ECLI:NL:RBROT:2020:6225

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
15 juli 2020
Zaaknummer
4598921 CV EXPL 15-9203
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Letsel door arbeidsongeval met benoeming van psychiater als deskundige en IWMD-vraagstelling

In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter in Dordrecht, betreft het een arbeidsongeval waarbij de eiser letsel heeft opgelopen. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.J.E.C. Camps, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die werd vertegenwoordigd door mr. M.T. Spronck. De procedure omvatte een incident waarin de ontvankelijkheid van de eiser werd besproken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser ontvankelijk is in zijn vordering, nadat hij bewijs heeft geleverd van instemming van de bewindvoerder om de procedure voort te zetten. De rechtbank heeft vervolgens een deskundige benoemd, psychiater drs. F.A.M. Klijn, om de psychische klachten van de eiser te onderzoeken en te rapporteren over de gevolgen van het ongeval. De deskundige heeft aangegeven dat zij bereid is om als deskundige op te treden en heeft een voorschot van € 8.500,- inclusief btw gevraagd voor haar diensten. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om bezwaar te maken tegen de begroting van de kosten van de deskundige. De rechtbank heeft ook benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De verdere beslissingen in de zaak zijn aangehouden, en de rechtbank heeft een termijn gesteld voor de indiening van het deskundigenrapport. De zaak zal op een later moment opnieuw worden behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 4598921 CV EXPL 15-9203
Bij vervroeging
uitspraak: 16 juli 2020
vonnis in het incident ex artikel 223 Rv en in de hoofdzaak van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser in de hoofdzaak en eiser in het incident,
gemachtigde: mr. M.J.E.C. Camps,
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [handelsnaam 1] en [handelsnaam 2],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde in de hoofdzaak en verweerder in het incident,
gemachtigde: mr. M.T. Spronck.
Partijen worden hierna “ [eiser] ” en “ [gedaagde] ” genoemd.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het vonnis in het incident van 14 mei 2020 en de daarin genoemde processtukken;
  • de akte van [eiser] met producties;
  • de akte van [gedaagde] .
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling

Ontvankelijkheid en incident
2.1.
In het vonnis in het incident van 14 mei 2020 is [eiser] in de gelegenheid gesteld alsnog bij akte hetzij een bewijs van instemming van de bewindvoerder met het voeren van deze procedure, hetzij een machtiging van de kantonrechter over te leggen.
2.2.
[eiser] heeft bij zijn akte een beschikking van de kantonrechter in Breda van 18 januari 2016 overgelegd waarin een bewind is ingesteld over zijn goederen. Op het moment van dagvaarden was dus nog geen sprake van bewind.
[eiser] heeft ook een e-mailbericht van [bedrijf] overgelegd, waarin de bewindvoerder toestemming geeft om de procedure voort te zetten.
2.3.
[eiser] is gelet op het voorgaande ontvankelijk in zijn vordering en de zaak kan verder worden behandeld. De gevorderde provisionele vordering zal worden afgewezen, zoals al is overwogen in het tussenvonnis van 14 mei 2020.
In de hoofdzaak
2.4.
Partijen zijn het eens over de te benoemen deskundige, te weten psychiater drs. F.A.M. Klijn, werkzaam bij het UMC in Utrecht.
2.5.
De rechtbank heeft drs. F.A.M. Klijn benaderd met de vraag of zij bereid is om als deskundige te worden benoemd. Drs. Klijn heeft de rechtbank laten weten dat zij bereid en in staat is om als deskundige in de onderhavige zaak op te treden. Zoals in het tussenvonnis van 14 mei 2020 is overwogen, dient (de verzekeraar van) Klijn het voorschot ter zake van de kosten van de deskundige te voldoen. Drs. Klijn heeft aangegeven dat zij op basis van een inschatting van de te besteden tijd (40 uur) een voorschot zal vragen van € 8.500,- inclusief btw. De e-mailcorrespondentie met drs. Klijn zal aan dit vonnis worden gehecht.
2.6.
De rechtbank zal partijen in de gelegenheid stellen om desgewenst binnen twee weken na dit vonnis schriftelijk bij de rechtbank bezwaar te maken tegen deze begroting. Indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag van € 8.500,- inclusief btw. Indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing.
2.7.
Nu partijen het daarover eens zijn, zal de IWMD-vraagstelling aan de te benoemen psychiater worden voorgelegd.
2.8.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan één van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.9.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3..De beslissing

De kantonrechter:
in het incident:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het incident, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op nihil;
in de hoofdzaak:
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen (IWMD-vraagstelling):

1..DE SITUATIE MET ONGEVAL

Anamnese

a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van de psychische klachten, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen?
Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte
aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL),
loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby’s, bezigheden in de recreatieve sfeer en
zelfwerkzaamheid?
Medische gegevens
b. Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven
van:
- de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;
- de medische behandeling van de psychische klachten van de onderzochte en het resultaat daarvan.
Medisch onderzoek
c. Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij psychiatrisch onderzoek en eventueel hulponderzoek?
Consistentie
d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de
informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch
dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de
reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke
conclusies u daaruit trekt?
Diagnose
f. Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische
overweging geven?
Beperkingen
g. Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in
zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze
weergeven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen
arbeidsdeskundige?
Medische eindsituatie
h. Acht u de huidige toestand van de onderzochte zodanig dat een beoordeling van de
blijvende gevolgen van het ongeval mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied geconstateerde psychische klachten?
i. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
j. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel
verslechtering verwacht?
k. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben
voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 1g)?

2..DE SITUATIE ZONDER ONGEVAL

Meestal zal het niet mogelijk zijn om onderstaande vragen (met name de vragen 2c - 2e)
met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel
wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt
geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft wat u
op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt antwoorden.
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor ongeval
a. Bestonden voor het ongeval bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?
b. Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen
voortvloeien?
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval
c. Zijn er op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op
enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was overkomen?
d. Zo ja (dus zonder ongeval ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en
afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
e. Kunt u aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn
voortgevloeid?
f. Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op
uw vakgebied geconstateerde niet-ongevalsgerelateerde klachten en afwijkingen?
g. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
h. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel
verslechtering verwacht?
i. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben
voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 2e)?

3..OVERIG

a. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn
voor het verdere verloop van deze zaak?
3.2.
benoemt tot deskundige:
Mevrouw drs. F.A.M. Klijn,werkzaam bij UMC,
correspondentieadres: Postbus 85500, 3508 GA Utrecht,
telefoon: 088-755 7473,
emailadres: Secretariaat34a@umcutrecht.nl,
het voorschot
3.3.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 8.500,- inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak bij brief aan de griffier van deze rechtbank met afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van deze rechtbank met afschrift aan de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval de rechtbank op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
3.4.
bepaalt dat [gedaagde] het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [gedaagde] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige erop dat:
de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om
uiterlijk vijf maandenna het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht ter griffie van de rechtbank in te leveren, met bijgevoegd een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige erop dat:
uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken en/of eigen onderzoek het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
dat de deskundige [eiser] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien hij als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [eiser] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en hem daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of hij gebruik wil maken van zijn blokkeringsrecht (waarbij [eiser] zich van commentaar op het concept moet onthouden),
dat, indien [eiser] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen,
dat, indien [eiser] geen gebruik maakt van zijn inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
bepaalt dat de zaak op de rol zal komen van
donderdag 17 december 2020,
3.14.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of,
na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht, eerst aan de zijde van [eiser] , op een termijn van vier weken,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
424