ECLI:NL:RBROT:2020:6327
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een ambtenaar wegens het hebben van een hennepkwekerij
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 3 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een ambtenaar, [verweerder], die betrokken was bij een hennepkwekerij in zijn schuur. De gemeente Hardinxveld-Giessendam, als verzoekster, heeft het verzoek ingediend op basis van ernstig verwijtbaar handelen van de ambtenaar, die sinds 19 november 2012 in dienst was. De ambtenaar had op 10 juni 2013 de ambtsbelofte afgelegd, waarin hij beloofde onkreukbaar te zijn en zich aan de gedragscode van de gemeente te houden. Echter, op 17 februari 2020 werd de gemeente op de hoogte gesteld van de hennepkwekerij, wat leidde tot zijn non-actiefstelling op 20 februari 2020.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 juni 2020 heeft de ambtenaar erkend dat hij wist dat het hebben van een hennepkwekerij niet verenigbaar was met zijn functie. De gemeente heeft aangevoerd dat dit handelen niet alleen in strijd was met de wet, maar ook het vertrouwen in de overheid heeft geschaad. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de ambtenaar, ondanks zijn ziekte, bewust heeft gehandeld en dat zijn gedrag ernstig verwijtbaar was. De rechter oordeelde dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst terecht was, en dat er geen recht op een transitievergoeding was, gezien de omstandigheden.
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 augustus 2020 en de ambtenaar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 604,--. De beslissing is genomen met inachtneming van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, waarbij de rechter de ernst van het verwijt en de gevolgen voor de gemeente heeft meegewogen.