ECLI:NL:RBROT:2020:6064
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurachterstand en ontbinding van de huurovereenkomst met terme de grâce
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 13 maart 2020, gaat het om een huurachterstand tussen [eiseres] en [gedaagde]. [Eiseres] heeft [gedaagde] een woning verhuurd vanaf 1 april 2018 voor een huurprijs van € 700,- per maand. [Eiseres] vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van een achterstand van € 2.800,- en bijkomende kosten. [Gedaagde] erkent de huurachterstand, maar voert aan dat deze is ontstaan door ziekte en verzoekt om een termijn om de achterstand in te lopen. De kantonrechter oordeelt dat de huurachterstand van zeven maanden, die inmiddels € 4.900,- bedraagt, voldoende ernstig is om ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Echter, gezien de persoonlijke omstandigheden van [gedaagde], wordt hem een termijn van één maand gegeven om de achterstand te voldoen. Indien hij dit niet doet, wordt de huurovereenkomst ontbonden en moet hij de woning ontruimen. In reconventie vordert [gedaagde] herstel van gebreken aan het gehuurde, maar deze vordering wordt afgewezen omdat onvoldoende bewijs is geleverd dat er gebreken zijn die niet zijn verholpen. De proceskosten worden toegewezen aan [eiseres] in conventie en aan [gedaagde] in reconventie.