Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde],
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De vordering
4..Het verweer
5..De beoordeling
6..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 3 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Verknocht B.V. (eiseres) en Stichting Centrale Administratie voor Voorzieningen op het gebied van de gezondheids- en welzijnszorg (gedaagde), in haar hoedanigheid als bewindvoerder van [gedaagde]. Eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van gedaagde, gelegen aan [adres], vanwege overlast veroorzaakt door duiven. De procedure begon met een dagvaarding op 24 juli 2019 en omvatte verschillende processtukken, waaronder een tussenvonnis en een mondelinge behandeling op 17 januari 2020.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde, die sinds 2015 onder bewind staat, de woning huurt zonder schriftelijke huurovereenkomst. Er is overlast ontstaan door de aanwezigheid van duiven, die gedaagde in zijn tuin hield. Ondanks eerdere waarschuwingen en afspraken om de overlast te verminderen, bleef gedaagde duiven voeren, wat leidde tot klachten van omwonenden. Eiseres heeft foto’s en correspondentie overgelegd ter onderbouwing van haar vorderingen.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagde tekort is geschoten in zijn verplichtingen als huurder door de overlast te veroorzaken. De rechter overwoog dat de overlast ernstig genoeg was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Gedaagde's verweer, dat er geen sprake was van verzuim en dat hij niet verantwoordelijk was voor de overlast, werd verworpen. De rechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, met de bepaling dat gedaagde de woning binnen twee maanden na betekening van het vonnis moet ontruimen. Tevens werd gedaagde veroordeeld tot betaling van huurpenningen en proceskosten.