ECLI:NL:RBROT:2020:6062

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 maart 2020
Publicatiedatum
9 juli 2020
Zaaknummer
8003606 CV EXPL 19-37293
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Regelingsovereenkomst tussen partijen in civiele procedure met betalingsverplichting

In deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer 8003606 CV EXPL 19-37293, heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 maart 2020 een vonnis uitgesproken. De procedure is gestart met een dagvaarding op 21 augustus 2019, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis van 12 november 2019 waarin een comparitie van partijen is bepaald. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 februari 2020. Tijdens deze zitting hebben partijen verklaard dat zij een regeling zijn overeengekomen en hebben zij de kantonrechter verzocht om deze regeling in een vonnis op te nemen. De kantonrechter heeft dit verzoek ingewilligd en de getroffen regeling vastgelegd in het vonnis.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat gedaagde een totaalbedrag van € 15.055,80 aan eiser moet betalen, bestaande uit de gevorderde hoofdsom, rente, incassokosten en griffierecht. Dit bedrag dient in drie gelijke termijnen van € 5.018,60 te worden voldaan, met specifieke data voor de betaling van elke termijn. De eerste termijn moet uiterlijk op 14 februari 2020 zijn voldaan, de tweede op 14 maart 2020 en de derde op 14 april 2020. De kantonrechter heeft verder bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. S.H. Poiesz tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8003606 CV EXPL 19-37293
uitspraak: 6 maart 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser] , handelende onder de naam [handelsnaam 1] ,
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
[gedaagde] , (mede) handelend onder de naam [handelsnaam 2],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.F. van Leeuwen.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiser] ’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 21 augustus 2019, met producties;
de conclusie van antwoord, met producties;
het tussenvonnis van 12 november 2019 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
de brief met producties van de gemachtigde van [eiser] , ingekomen ter griffie op 22 januari 2020;
de aantekening dat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 februari 2020.
Het vonnis is bepaald op heden.

2..De beoordeling

2.1
Partijen hebben ter zitting verklaard dat zij een regeling zijn overeengekomen en zij hebben de kantonrechter verzocht om die regeling in een vonnis op te nemen. De kantonrechter zal conform het verzoek van partijen de door hen getroffen regeling vastleggen in dit vonnis.
2.2
Gelet op de getroffen regeling zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3..De beslissing

De kantonrechter:
stelt vast dat partijen de navolgende regeling hebben getroffen:
1. [gedaagde] betaalt een totaalbedrag van € 15.055,80 aan [eiser] , zijnde de gevorderde hoofdsom, rente en incassokosten alsmede het griffierecht;
2. Dit bedrag zal voldaan worden in drie gelijke termijnen van € 5.018,60. De eerste termijn dient uiterlijk 14 februari 2020 te zijn voldaan. De tweede termijn dient uiterlijk 14 maart 2020 te zijn voldaan. De derde termijn dient uiterlijk 14 april 2020 te zijn voldaan;
3. Voornoemde bedragen worden overgemaakt op rekeningnummer [bankrekeningnummer] ten name van GGN Mastering Credit B.V., onder vermelding van dossiernummer [dossiernummer] .
veroordeelt partijen deze regeling, voor zover die nog niet is uitgevoerd, na te komen;
compenseert de verdere kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416