ECLI:NL:RBROT:2020:6392
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzekeringszaak; verhaal op grond van 15 lid 1 WAM met schadevergoeding toegewezen
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is een geschil ontstaan tussen een commanditaire vennootschap (hierna: eiseres) en een gedaagde over een WA-verzekering voor een personenauto. De eiseres heeft een schadevergoeding van € 9.346,54 aan een derde partij betaald na een aanrijding op 2 april 2015, waarbij de auto bestuurd werd door een uitgesloten bestuurder. De eiseres vordert van de gedaagde een bedrag van € 11.048,96, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van artikel 15 lid 1 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM). De gedaagde betwist de vordering en stelt dat zij nooit heeft ingestemd met de uitsluiting van de bestuurder en dat de assurantietussenpersoon niet bevoegd was om deze uitsluiting namens haar te aanvaarden.
De procedure begon met een dagvaarding op 11 februari 2020, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen met de uitsluiting van de bestuurder, en dat de gedaagde de gevolgen van deze uitsluiting moet dragen. De kantonrechter oordeelt dat de eiseres op grond van de WAM verplicht was om de schade aan de benadeelde te vergoeden en dat zij recht heeft op verhaal op de gedaagde. De gedaagde heeft niet voldoende onderbouwd dat de uitsluiting niet van toepassing was, en haar verweer wordt verworpen.
De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De gedaagde wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten dragen. Het vonnis is uitgesproken op 17 juli 2020.