ECLI:NL:RBROT:2020:6066

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
9 juli 2020
Zaaknummer
8192073 CV EXPL 19-51534
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake onderwijsovereenkomst en schadevergoeding bij niet-gevolgde opleiding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2020 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen Capabel Onderwijs Groep B.V. en een gedaagde, die een onderwijsovereenkomst had gesloten voor de opleiding Secretaresse. De gedaagde had de opleiding niet gevolgd en stelde dat zij niet hoefde te betalen omdat zij nooit een antwoord had gekregen op haar verzoek om vrijstellingen. Capabel vorderde betaling van € 5.022,14, bestaande uit opleidingskosten, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst op 13 oktober 2014 door Capabel was ontbonden vanwege meer dan 20% verzuim van de gedaagde. De rechter stelde vast dat de schadevergoedingsregeling in de algemene voorwaarden van Capabel onredelijk bezwarend was voor de gedaagde, waardoor deze vernietigd werd. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde tekort was geschoten in haar verplichtingen, maar dat de onduidelijkheid over de vrijstellingen grotendeels aan Capabel te verwijten was. De zaak werd verwezen naar de rolzitting voor verdere toelichting over de gemaakte kosten door Capabel.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8192073 CV EXPL 19-51534
uitspraak: 3 april 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Capabel Onderwijs Groep B.V.,
gevestigd te Zwolle,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
die procedeert in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Capabel’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 10 oktober 2019, met producties;
de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van gedaagde d.d. 4 december 2019;
de conclusie van repliek, met producties;
de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van gedaagde d.d. 28 januari 2020;
het tussenvonnis van 3 februari 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
Het vonnis is bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.1
Capabel en [gedaagde] hebben een onderwijsovereenkomst met elkaar gesloten voor de opleiding Secretaresse. De overeenkomst is op 17 oktober 2013 door [gedaagde] ondertekend. In de overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
(…)
Naam student[gedaagde]
(…)
OpleidingSecretaresse
(…)
Duur onderwijsprogramma12 maanden
Looptijd onderwijsovereenkomst18 maanden
(…)
Gewenste startmaandnovember 2013
(…)
Startdatum, lesdag en leslocatie worden definitief gemaakt in de startbrief, die daarom onderdeel uitmaakt van de onderwijsovereenkomst.
(…)
2.2
Met betrekking tot de kosten van de opleiding heeft [gedaagde] aangegeven dat zij in termijnen wil betalen. Zij heeft op 17 oktober 2013 een doorlopende machtiging getekend aan Capabel om gedurende de opleiding en een eventuele verlenging de verschuldigde bedragen van haar bankrekening af te schrijven.
2.3
Op de factuur van Capabel d.d. 12 november 2013 wordt vermeld dat de kosten voor de opleiding € 3.903,- inclusief BTW in totaal bedragen. Op de factuur wordt daarnaast onder meer het volgende vermeld:
(…)
Gewenste start: 22-11-2013
(…)
Facturering met betrekking tot de aangevraagde opleiding. Binnen één week na factuurdatum zal er een eerste termijn van € 250,- afgeschreven worden van uw rekening.
Het resterende bedrag zal vervolgens, vanaf de maand waarin de opleiding start, in 12 maandelijkse gelijke termijnen rond iedere 25e dag van de maand van uw rekening worden afgeschreven. (…)
2.4
In de Algemene voorwaarden van Capabel die van toepassing waren op de datum van ondertekening van de onderwijsovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
(…)
Inschrijving
Inschrijving kan d.m.v. een papieren of digitaal inschrijfformulier. Door ondertekening of digitale verzending van dit inschrijfformulier verbindt u zich om de aangekruiste opleiding af te nemen en het verschuldigde lesgeld te betalen. U kunt uw inschrijving tot en met 14 kalenderdagen na uw inschrijving kosteloos annuleren per email via annuleringen@capabel.nl of aangetekende brief. (…)
Vrijstellingen
De student kan een gemotiveerd verzoek om vrijstelling indienen, ter beoordeling aan de Examencommissie van Capabel Onderwijs Groep. Vrijstelling kan worden verleend voor de generieke vakken of een deel van de BPV-dagen. In specifieke gevallen kan vrijstelling worden verleend voor het onderwijs in de basisopleiding. Bij een volledige vrijstelling voor de basisopleiding wordt een korting toegepast van 20% van de opleidingskosten. Bij andere vrijstelling is geen verrekening met de opleidingskosten. (….)
Schadevergoeding
In geval van ontbinding wegens een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis zijdens de cursist, daaronder begrepen betalingsachterstand zoals omschreven in artikel “betaling” is de cursist verplicht de schade die Capabel Onderwijs Groep door deze ontbinding lijdt te vergoeden. Bij ontbinding nadat de concrete startdatum en opleidingslocatie bekend zijn gemaakt wordt 25% van het lesgeld als schadevergoeding in rekening gebracht. Bij ontbinding binnen 6 weken na aanvang van de opleiding wordt 40% van het lesgeld en –voor zover in rekening gebracht- kosten leermiddelen als schadevergoeding in rekening gebracht. Bij annulering na 6 weken na aanvang van de opleiding is het gehele lesgeld en leermiddelen als schadevergoeding verschuldigd. Op de schadevergoeding worden reeds betaalde termijnen op het lesgeld in mindering gebracht.
Annuleringsregeling
Annulering van de opleiding kan alleen geschieden door de deelnemer of opdrachtgever of diens vertegenwoordiging per aangetekend schrijven gericht aan Capabel Onderwijs Groep, Postbus 405, 5201 AK Den Bosch of email via annuleringen@capabel.nl. (….)
2.5
Op 10 december 2013 heeft [gedaagde] het volgende e-mailbericht naar Capabel gestuurd:
“Geachte [naam] ,
Voordat ik mij had ingeschreven voor deze opleiding is mij verteld dat het mogelijk was op bepaalde opdrachten zoals ICT, Engels en Nederlands die ik al behaald heb vrijstelling voor zou krijgen.
Ik heb toen met het onderwijs overeenkomst de kopieën meegestuurd.
Toen werd mij verteld dat ik daar over eerst terug gebeld zou worden.
Want ik wil deze opleiding namelijk niet volgen als ik alles over nieuw moet doen.
Dat heb ik er namelijk bij gezegd.
Mijn vraag aan u is nu of vrijstelling mogelijk is?
Vriendelijke groet,
[gedaagde] ”
2.6
Op 13 december 2013 is namens Capabel als volgt geantwoord op het e-mailbericht van [gedaagde] :
“Hoi [gedaagde] ,
Ik raad je aan om hierover z.s.m. contact op te nemen met de studentenadministratie in Den Bosch via telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik weet niet precies of je recht hebt op vrijstelllingen.
Met vriendelijke groet,
[naam]
docent opleiding Secretaresse
Capabel Onderwijs Groep”
2.7
[gedaagde] heeft de overeenkomst niet opgezegd.
2.8
Op 13 oktober 2014 is de overeenkomst door Capabel ontbonden vanwege meer dan 20% verzuim. Capabel heeft hierbij verwezen naar artikel 6 van de onderwijsovereenkomst:
“Artikel 6 Inspanningsverplichting van de student
Capabel Onderwijs Groep verwacht van de student dat deze alle lessen volgt en opdrachten/portfolio’s volgens planning inlevert. Verzuim is alleen toegestaan als dit onvermijdelijk is. Dit ter beoordeling van het bevoegd gezag. Bij verzuim van meer dan 20% van de lessen heeft Capabel Onderwijs Groep het recht de student van verdere deelname uit te sluiten. Indien de student niet voldoet aan de richtlijnen en termijnen voor het inleveren van portfolio’s als verwoord in de studentengids, heeft Capabel Onderwijs Groep hetzelfde recht.”

3..De vordering

3.1
Capabel vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Capabel van een bedrag van € 5.022,14, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 oktober 2019 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Het gevorderde bedrag van € 5.022,14 bestaat uit € 3.903,- aan hoofdsom, € 495,63 aan rente berekend tot 7 oktober 2019 en € 623,51 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw.
3.3
Capabel legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] op grond van de door partijen met elkaar gesloten overeenkomst een bedrag van € 3.903,- verschuldigd is aan opleidingskosten en kosten voor leermiddelen. [gedaagde] is de verplichting tot betaling van dit bedrag echter niet nagekomen. Capabel vordert nakoming van de overeenkomst. Bij repliek heeft Capabel aan haar vordering (mede) ten grondslag gelegd dat zij de overeenkomst heeft ontbonden omdat [gedaagde] meer dan 20% van de opleiding heeft verzuimd, en dat [gedaagde] daarom een schadevergoeding is verschuldigd.

4..Het verweer

4.1
[gedaagde] voert – kort gezegd – aan dat zij niet hoeft te betalen omdat zij de opleiding nooit heeft gevolgd. Zij heeft in december 2013 (en ook al eerder) gevraagd of zij vrijstellingen kon krijgen, maar heeft nooit antwoord gekregen. Zij heeft uiteindelijk besloten de opleiding niet te volgen. Tevens is er al eerder een procedure geweest over deze vordering. In deze procedure is de onjuiste persoon (namelijk haar broer) gedagvaard en is die zaak ingetrokken.

5..De beoordeling

5.1
Tussen partijen staat voldoende vast dat de opleiding als zodanig is begonnen op 22 november 2013, maar dat [gedaagde] deze niet heeft gevolgd. In geschil is of [gedaagde] moet betalen voor de niet-gevolgde opleiding. Daarbij is van belang of de schadevergoedingsregeling in de algemene voorwaarden, inhoudende dat een cursist het gehele lesgeld als schadevergoeding verschuldigd is bij annulering na zes weken na aanvang van de opleiding, van toepassing is en of Capabel hier een beroep op kan doen.
5.2
Vaststaat dat Capabel de overeenkomst op 13 oktober 2014 heeft ontbonden, omdat [gedaagde] meer dan 20% van de lessen heeft verzuimd.. Nu er sprake is van ontbinding, kan geen nakoming worden gevorderd. Deze laatste grondslag wordt dan ook verder onbesproken gelaten.
5.3
In de algemene voorwaarden van Capabel is opgenomen dat in geval van ontbinding van de overeenkomst wegens een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis zijdens de cursist, de cursist verplicht is om de schade die Capabel hierdoor lijdt te vergoeden. Op grond van artikel 6 van de onderwijsovereenkomst heeft de cursist (volgens het kopje van dat artikel) een inspanningsverplichting. Bij verzuim van meer dan 20% van de lessen heeft Capabel op grond van deze bepaling het recht de student van verdere deelname uit te sluiten. Nu [gedaagde] zich niet heeft gehouden aan haar verplichting om alle lessen te volgen, brengt dit in beginsel mee dat er sprake is van een tekortkoming door [gedaagde] in de nakoming die ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt.
5.4
In de schadevergoedingsregeling is bepaald dat wanneer “annulering” plaatsvindt na 6 weken na aanvang van de opleiding, de volledige opleidingskosten verschuldigd zijn als vergoeding. De kantonrechter leest in deze passage voor “annulering” : “ontbinding” omdat de rest van de schadevergoedingsregeling ziet op situaties van ontbinding en niet op situaties van annulering. Daarvoor bestaat een aparte bepaling. Vaststaat dat de ontbinding door Capabel dateert van 13 oktober 2014, dus (ruim) na 6 weken na aanvang van de opleiding. Dat zou in beginsel meebrengen dat [gedaagde] de gehele vergoeding verschuldigd is.
5.5
De vraag is vervolgens in hoeverre Capabel een beroep kan doen op deze schadevergoedingsregeling. [gedaagde] is de overeenkomst aangegaan als consument. De overeenkomst tussen Capabel en [gedaagde] wordt aangemerkt als een consumentenovereenkomst als bedoeld in Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn). Het betreft immers een overeenkomst tussen een professionele partij en een consument. In verband hiermee dient de kantonrechter ambtshalve na te gaan of een contractueel beding binnen de werkingssfeer van de richtlijn valt en of het beding oneerlijk is.
5.6
In het kader van de richtlijn en op grond van het bepaalde in artikel 6:233 BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij, of indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. De kantonrechter dient dus ambtshalve te toetsen of de schadevergoedingsregeling in dit geval onredelijk bezwarend of oneerlijk is. In het bijzonder gaat het om de vraag of een beding ten nadele van de consument (in dit geval [gedaagde] ) een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en plichten veroorzaakt. Hierbij moeten alle omstandigheden rond de contractsluiting en alle andere bedingen in aanmerking worden genomen. Ook moet rekening gehouden worden met de aard van het goed of de dienst waarop de overeenkomst betrekking heeft (HvJEU 16 januari 2014, ECLI:EU:C:2014:10).
5.7
Op grond van de schadevergoedingsregeling is [gedaagde] 100% van de opleidingskosten en kosten van leermiddelen verschuldigd bij annulering (lees: ontbinding) na 6 weken na aanvang van de opleiding. Voor de gemiddelde consument moet op grond hiervan duidelijk zijn dat de volledige opleidingskosten verschuldigd zijn als na 6 weken na aanvang van de opleiding duidelijk wordt dat de student de opleiding niet of niet meer mag volgen.
5.8
Vaststaat dat [gedaagde] de overeenkomst niet heeft opgezegd en dat zij de opleiding ook niet heeft gevolgd. In beginsel zou zij op basis van de schadevergoedingsregeling in de algemene voorwaarden dus het volledige lesgeld verschuldigd zijn. [gedaagde] voert aan dat zij inderdaad niet formeel tot annulering is overgegaan, maar dat zij ervoor gekozen heeft de opleiding niet te gaan volgen nadat zij meerdere malen tevergeefs contact had gezocht met Capabel met de vraag of zij vrijstellingen kon krijgen. Dit wordt door Capabel betwist. Volgens Capabel is er alleen contact geweest op 10 en 13 december 2013. Bij voornoemde e-mail d.d. 13 december 2013 is [gedaagde] verwezen naar de studentenadministratie. Partijen hebben geen verdere correspondentie overgelegd. [gedaagde] voert aan dat zij geen antwoord kreeg van Capabel en vervolgens heeft besloten de opleiding niet meer te gaan volgen. De kantonrechter merkt op dat uit de algemene voorwaarden (zie hierboven onder 2.4) blijkt dat de student een gemotiveerd verzoek om vrijstelling kan indienen, ter beoordeling aan de Examencommissie van Capabel Onderwijs Groep. [gedaagde] is dus, ondanks dat zij nalatig is geweest door de overeenkomst niet op te zeggen terwijl zij de opleiding niet meer wilde volgen, onjuist geïnformeerd door Capabel over de mogelijkheid tot het aanvragen van vrijstellingen. Zij is immers niet doorgestuurd naar de Examencommissie, maar naar de studentenadministratie. Van deze administratie heeft [gedaagde] , naar onvoldoende is betwist, niets meer gehoord. Gezien deze gang van zaken heeft [gedaagde] in het duister moeten tasten of zij een vrijstelling kon krijgen. Die was voor haar essentieel om de opleiding te willen volgen. Het ligt op de weg van een professionele onderwijsorganisatie om een student de juiste route te wijzen voor een verzoek om vrijstellingen. Dat [gedaagde] als consument de algemene voorwaarden ook kon raadplegen en ervoor heeft getekend, maakt dat niet anders. Het bovengenoemde heeft tot gevolg dat uitleg van het beding ten nadele van [gedaagde] als consument zorgt voor een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en plichten. Dit leidt tot het oordeel van de kantonrechter dat de schadevergoedingsregeling, gezien de omstandigheden van het geval, in de verhouding tussen partijen onredelijk bezwarend is als bedoeld in artikel 6:233 BW, en daarmee oneerlijk in de zin van de richtlijn. Het betreffende beding wordt vernietigd, zodat Capabel er in deze procedure geen beroep meer op kan doen.
5.9
Vaststaat anderzijds wel dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van een van haar verbintenissen uit de overeenkomst (namelijk het niet-betalen van de factuur inzake de studiekosten en het niet volgen van de opleiding). Op grond van het bepaalde in artikel 6:74 BW verplicht iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar om de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend. De vraag moet dus worden beantwoord of deze tekortkoming aan [gedaagde] kan worden toegerekend. Gezien het bovenstaande is [gedaagde] door Capabel niet op het goede pad gezet voor het verkrijgen van vrijstellingen, waardoor zij van de opleiding heeft afgezien. Dit betekent echter niet zonder meer dat [gedaagde] geen schadevergoeding zou hoeven te betalen. [gedaagde] is de overeenkomst willens en wetens is aangegaan en is pas –naar moet worden aangenomen- op 10 december 2013 vragen gaan stellen over de vrijstelling, terwijl de studie formeel reeds op 22 november 2013 was begonnen. Capabel stelt schade te hebben geleden. Zij stelt de schade op een bedrag van € 3.903,- (opleidingskosten en leermiddelen). Nu de onduidelijkheid rond de vrijstellingen grotendeels aan Capabel valt te verwijten, gezien het bovenstaande, moet worden bezien in hoeverre Capabel aanspraak kan maken op het totale gevorderde bedrag dan wel een deel daarvan.
5.1
Uit de jurisprudentie volgt dat deze overeenkomst gekwalificeerd dient te worden als een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 BW (HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2775). Daarbij heeft [gedaagde] als opdrachtgever opdracht gegeven aan Capabel om een studie te verzorgen. Op grond van artikel 7:411 lid 1 BW geldt dat, indien de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht of de tijd waarvoor zij is verleend is verstreken, en de verschuldigdheid van loon afhankelijk is van de volbrenging of van het verstrijken van die tijd, de opdrachtnemer (in dit geval Capabel) recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Hierbij wordt rekening gehouden met de reeds door de opdrachtnemer verrichte werkzaamheden, het voordeel dat de opdrachtgever ( [gedaagde] ) daarvan heeft, en de grond waarop de overeenkomst is geëindigd. Op grond van lid 2 van dit artikel heeft de opdrachtnemer slechts recht op het volle loon, indien het einde van de overeenkomst aan de opdrachtgever is toe te rekenen en de betaling van het volle loon, gelet op alle omstandigheden van het geval, redelijk is. Op het bedrag van het loon worden de besparingen die voor de opdrachtnemer uit de voortijdige beëindiging voortvloeien, in mindering gebracht. Aangezien beide partijen nalatig zijn geweest, acht de kantonrechter het in deze procedure niet redelijk om Capabel het volledige loon toe te kennen. De kantonrechter stelt Capabel in de gelegenheid om stukken in het geding te brengen waaruit blijkt welke werkzaamheden zij heeft verricht en wat daarvoor een redelijk loon zou zijn. Capabel kan enkel aanspraak maken op een naar redelijkheid vast te stellen loon, waarbij rekening gehouden zal worden met de door Capabel verrichte werkzaamheden, het voordeel dat [gedaagde] daarvan al dan niet heeft genoten en de grond waarop de overeenkomst is beëindigd. Ook zal worden rekening gehouden met de hierboven geschetste onduidelijke situatie rond de vrijstelling, die Capabel het meest te verwijten valt.

6..De beslissing

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 19 mei 2020 te 15:30 uur, opdat Capabel (bij voorkeur schriftelijk) een toelichting kan geven inzake de daadwerkelijk gemaakte kosten. Hierop kan [gedaagde] dan bij antwoordakte reageren. Na voormelde zitting ontvangen alle partijen schriftelijk bericht over het verdere verloop van de procedure;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. E. van Schouten en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416