ECLI:NL:RBROT:2020:6162

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 juli 2020
Publicatiedatum
14 juli 2020
Zaaknummer
10/996779-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending ambtsgeheim en ambtelijke corruptie door belastingadviseur

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 juli 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van schending van het ambtsgeheim en ambtelijke corruptie. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was werkzaam bij de Belastingdienst en had informatie uit de systemen van de Belastingdienst gebruikt voor ongeoorloofde nevenwerkzaamheden als belastingadviseur bij Belasthink. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte vertrouwelijke informatie had geraadpleegd en geprint, wat in strijd was met zijn geheimhoudingsplicht. De verdachte heeft dit ook erkend, maar stelde dat hij de informatie alleen voor zijn werkzaamheden bij de Belastingdienst had gebruikt. De rechtbank oordeelde echter dat de informatie betrekking had op klanten van Belasthink, wat zijn verklaring ondermijnde.

Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van ambtelijke corruptie, waarbij hij een gift van €500 had aangenomen in ruil voor het behandelen van een bezwaarschrift. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich had laten omkopen en dat hij de integriteit van zijn functie had geschaad. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van acht maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, en besloot af te zien van een beroepsverbod, aangezien de verdachte inmiddels niet meer werkzaam was bij de Belastingdienst. De rechtbank hield rekening met de blanco strafblad van de verdachte en de tijd die verstreken was sinds de feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/996779-16
Datum uitspraak: 9 juli 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor economische strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. A.J.M. Vélu, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 25 juni 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. F.B.W. Groendijk heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van voorarrest en als bijkomende straf een beroepsverbod gedurende 1 jaar.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Feit 1 (schending ambtsgeheim)
Feit 1 van de tenlastelegging behelst twee onderdelen.
Onderdeel 1: het gebruik van documenten ten behoeve van nevenwerkzaamheden
Standpunt verdediging
Uit het dossier volgt niet dat de verdachte voor zijn nevenwerkzaamheden bij Belasthink gebruik heeft gemaakt van de uitdraaien van de Belastingdienst die bij hem thuis dan wel op het kantooradres van Belasthink zijn aangetroffen. Daarom dient de verdachte te worden vrijgesproken.
Beoordeling
Vast staat dat op het werkadres van de verdachte bij Belasthink informatie is gevonden van de Belastingdienst. De verdachte had die informatie geraadpleegd en geprint uit systemen van de Belastingdienst, systemen waar hij als medewerker van die dienst toegang toe had. Hij erkent dit ook. Aangezien de informatie uit de systemen van de Belastingdienst vertrouwelijk is, heeft hij hiermee zijn ambtelijke geheimhoudingsplicht geschonden. Hij wist dat dit niet toegestaan was, zo blijkt uit zijn eigen verklaring bij de FOID.
De rechtbank hecht geen geloof aan de verklaring van de verdachte dat hij de betreffende informatie alleen voor zijn werkzaamheden als medewerker van de Belastingdienst heeft gebruikt. Immers, het is wel zeer opvallend dat de gevonden informatie betrekking had op klanten van Belasthink / de verdachte. Uit de verklaringen van [naam getuige 1] en [naam getuige 2] die als getuigen zijn gehoord, blijkt dat de verdachte in zijn hoedanigheid als belastingadviseur voor hen aangiften inkomstenbelasting heeft gedaan en in het geval van [naam getuige 1] bezwaren tegen aanslagen heeft opgesteld.
Conclusie
Wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte informatie uit de systemen van de Belastingdienst heeft aangewend ten behoeve van zijn nevenwerkzaamheden bij Belasthink.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de verdachte daarbij nauw en bewust met een ander heeft samengewerkt. De verdachte zal daarom van het onderdeel medeplegen worden vrijgesproken.
Onderdeel 2: informatie opzoeken en delen met derden
De verdachte heeft dit deel van feit 1 bekend, zodat dit zonder nadere bespreking bewezen zal worden verklaard.
4.2.
Feit 2 (ambtelijke corruptie)
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de bewezenverklaring van de ten laste gelegde ambtelijke corruptie.
Beoordeling
De rechtbank zal de verdachte voor dit feit veroordelen. Uit de bewijsmiddelen die voor dit feit zijn opgenomen in bijlage II bij dit vonnis, blijkt immers dat de verdachte zich heeft laten omkopen. Wel wordt de verdachte vrijgesproken van het onderdeel ‘handelen in vereniging’.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode 1 januari 2014 van tot en met 28 december 2016,
te Vlaardingen
een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift , verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden,
immers heeft verdachte als medewerker van de Belastingdienst, in strijd met
zijn geheimhoudingsplicht,
- documenten (DOC-052, DOC-053, DOC-092 tot en met DOC-096),
uit een of meerdere Belastingdienstsystemen (ABS en/of IKB en/of FLG) geraadpleegd en geprint en gebruikt ten behoeve van nevenwerkzaamheden voor Belasthink (v.o.f.);
en
- in een of meerdere Belastingdienstsystemen informatie opgezocht en vervolgens medegedeeld aan [naam 1] dat het bankrekeningnummer niet van de persoon is op het paspoort (DOC-108);
2.
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 in Nederland, als ambtenaar te weten als belastingdienstmedewerker,
een gift of belofte gedaan en of aangeboden door [naam 2] terwijl hij, verdachte, die gift of belofte heeft
- aangenomen, terwijl hij wist dat deze hem
werd gedaan of aangeboden:
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen
en/of
ten gevolge en van hetgeen door hem, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen
ten gevolge van hetgeen door hem, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan
te weten het voor die [naam 2] een bezwaarschrift (DOC-112) in behandeling te
nemen en te keuren en de belastingaanslag te verlagen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
schenden van enig geheim waarvan hij weet dat hij uit hoofde van ambt verplicht is te bewaren, meermalen gepleegd;
2.
als ambtenaar een gift en belofte aannemen, wetende dat deze hem gedaan of aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan schending van zijn ambtsgeheim. Hij heeft in zijn functie bij de Belastingdienst informatie uit de computersysteem van de Belastingdienst geraadpleegd, geprint en gebruikt ten behoeve van niet toegestane nevenwerkzaamheden als belastingadviseur bij Belasthink. Ook heeft hij ongeoorloofd privé-gegevens van belastingplichtigen gedeeld met derden.
De verdachte heeft zich bovendien laten omkopen. In ruil voor een toezegging van € 500,00 heeft hij een bezwaarschrift van een klant van Belasthink als medewerker van de belastingdienst in behandeling genomen en afgehandeld. Daarbij heeft hij de aanslagen verminderd.
Met zijn handelen heeft de verdachte de integriteit van ambtenaren geschaad. Het maatschappelijk belang van onkreukbare ambtenaren is immers groot. Tegen ambtenaren die dat vertrouwen schaden, moet dan ook passend strafrechtelijk worden opgetreden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 juni 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de aard en de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken gewoonlijk worden opgelegd. De rechtbank heeft in het voordeel van de verdachte rekening gehouden met zijn blanco strafblad en de omstandigheid dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank zal afzien van het opleggen van een beroepsverbod als belastingadviseur, zoals door de officier van justitie is gevorderd. De verdacht is inmiddels ontslagen bij de Belastingdienst en heeft geen vrijelijke toegang meer tot de systemen van de Belastingdienst om de daaruit voortvloeiende informatie aan te wenden voor zijn huidige werkzaamheden als belastingadviseur. Bovendien zijn de feiten al weer van geruime tijd geleden en ook dat maakt een beroepsverbod niet langer passend.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

De in beslag genomen papieren zijnde diverse prints uit de systemen van de Belastingdienst, zullen als bijkomende straf worden onttrokken aan het verkeer omdat de voorwerpen zijn bestemd tot het begaan van het onder 1 bewezen misdrijf.
Ten aanzien van de in beslag genomen telefoon Iphone 5S en 2 computers Lenovo Thinkpad + voeding zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen, 14a, 14b, 14c, 57, 272 en 363 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van acht (8) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
twee (2) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
verklaart onttrokken aan het verkeer: 1 stuk papier inhoudende diverse prints uit de systemen van de belastingdienst (KVI-021 IBN-code C.009);
gelast de teruggave aan de verdachte van: 1 stuk telefoontoestel merk Iphone 5S, (KVI-002 IBN-code B.001/ [nummer 1] );
gelast de teruggave aan de verdachte van 1 stuk computer Lenovo Thinkpad + voeding (KVI-004 IBN-code B.011);
gelast de teruggave aan de verdachte van 1 stuk computer Lenovo Thinkpad (KVI-018 IBN-code C.002 / [nummer 2] .
Dit vonnis is gewezen door:
mr. N. Doorduijn, voorzitter,
en mrs. J.L.M. Boek en A. Bonder, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 juli 2020.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode 1 januari 2014 van tot en met 28 december 2016,
te Vlaardingen en/of Den Haag en/of Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden,
immers heeft verdachte als medewerker van de Belastingdienst, in strijd met
zijn geheimhoudingsplicht,
- een of meer documenten (DOC-052, DOC-053, DOC-092 tot en met DOC-096),
althans (voor derden) geheime informatie, uit een of meerdere Belastingdienstsystemen (ABS en/of IKB en/of FLG) geraadpleegd en/of geprint en/of gebruikt ten behoeve van nevenwerkzaamheden voor Belasthink (v.o.f.)
en/of
- in een of meerdere Belastingdienstsystemen informatie opgezocht en/of (vervolgens) medegedeeld aan [naam 1] dat het bankrekeningnummer niet van de persoon is op het paspoort (DOC-108);
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 te Den Haag en/of Rotterdam en/of Vlaardingen althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, als ambtenaar te weten als belastingdienstmedewerker,
een gift en/of dienst en/of belofte heeft aangenomen en/of gevraagd, te weten een geldbedrag van EUR 500,-, althans enige gift en/of dienst en/of belofte, gedaan en/of verleend en/of aangeboden door [naam 2] terwijl hij, verdachte, die gift(en) en/of belofte(en) en/of dienst(en) telkens heeft
- aangenomen, terwijl hij wist of redelijkerwijs vermoedde dat deze hem
werd(en) gedaan en/of verleend en/of aangeboden:
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten,
en/of
ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten, en/of
gevraagd:
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten, en/of
ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten,
te weten het voor die [naam 2] een bezwaarschrift (DOC-112) in behandeling te
nemen en/of goed te keuren en/of de belastingaanslag te verlagen.