ECLI:NL:RBROT:2020:6060

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 februari 2020
Publicatiedatum
9 juli 2020
Zaaknummer
8110808 CV EXPL 19-45059
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.M. van de Ven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit hoofde van koopovereenkomst met webwinkel

In deze zaak vordert Incasso Partners B.V. van de gedaagde een bedrag van € 57,78, te vermeerderen met wettelijke rente, uit hoofde van een koopovereenkomst die de gedaagde heeft gesloten met een webwinkel. De gedaagde heeft een betalingsbewijs overgelegd waaruit blijkt dat hij op 25 oktober 2019 € 16,00 heeft betaald, maar dit bedrag betreft een andere bestelling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde nog € 17,40 verschuldigd is voor de twee (gewone) shirts die hij heeft besteld. Incasso Partners heeft ook aanspraak gemaakt op buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, welke door de rechter zijn toegewezen. De gedaagde is in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 121,00 aan griffierecht, € 85,18 aan dagvaardingskosten en € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 28 februari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8110808 CV EXPL 19-45059
uitspraak: 28 februari 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Incasso Partners B.V.,
gevestigd te Leiden,
eiseres,
gemachtigde: Van Es Gerechtsdeurwaarders en Incasseerders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Incassopartners’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 12 september 2019, met bijlagen;
de aantekeningen van het mondelinge antwoord van 30 oktober 2019, met bijlagen;
de conclusie van repliek, met bijlagen;
de aantekeningen van de mondelinge reactie van 28 januari 2020.
Het vonnis is bepaald op heden.

2..De vordering

2.1
Incassopartners vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Incassopartners van een bedrag van € 57,78, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 17,40 vanaf 30 augustus 2019 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2
Het door Incassopartners gevorderde bedrag bestaat uit € 17,40 aan hoofdsom, € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 0,38 aan vervallen rente.
2.3
Incassopartners legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] uit hoofde van de door hem met de webwinkel [website] gesloten koopovereenkomst een bedrag van € 17,40 verschuldigd was. [website] heeft haar vordering op [gedaagde] overgedragen aan Klarna Bank AB (hierna: Klarna). Klarna heeft de vordering vervolgens verkocht aan Incassopartners. Incasso Partners vordert nakoming van de koopovereenkomst.

3..Het verweer

3.1
[gedaagde] voert – kort gezegd – als verweer dat hij de facturen al heeft voldaan.

4..De beoordeling

4.1
Vaststaat dat [gedaagde] bestellingen heeft geplaatst bij de webwinkel [website] en dat hij daarvoor € 17,40 aan [website] moest betalen. Beoordeeld moet daarom worden of [gedaagde] dit bedrag al heeft betaald.
4.2
[gedaagde] heeft een betalingsbewijs overgelegd waaruit blijkt dat hij op 25 oktober 2019 € 16,00 heeft betaald met als omschrijving “ [omschrijving] ”. Volgens Incassopartners heeft deze betaling echter betrekking op de bestelling van twee baseballshirts. Incassopartners verwijst daarbij naar haar e-mailbericht van 22 oktober 2019.
4.3
[gedaagde] heeft niet weersproken dat hij twee (gewone) shirts en twee baseballshirts heeft besteld bij [website]. Het nummer dat [gedaagde] bij zijn betaling heeft vermeld komt overeen met de bestelling voor de twee baseballshirts. Het bedrag komt ook met die bestelling overeen. De betaling van € 16,00 ziet dus op de bestelling van de twee baseballshirts en heeft geen betrekking op de twee (gewone) shirts, waarvan in deze procedure betaling wordt gevorderd. [gedaagde] moet daarom nog € 17,40 betalen voor de twee (gewone) shirts. [gedaagde] heeft nog aangevoerd dat hij de jas en de sportbroek niet gekregen heeft, maar daar vordert Incassopartner ook geen betaling van.
4.4
Incassopartners maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Zij heeft een brief overgelegd waarin zij [gedaagde] heeft aangemaand om binnen twee weken na ontvangst van de brief te betalen. [gedaagde] heeft niet betwist dat hij deze brief heeft ontvangen. Er is daarom voldaan aan artikel 6:96 lid 6 BW. Dit deel van de vordering zal daarom ook worden toegewezen.
4.5
Incasso Partners vordert de wettelijke (handels)rente. Omdat geen sprake is van een handelsovereenkomst, zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen.
4.6
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] aan Incassopartners te betalen een bedrag van € 57,78, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 17,40 vanaf 30 augustus 2019 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Incassopartners vastgesteld op € 121,00 aan griffierecht, € 85,18 aan dagvaardingskosten en € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M. van de Ven en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416