Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals geadviseerd door Reclassering Nederland in het rapport over de verdachte van 20 februari 2019, alsmede deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/250862-18.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
- meldplicht bij de reclassering;
- gedragsinterventie (cognitieve vaardigheden);
- contactverbod;
- inspanningsverplichting om een betaalde baan of een andere door de toezichthouder goedgekeurde vorm van dagbesteding te verkrijgen en te behouden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
8..Vordering tenuitvoerlegging
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van twintig (20) maanden,
5) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 60 dagen, van de bij vonnis van 29 maart 2019 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.