ECLI:NL:RBROT:2020:6525

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
21 juli 2020
Zaaknummer
8575155 VV EXPL 20-231
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonvordering in kort geding met verstekverlening tegen werkgever

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en Sparkle Work B.V. [eiseres] heeft een loonvordering ingesteld tegen haar werkgever, Sparkle Work, die niet is verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] op basis van een arbeidsovereenkomst en een stageovereenkomst recht had op een bruto loon van € 15,00 per uur voor 32 uur per week. In mei 2020 zijn partijen overeengekomen dat Sparkle Work een bedrag van € 5.298,47 bruto aan [eiseres] zou betalen, maar dit bedrag is niet voldaan. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen, omdat er sprake was van een spoedeisend belang en de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was. De kantonrechter heeft Sparkle Work veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, inclusief wettelijke rente, en tot het verstrekken van loonstroken binnen 14 dagen, onder oplegging van een dwangsom. De proceskosten zijn voor rekening van Sparkle Work, die in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8575155 VV EXPL 20-231
uitspraak: 16 juli 2020
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiseres] ,
wonende te [woonplaats eiseres] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. P.A. Ellenbroek,
tegen
de besloten vennootschap
Sparkle Work B.V.,
gedaagde,
die niet is verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als [eiseres] (eiseres) en Sparkle Work (gedaagde).

1..Het verloop van de procedure

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- het exploot van dagvaarding met producties, uitgebracht op 19 juni 2020.
1.2
De mondelinge behandeling heeft op 13 juli 2020 plaatsgevonden overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid via een beeld- en geluidverbinding met het programma Skype voor bedrijven. [eiseres] is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Sparkle Work is niet verschenen. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekening gehouden.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader (vervroegd) bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

2.1
[eiseres] is op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst geweest bij Sparkle Work. [eiseres] heeft daarnaast in het kader van haar opleiding stage gelopen bij Sparkle Work. [eiseres] zou voor haar werkzaamheden en stage uitbetaald krijgen op basis van een arbeidsduur van in totaal 32 uur per week tegen een loon van € 15,00 bruto per uur.
2.2
Partijen zijn in mei 2020 overeengekomen dat Sparkle Work aan [eiseres] (het netto equivalent) een bedrag van € 5.298,47 bruto zou voldoen aan achterstallig loon, de transitievergoeding en de aanzegvergoeding. Dit bedrag zou in twee termijnen worden voldaan, de eerste termijn voor 31 mei 2020 en de tweede termijn voor 30 juni 2020.
2.3
[eiseres] heeft geen betaling ontvangen.

3..De vordering

3.1
[eiseres] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, Sparkle Work te veroordelen - verkort weergegeven-:
  • aan [eiseres] te voldoen (het netto equivalent van) € 5.298,47;
  • om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de bij de vordering behorende loonstroken aan [eiseres] te verstrekken, op straffe van een direct te verbeuren dwangsom ter hoogte van € 500,00 per dag dat Sparkle nalaat aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 25.000,00;
  • tot betaling van de wettelijke rente vanaf het opeisbaar worden van de eerste termijn tot de dag der algehele voldoening;
  • tot betaling van de proceskosten.
3.2
Aan de vordering heeft [eiseres] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat Sparkle Work gehouden is tot nakoming van haar betalingsverplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. Omdat de verschuldigde bedragen niet (tijdig) zijn voldaan, heeft [eiseres] recht op de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW.

4..Het verweer

4.1
Sparkle Work is hoewel daartoe deugdelijk te zijn opgeroepen niet ter zitting verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

5..De beoordeling

5.1
De kantonrechter stelt vast dat bij de dagvaarding de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, zodat tegen Sparkle Work verstek zal worden verleend.
5.2
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiseres] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat spoedeisend belang is reeds vanwege de aard van de vordering (betaling van loon) gegeven, zodat [eiseres] in zoverre ontvankelijk is in haar vordering.
5.3
Het gevorderde komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen, een en ander voor zover hierna niet anders blijkt.
5.4
De gevorderde dwangsom voor het verstrekken van loonstroken zal worden toegewezen, met dien verstande dat het maximum wordt vastgesteld op € 2.500,00.
Proceskosten
5.5
De proceskosten komen voor rekening van Sparkle Work omdat zij in het ongelijk wordt gesteld. Nu [eiseres] procedeert op basis van een toevoeging blijven de verschotten beperkt tot het verschuldigde griffierecht. De proceskosten aan de zijde van [eiseres] worden vastgesteld op € 83,00 aan griffierecht en € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde van [eiseres] .
Uitvoerbaar bij voorraad
5.6
Dit vonnis wordt, zoals [eiseres] vordert, ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaard. Dit betekent dat Sparkle Work aan de veroordeling moet voldoen, ook als, in hoger beroep wordt gegaan tegen dit vonnis.

6..De beslissing

De kantonrechter,
rechtdoende in kort geding:
verleent verstek tegen Sparkle Work, die niet verschenen is;
veroordeelt Sparkle Work om aan [eiseres] te betalen het netto equivalent van € 5.298,47 bruto te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW, gerekend vanaf het moment van opeisbaar worden van de eerste termijn, zijnde 31 mei 2020 tot aan de dag van volledige betaling;
veroordeelt Sparkle Work om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de bij het hiervoor genoemde bedrag behorende loonstroken aan [eiseres] te verstrekken, onder oplegging van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Sparkle Work in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum van € 2.500,00;
veroordeelt Sprakle Work in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 83,00 aan griffierecht en € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde van [eiseres] , van welke bedragen het totaal rechtstreeks aan die gemachtigde dient te worden voldaan;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.K. Rapmund en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
34650