In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de coöperatie Capreit NL IV Coöperatief U.A. en een gedaagde die in persoon procedeerde. Capreit vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van achterstallige huur. De gedaagde had een huurachterstand van € 5.167,29 opgebouwd tot en met april 2020, en Capreit stelde dat de gedaagde toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. De gedaagde voerde aan dat hij nooit een adequate reactie op zijn correspondentie had ontvangen en dat hij soms door financiële omstandigheden de huur later betaalde, maar dat hij altijd betaalde. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde geen bewijs had geleverd voor zijn verweer en dat de huurachterstand toewijsbaar was. De kantonrechter heeft de vordering van Capreit toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Tevens werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De proceskosten werden eveneens aan de gedaagde opgelegd.