Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- het verweerschrift, met bijlagen;
- de nader overgelegde producties aan de zijde van T-Mobile;
- de schriftelijke reactie aan de zijde van [verweerder] ;
- het aanvullend verzoekschrift;
- de pleitaantekeningen aan de zijde van [verweerder] ;
- de pleitaantekeningen aan de zijde van T-Mobile.
2..De vaststaande feiten
Verwijtbaarheid
- Mevrouw [naam 1] heeft letterlijk gezegd dat de werkgever het u niet gunt.
- Mevrouw [naam 1] zei
- Mevrouw [naam 1] is zelf niet betrokken geweest bij het dossier maar de leidinggevenden hebben het besproken. Zij hebben volgens mevrouw [naam 1] gezegd dat u niet meegewerkt zou hebben in het verleden en vervelend zou zijn geweest.
Hervatting re-integratie
ARBEIDSDESKUNDIGE OORDEELSVORMING
4..CONCLUSIE
De bedrijfsarts is geen doorgeefluik van wensen van partijen”.Op 30 augustus jl. heeft de werknemer daarop een reactie gestuurd.
“1. VRAAGSTELLING
4..CONCLUSIE
nogniet aan de orde.
nietom de juistheid van het advies of deskundigenoordeel. Ik ben genoodzaakt om nader toe te lichten wat de reden is om inzage te krijgen en waarom ik nog steeds verwacht dat mijn verzoek tot inzage wordt gehonoreerd.
weldat T-Mobile informatie aangaande mijn belastbaarheid krijgt. Ik krijg alleen geen gelegenheid van u om de documenten vooraf aan verzending te controleren op
privacy gevoelige informatie.Er is dus wel toestemming om het door te sturen, mits ik de stukken
voorafkan controleren op privacy gevoelige informatie. De bedrijfsarts weigert niet alleen een inzage verzoek, maar elk gesprek met de bedrijfsarts is een strijd.
3..Het verzoek
voordateen actueel advies was opgesteld. T-Mobile acht het niet zinvol een plan van aanpak op te stellen zonder informatie over de inzetbaarheid.
4..Het verweer
.
5..De beoordeling
voldoende), is op zichzelf niet genoeg om aan te nemen dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door T-Mobile. Het voorgaande geldt eveneens voor het geval het UWV aan de werkgever een loonsanctie heeft opgelegd. [verweerder] heeft zich in dit verband nog beroepen op het oordeel van de bestuursrechter van 17 mei 2019 in de procedure tegen het UWV in het kader van de WIA-uitkering, waaruit volgt dat de
de heer [verweerder] staat machteloos als de arts vervolgens een oordeel of IZP publiceert na de afspraak van 13 oktober 2018”) komt een beeld naar voren dat [verweerder] niet de intentie heeft gehad om mee te werken. Met andere woorden: [verweerder] stelt keer op keer dat hij wil re-integreren, maar hij stelt T-Mobile onvoldoende in staat om aan haar verplichtingen te voldoen.
6..De beslissing
1 september 2020;