4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode 1 januari 2014 van tot en met 28 december 2016,
te Vlaardingen
een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift , verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden,
immers heeft verdachte als medewerker van de Belastingdienst, in strijd met
zijn geheimhoudingsplicht,
- documenten (DOC-052, DOC-053, DOC-092 tot en met DOC-096),
uit een of meerdere Belastingdienstsystemen (ABS en/of IKB en/of FLG) geraadpleegd en geprint en gebruikt ten behoeve van nevenwerkzaamheden voor Belasthink (v.o.f.);
- in een of meerdere Belastingdienstsystemen informatie opgezocht en vervolgens medegedeeld aan [naam 1] dat het bankrekeningnummer niet van de persoon is op het paspoort (DOC-108);
2.
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 in Nederland, als ambtenaar te weten als belastingdienstmedewerker,
een gift of belofte gedaan en of aangeboden door [naam 2] terwijl hij, verdachte, die gift of belofte heeft
- aangenomen, terwijl hij wist dat deze hem
werd gedaan of aangeboden:
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen
ten gevolge en van hetgeen door hem, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen
ten gevolge van hetgeen door hem, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan
te weten het voor die [naam 2] een bezwaarschrift (DOC-112) in behandeling te
nemen en te keuren en de belastingaanslag te verlagen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.