrokken bij werkzaamheden rondom de afzuigkappen die door een derde partij waren geïnstalleerd. De werknemer verzocht de rechtbank om te verklaren dat Bioderij aansprakelijk was voor de schade die hij had geleden als gevolg van het ongeval en dat de verzekeraar, Chubb, verplicht was om de schadevergoeding aan hem te betalen.
De kantonrechter oordeelde dat Bioderij als werkgever aansprakelijk was op grond van artikel 7:658 BW, dat werkgevers verplicht om zorg te dragen voor een veilige werkomgeving. De rechter concludeerde dat Bioderij niet voldoende veiligheidsmaatregelen had getroffen, aangezien de scherpe randen van de afzuigkap een gevaar vormden op de werkvloer. De werkgever had niet aangetoond dat zij aan haar zorgplicht had voldaan en dat de schade het gevolg was van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De rechter wees het verzoek van de werknemer toe en verklaarde Bioderij aansprakelijk voor het ongeval.
Daarnaast werd Chubb, de verzekeraar van Bioderij, verplicht om de schadevergoeding aan de werknemer te betalen. De kosten van de procedure werden begroot op € 10.648,- inclusief btw, en de rechtbank veroordeelde Bioderij en Chubb hoofdelijk tot betaling aan de werknemer. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van het verzoek om een hogere voorziening, dat werd afgewezen.