Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties, ter griffie ontvangen op 14 april 2020;
- het exploot van betekening van het verzoekschrift, met producties van 1 juli 2020.
2..De feiten
3..Het verzoek van [verzoeker]
1 augustus 2019 tot 13 februari 2020;
- aan [verzoeker] te verstrekken een deugdelijke netto/bruto specificatie van de onder A tot en met D gevorderde bedragen;
- de kosten van deze procedure te betalen, daaronder begrepen een salaris voor de gemachtigde van [verzoeker] , alsmede de nakosten van € 157,00, te verhogen met € 82,00 indien Leonidas niet binnen 14 dagen na dagtekening aan de in deze te wijzen beschikking heeft voldaan en betekening daarvan heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente over al deze bedragen voor zover Leonidas die bedragen niet binnen 14 dagen na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking aan [verzoeker] heeft betaald.
4..De beoordeling
1 augustus 2019 tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst gehouden is tot betaling van het door [verzoeker] verzochte loon van € 250,00 bruto per maand. [verzoeker] heeft daarnaast recht op een vakantietoeslag van 8 % (artikel 15 lid 1 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag) en op de wettelijke vakantie-uren als bedoeld in artikel 7:634 BW. Als niet weersproken staat verder vast dat de arbeidsovereenkomst als gevolg van de opzegging door [verzoeker] op 13 februari 2020 is geëindigd.
5..De beslissing
- € 1.615,38 bruto aan loon over de periode 1 augustus 2019 tot 13 februari 2020;
- € 124,97 bruto aan vergoeding voor niet genoten vakantie-uren over de periode
- € 139,23 bruto aan vakantietoeslag van 8% over het bruto maandloon en de vergoeding voor niet genoten vakantie-uren over de periode 1 augustus 2019 tot 13 februari 2020;