ECLI:NL:RBROT:2020:5965

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juli 2020
Publicatiedatum
9 juli 2020
Zaaknummer
10/961553-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor bezit en vervaardiging van kinderporno en heimelijk filmen van minderjarigen

Op 8 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het bezit en vervaardigen van kinderporno, evenals het heimelijk filmen van minderjarigen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 78 weken, waarvan 24 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een contactverbod en klinische behandeling. Tijdens de zitting op 24 juni 2020 werd uitvoerig gediscussieerd over de aard van de gedragingen van de verdachte, waarbij de psychiater, psycholoog en reclasseringswerker werden gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte kinderporno in bezit had en heimelijk beelden had gemaakt van minderjarigen, maar sprak hem vrij van de beschuldiging van het vervaardigen van kinderporno. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen, evenals de noodzaak van behandeling voor de verdachte, die lijdt aan pedofilie en andere geestelijke stoornissen. De rechtbank heeft besloten dat een klinische behandeling noodzakelijk is om het recidivegevaar te beperken. De verdachte heeft gedurende een lange periode actief kinderporno gezocht en opgeslagen, wat heeft geleid tot een aanzienlijke hoeveelheid materiaal. De rechtbank heeft de verdachte ook bijzondere voorwaarden opgelegd om de kans op herhaling te verkleinen, waaronder een verbod op contact met minderjarigen en toezicht door de reclassering.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/961553-19
Datum uitspraak: 8 juli 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] , ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres verdachte] , [woonplaats verdachte] , tijdens het onderzoek op de zitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie te Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting van 24 juni 2020. Aanwezig waren de verdachte, zijn raadsvrouw mr. M.A. Lubbers, advocaat te Deventer en officier van justitie mevrouw mr. B. Lijnse.

Kern van dit vonnis

Op de zitting was een discussiepunt of de verdachte, naast het door hem erkende bezit van kinderporno en het heimelijk filmen van minderjarigen, ook kinderporno heeft gemaakt. In dit vonnis is daarvoor daarom veel aandacht. Ook was op de zitting de aard, duur, kader en vorm van behandeling van de bij de verdachte vastgestelde stoornissen onderwerp van gesprek. De psychiater, de psycholoog en de reclasseringswerker die over de verdachte hebben gerapporteerd zijn op de zitting uitgebreid ondervraagd aan de hand van hun rapporten. In dit vonnis wordt dit onderwerp eveneens uitvoerig besproken.

Leeswijzer

In de tenlastelegging wordt de verdachte beschuldigd van bezit en vervaardigen van kinderporno en van het heimelijk filmen van minderjarigen. De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit vonnis.
Anders dan de officier van justitie vindt de rechtbank alleen het bezit van kinderporno en het heimelijk filmen van minderjarigen bewezen. Het vervaardigen van kinderporno vindt zij niet bewezen zodat de verdachte daarvan wordt vrijgesproken. De bewijs- en vrijspraakoverwegingen waaronder de bespreking van een bewijsverweer, de bewezenverklaring en de bewijsmotivering zijn in hoofdstuk 2 van dit vonnis uiteengezet. Het overzicht van de bewijsmiddelen staat in hoofdstuk 3.
De bewezen verklaarde feiten zijn volgens de wet verboden gedragingen. Welke dat zijn, is omschreven in hoofdstuk 4 van dit vonnis. In dat hoofdstuk wordt ook de strafbaarheid van de feiten en de strafbaarheid van de verdachte besproken.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf geëist van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar, met oplegging van bijzondere voorwaarden waaronder een contact- en gebiedsverbod met de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden. Daarnaast vordert zij oplegging van een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel (GVM-maatregel).
Aan de verdachte wordt een gevangenisstraf opgelegd van 78 weken waarvan 24 weken voorwaardelijk met daarbij oplegging van bijzondere voorwaarden waaronder een klinische behandeling van de verdachte. Ook zal de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden worden gelast. Hoofdstuk 5 van dit vonnis vermeldt de overwegingen van de rechtbank die tot deze straf hebben geleid.
Hoofdstuk 6 van dit vonnis bevat de beslissingen over de inbeslaggenomen goederen.
Hoofdstuk 7 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters.

Hoofdstuk 1: Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd wat is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging luidt:
Feit 1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 mei 2014 tot en met 9 juli 2019 te Haaksbergen, althans in Nederland, (telkens ) een (aantal) afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s/films en/of één of meer gegevensdragers (te weten een Lenovo laptop ( [nummer 1] ) en/of een Ewent harde schijf ( [nummer 2] ) en/of een Samsung S9+ telefoon ( [nummer 3] ))
bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander)persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsna(a)m(en):
[bestandsnaam 1] en/of [bestandsnaam 2] en/of [bestandsnaam 3] en/of [bestandsnaam 4] en/of [bestandsnaam 5] en/of [bestandsnaam 6] en/of [bestandsnaam 7] en/of [bestandsnaam 8] en/of [bestandsnaam 9] en/of [bestandsnaam 10] en/of [bestandsnaam 11] en/of [bestandsnaam 12] en/of [bestandsnaam 13] en/of [bestandsnaam 14] en/of [bestandsnaam 15] en/of [bestandsnaam 16]
en/of
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsna(a)m(en):
[bestandsnaam 17] en/of [bestandsnaam 18] en/of [bestandsnaam 19] en/of [bestandsnaam 20] en/of [bestandsnaam 21] en/of [bestandsnaam 22]
en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnaam: [bestandsnaam 23] en/of [bestandsnaam 24]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsna(a)m(en):
[bestandsnaam 25] en/of [bestandsnaam 26] en/of [bestandsnaam 27] en/of [bestandsnaam 28] en/of [bestandsnaam 29] en/of [bestandsnaam 30] en/of [bestandsnaam 31] en/of [bestandsnaam 32] en/of [bestandsnaam 33] en/of [bestandsnaam 34]
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (eventueel aanvullen met: waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
(Bestandsna(a)m(en):
[bestandsnaam 35] en/of [bestandsnaam 36] en/of [bestandsnaam 37]
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 december 2018 tot en met 9 juli 2019 te Winterswijk en/of te Haaksbergen, althans in Nederland, afbeeldingen, te weten foto’s en/of een gegevensdrager, (te weten een Lenovo laptop ( [nummer 1] )) bevattende afbeeldingen, heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten [naam slachtoffer 1] . geboren in 2014), is betrokken of schijnbaar is betrokken, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsna(a)m(en) [bestandsnaam 38] en/of [bestandsnaam 39] en/of [bestandsnaam 40] en/of [bestandsnaam 41]
Feit 3
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2015 tot en met 9 juli 2019 te Haaksbergen en/of
Winterswijk , althans in Nederland , meermalen, althans eenmaal (telkens) gebruik makende van een technisch hulpmiddel, zijnde een mobiele telefoon (merk Samsung S9+) en/of een fotocamera (merk Sony type DSC-H3), althans een mobiele telefoon en/of een fotocamera , waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk
  • van (een) perso(o)n(en), te weten [naam slachtoffer 2] . (geboren in 2009) en/of [naam slachtoffer 3] (geboren in 2008) en/of [naam slachtoffer 4] (geboren in 2006) en/of [naam slachtoffer 5] (geboren in 2008), aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk in de (achter)tuin van Woning A en/of
  • van (een) perso(o)n(en), te weten [naam slachtoffer 4] (geboren in 2006) en/of [naam slachtoffer 5] (geboren in 2008), aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk (aan een (eet)tafel) in Woning B en/of
  • van een perso(o)n(en), te weten [naam slachtoffer 6] (geboren in 2007) en/of [naam slachtoffer 7] (geboren in (2009), aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk de oprit behorend bij de woning van die [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 7] en/of
  • van (een) perso(n)(en), te weten [naam slachtoffer 8] (geboren in 2016) (en/of [naam slachtoffer 1] . (geboren in 2014)), aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk in een woning te Winterswijk
(telkens) een of meerdere afbeelding(en) heeft vervaardigd en/of hierover tot 1 maart 2019 de beschikking heeft gehad.

Hoofdstuk 2: Bewijs

Feit 1
Het onder 1 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Feit 2
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat het onder feit 2 ten laste gelegde vervaardigen en bezitten van deze vervaardigde kinderpornografie kan worden bewezenverklaard. De door de verdachte gemaakte (opeenvolgende) afbeeldingen van een zich in een woning omkledend minderjarig meisje strekken tot het opwekken van seksuele prikkeling. Die strekking kan mede worden afgeleid uit de aard en het heimelijke karakter van de opname van de afbeeldingen, het camerastandpunt, de plek waar de verdachte de afbeeldingen op zijn computer heeft opgeslagen en de geaardheid van de verdachte.
Beoordeling
-
Inleiding
In december 2018 heeft de verdachte heimelijk afbeeldingen gemaakt van het omkleden van het toen vierjarige nichtje van zijn vriendin. Die afbeeldingen heeft hij op zijn computer opgeslagen. Op de zitting zijn deze afbeeldingen door de rechtbank, de officier van justitie en de verdediging gezien. Na de zitting heeft de rechtbank deze afbeeldingen in raadkamer nogmaals bekeken.
-
Toetsingskader
De vraag die moet worden beantwoord is of de afbeeldingen kinderpornografisch zijn in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Anders gezegd: is op de afbeeldingen een seksuele gedraging te zien, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken.
Op de eerste plaats kan dat het geval zijn als op de afbeelding een gedraging is te zien van expliciet seksuele aard, zoals die aan de hand van de afbeelding zelf kan worden vastgesteld. Het moet dan gaan om een gedraging die alleen al door haar karakter strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling (eerste categorie).
Op de tweede plaats kan van zo’n seksuele gedraging sprake zijn als een afbeelding zelf weliswaar geen gedraging van expliciet seksuele aard toont, maar dat de afbeelding, gelet op de wijze waarop zij tot stand is gekomen, in het concrete geval onmiskenbaar strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling (tweede categorie). Of dat zo is dient aan de hand van de afbeeldingen zelf en met een zekere mate van objectivering te worden beantwoord waarbij subjectieve elementen die aan de verdachte ‘kleven’ niet relevant zijn.
-
Waarnemingen
De bijna honderd opeenvolgende afbeeldingen die in feit 2 centraal staan tonen een peuter die een pyjama aantrekt. Op één van de afbeeldingen is het meisje van de zijkant geheel naakt te zien. Vervolgens is te zien dat ze haar ondergoed en haar pyjama aandoet. Hierbij is op een gering aantal afbeeldingen de schaamstreek en ontblote billen van het meisje te zien. Op de laatste afbeeldingen is het meisje geheel aangekleed. De afbeeldingen zijn gemaakt in een woonkamer vanuit een zittende positie. Er is geen sprake van wisselende camerastandpunten of van inzoomen op bepaalde lichaamsdelen.
-
Overwegingen
De afbeeldingen van de peuter die de pyjama aantrekt zijn géén afbeeldingen van gedragingen van expliciet seksuele aard. Het gaat met andere woorden niet om de eerste categorie van ‘klassieke kinderpornografie’.
Strekken de afbeeldingen dan door de wijze van totstandkoming tot het opwekken van seksuele prikkeling? De beantwoording van die vraag moet als gezegd gebeuren aan de hand van de afbeeldingen zelf.
De gedragingen van het meisje op de afbeeldingen passen bij haar leeftijd. De afbeeldingen zijn niet opgenomen in een onnatuurlijke context maar in een voor het meisje normale huiselijke en vertrouwde omgeving, waarin zij zich op een natuurlijke wijze gedraagt en aankleedt. Daarbij is het gangbaar dat iemand kortstondig geheel of gedeeltelijk is ontkleed. Er is geen sprake van poseren of doen poseren en uit niets volgt dat de verdachte invloed heeft uitgeoefend op de gedragingen van het meisje. Evenmin is sprake van een uitdagende of onnatuurlijke houding van het meisje. Het camerastandpunt is verder niet zodanig dat de nadruk ligt op het in beeld brengen van geslachtsdelen.
De afbeeldingen op zichzelf noch in onderlinge samenhang bezien strekken dus niet onmiskenbaar tot het opwekken van seksuele prikkeling.
Anders dan de officier van justitie stelt, wegen bij die beoordeling niet mee dat de verdachte een pedofiele geaardheid heeft en/of dat de afbeeldingen op hem een mogelijke effect hebben. Evenmin is relevant dat de afbeeldingen in een map die de verdachte naar eigen zeggen voor kinderporno gebruikte, zijn gevonden. Als deze subjectieve factoren wel een rol zouden spelen bij de vraag of een afbeelding een seksuele gedraging bevat, zouden die de beantwoording vertroebelen. De beantwoording zou dan immers afhankelijk worden van de context van en rondom de afbeelding. De aard van de afbeelding zou dan door verandering van context van kleur kunnen verschieten wat uit het oogpunt van rechtszekerheid onwenselijk is.
Conclusie
De afbeeldingen bevatten geen seksuele gedragingen in de zin van artikel 240b Sr. De verdachte wordt daarom van het onder 2 ten laste gelegde vrijgesproken.
Feit 3
Standpunt van de verdediging
Aangevoerd is dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het onder het derde gedachtestreepje ten laste gelegde heimelijk foto’s maken van [naam slachtoffer 6] (geboren in 2007) en [naam slachtoffer 7] (geboren in 2009). De foto’s betreffen opnamen van personen die zich bevonden op een direct aan de weg gelegen oprit die vanaf de weg voor een ieder duidelijk zichtbaar was. Dat is geen plaats waar men zich onbespied acht. Van een aantasting van de persoonlijke levenssfeer die artikel 139f Sr beoogt strafbaar te stellen was daarom geen sprake.
Beoordeling
Een oprit bij een woning kan worden aangemerkt als een niet voor het publiek toegankelijke plaats. Dit volgt ook uit de Memorie van Toelichting op het wetsartikel in zijn huidige vorm (Kamerstukken II 2000/01, 27732, 3). Daarin is expliciet opgemerkt dat de voorgestelde wetswijziging beoogde ook plaatsen als een vanaf de weg zichtbare tuin, waar men zich dus niet onbespied kon wanen, onder het begrip ‘niet voor het publiek toegankelijke plaats’ te scharen.
Conclusie
Het verweer wordt verworpen.
Bewezenverklaring
De rechtbank vindt dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, en vindt met de officier van justitie bewezen dat:
Feit 1
hij in de periode van 18 mei 2014 tot en met 9 juli 2019 in Nederland afbeeldingen, foto’s, video’s en gegevensdragers bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
  • het met een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
  • het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het houden van een penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Feit 3
hij in de periode van 1 juni 2015 tot en met 9 juli 2019 te Haaksbergen en Winterswijk
gebruik makende van een mobiele telefoon of een fotocamera waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk
  • van [naam slachtoffer 2] . (geboren in 2009) en [naam slachtoffer 3] (geboren in 2008) en [naam slachtoffer 4] (geboren in 2006) en [naam slachtoffer 5] (geboren in 2008), aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk in de tuin van en/of in een woning en
  • van [naam slachtoffer 6] (geboren in 2007) en [naam slachtoffer 7] (geboren in (2009), aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk de oprit behorend bij de woning van die [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 7] en
  • van [naam slachtoffer 8] (geboren in 2016) en [naam slachtoffer 1] . (geboren in 2014)), aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk in een woning te Winterswijk meerdere afbeeldingen heeft vervaardigd en hierover tot 1 maart 2019 de beschikking heeft gehad.
Bewijsmotivering
De bewezenverklaring en de bewijsoverwegingen zijn gegrond op de in hoofdstuk 3 opgenomen - inhoud van de - bewijsmiddelen. Voor feit 1 is alleen een opgave gedaan van de bewijsmiddelen. Met deze opgave wordt volstaan, omdat de verdachte het daar bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit.

Hoofdstuk 3: Bewijsmiddelen

Feit 1
De verklaring van de verdachte op de zitting
Onderzoek van de politie [1]
3.
Onderzoeken van de politie [2]
Feit 3
1.
De verklaring van de verdachte op de zitting
Met mijn mobiele telefoon en met een fotocamera heb ik stiekem foto’s gemaakt van kinderen die woonden in de buurt van mijn woning aan de [adres verdachte] te Haaksbergen. Ook in een woning in Winterswijk heb ik foto’s gemaakt van kinderen die zich daar bevonden en dat niet wisten.
2.
Onderzoek van de politie [3]
Op 9 juli 2019 is in de woning van verdachte [naam verdachte] , gelegen aan de [adres verdachte] te [woonplaats verdachte] . Onderstaand zijn de digitale gegevensdragers opgesomd die door ons zijn veiliggesteld:
IBN-Code: [nummer 3]
Omschrijving: Mobiele telefoon
Merk. Model: Samsung/ [nummer 4]
IBN-Code: [nummer 1]
Omschrijving: Harde schijf in Lenovo ideapad laptop (D-schijf)
Merk/ Model: Seagate / [nummer 5]
4.
Onderzoek van de politie [4]
Op 9 juli 2019 werd door mij een onderzoek ingesteld in de gegevens van de in beslag genomen gegevensdrager voorzien van beslagcode [nummer 1] . De inhoud van de mappen ‘ [mapnaam 1] ’ , ‘ [mapnaam 2] …’ en ‘ [mapnaam 3] ….’. bestond onder andere uit afbeeldingen minderjarigen die in Haaksbergen en Winterswijk zijn vervaardigd.
5.
Onderzoek van de politie [5]
Ik zie dat u mij foto’s toont die zijn gemaakt door [naam verdachte] . Ik herken op de foto's mijn dochter [naam slachtoffer 2] . en zoon [naam slachtoffer 3] . in Haaksbergen. [naam slachtoffer 2] . is geboren in 2009. en [naam slachtoffer 3] is geboren in 2008. Ik herken ook mijn achtertuin in Haaksbergen. Dat de foto’s zijn gemaakt op 29 juli 2016 om 16.11 uur zou wel kunnen, dat zie ik aan de leeftijd van de kinderen.
6.
Onderzoek van de politie [6]
U heeft mij de foto’s getoond gemaakt door [naam verdachte] . Ik schat dat het zo’n 4 jaar geleden is dat deze foto’s zijn genomen. Na het zien van de foto’s, doe ik aangifte van heimelijk filmen van mijn dochters; [naam slachtoffer 4] geboren in 2006 en [naam slachtoffer 5] geboren in 2008. Op de foto's die ik gevonden heb en waarop zowel [naam slachtoffer 4] . en [naam slachtoffer 5] . dezelfde bikini aan hebben als op de foto’s staat de datum 3 juli 2015. Op de vakantiefoto’s uit 2016 zie ik dat [naam slachtoffer 4] . en [naam slachtoffer 5] andere badkleding hebben dan op de foto's in onze tuin in Haaksbergen.
7.
Onderzoek van de politie [7]
Op de foto’s die u mij toont die door [naam verdachte] zijn gemaakt zie ik mijn twee kinderen die op onze oprit in onze auto kijken op de [adres 1] . Ik herken mijn kinderen en de auto. Ik herken mijn dochter, zij heet [naam slachtoffer 6] en mijn zoon [naam slachtoffer 7] op de foto. Ik denk dat de foto vorig jaar zomer (2018) gemaakt is.
8.
Onderzoek van de politie [8]
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat de oprit op foto 6 behoort tot de woning gelegen aan de [adres 1] . Volgens de Basisregistratie personen (Brp) staan op dat adres de volgende minderjarigen ingeschreven:
[naam slachtoffer 6] . geboren in 2007
[naam slachtoffer 7] . geboren in 2009
9.
Onderzoek van de politie [9]
U zegt mij dat tijdens het strafrechtelijk onderzoek tegen [naam verdachte] er op zijn computer foto's aangetroffen van mijn zoon [naam slachtoffer 8] geboren in 2016 en dochter [naam slachtoffer 1] . geboren in 2014. Ik herken mijn beide kinderen [naam slachtoffer 8] en [naam slachtoffer 1] . Beide zijn zich aan het omkleden. Ook zie ik op de foto's dat deze zijn gemaakt in de woning van mijn ouders, adres [adres 2] . U vertelt mij dat de foto's vermoedelijk zijn gemaakt op 8 december 2018 tussen 19.01 uur en 19.06 uur. Ik kan u over die datum het volgende vertellen: Ik was samen met mijn vrouw naar een broers-/zussendag. Mijn ouders hebben toen op mijn kinderen gepast.

Hoofdstuk 4: Kwalificatie en strafbaarheid

Kwalificatie

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Feit 3
gebruikmakende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet
op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een
persoon, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke
plaats, een afbeelding vervaardigen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van het feit en strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten of de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De feiten en de verdachte zijn dus strafbaar.

Hoofdstuk 5: Motivering van de straf

Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft gedurende een periode van enkele jaren op internet kinderporno gezocht, gevonden en vervolgens bewaard op zijn computer. Daarbij lag in kwantitatieve zin de nadruk op het jaar van zijn aanhouding. Het gaat om een enorm aantal kinderpornoplaatjes en films die de verdachte op die manier heeft verkregen en opgeslagen, te weten 519.749 foto's en 3.457 films. De verdachte is actief op zoek gegaan naar kinderpornografische afbeeldingen op het internet, waarbij hij onder meer gebruik heeft gemaakt van het Darkweb. De door hem gedownloade kinderpornografische afbeeldingen heeft de verdachte op zijn laptop opgeslagen in een zorgvuldig door hem gerubriceerd mappenbestand met niet mis te verstane namen en de bestanden heeft hij versleuteld. De wijze van opslaan, versleutelen en rubriceren alleen al verraadt de hoeveelheid tijd die de verdachte aan het kinderpornografisch materiaal heeft besteed. Zelf heeft de verdachte gezegd dat hij meerdere avonden per week besteedde aan het bekijken en ordenen van het materiaal.
Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk dat naast de personen die kinderporno vervaardigen ook degenen die kinderporno verwerven en in bezit hebben worden bestraft. Zolang er belangstelling is voor het bekijken en downloaden van kinderporno blijft ook het vervaardigen ervan in stand. De kinderen in verdachtes collectie hebben hiervoor pijn, angst en vernedering moeten doorstaan en zijn hierdoor waarschijnlijk getekend voor het leven. Van deze kinderen is een wezenlijk gedeelte van de privacy voorgoed geschaad; beelden die eenmaal op internet staan kunnen in tijd en naar plaats nagenoeg onbeperkt verder worden verspreid.
De verdachte is, hoewel hij zegt zich bewust te zijn geweest van de strafwaardigheid van zijn gedrag, toch doorgegaan met het downloaden van deze afbeeldingen. Hij is daarmee niet op eigen initiatief gestopt, maar pas nadat de politie ingreep. De rechtbank kan niet anders concluderen dan dat de verdachte zich uitsluitend heeft laten leiden door zijn eigen behoeftebevrediging zonder rekening te houden met de bovengenoemde schadelijke gevolgen voor de betrokken kinderen.
Daarnaast heeft de verdachte in het geheim filmopnames gemaakt van buurkinderen en een nichtje van zijn vriendin. De impact die dit teweeg heeft gebracht is enorm. Dit is niet alleen veroorzaakt door het feit zelf dat al uiterst vervelend is, maar wordt met name veroorzaakt door de context van kinderporno rondom de verdachte. Een context die de verdachte zelf heeft veroorzaakt en waarvoor hij verantwoordelijk is.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft gekeken naar een uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 mei 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
De deskundigen over de verdachte
-
De psychiater in de rapporten
Psychiater dr. B.A. Blansjaar heeft twee rapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd 20 december 2019 en 22 februari 2020. Deze rapporten houden onder meer het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van ziekelijke stoornissen van de geestvermogens
in de vorm van pedofilie en een persisterende depressieve stoornis. De verdachte heeft daarnaast ook lichte, duurzame beperkingen in de sociale communicatie en interactie, echter niet zodanig ernstig of uitgebreid dat een diagnose van een autismespectrumstoornis kan worden gesteld. Zijn wat egocentrische beleving en inflexibiliteit zijn voor zover te beoordelen geen uitingen van een persoonlijkheidsstoornis.
Van deze stoornissen was ook sprake ten tijde van het ten laste gelegde. Door zijn reactieve, chronisch recidiverende depressieve klachten en licht communicatief en sociaal disfunctioneren was de verdachte beperkt in zijn vermogen met die met lijdensdruk gepaard gaande pedofiele geaardheid om te gaan. Geadviseerd wordt om de verdachte het ten laste gelegde, voor zover bewezen, in licht verminderde mate toe te rekenen.
De kans op recidive wordt - gezien de lijdensdruk bij de verdachte en rekening houdend met zijn leeftijd, zijn voorgeschiedenis, zijn blanco strafblad, zijn communicatieve en sociale beperkingen, met name voor wat betreft relatievorming, invoelingsvermogen en oplossingsvaardigheden, - als matig verhoogd door de psychiater ingeschat. Zowel uit het oogpunt van recidivepreventie als uit zorgoogpunt is behandeling aangewezen.
Geadviseerd wordt het recidivegevaar te beperken door een klinische behandeling van de verdachte in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) in het kader van bijzondere
voorwaarden bij een deels voorwaardelijke straf, onder toezicht van de reclassering dan wel een kortdurende klinische behandeling voor zedendelinquenten bij de Van der Hoeven-kliniek met aansluitende ambulante behandeling, wanneer de verdachte onder toezicht van de reclassering een adequaat resocialisatietraject geboden kan worden. Klinische behandeling in een FPK heeft echter de voorkeur. Terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt niet noodzakelijk geacht, gelet op de motivatie van de verdachte en het lage risico op
hands-onpedoseksuele delicten.
-
De psychiater op de zitting
De psychiater heeft op de zitting gezegd dat het door hem geadviseerde klinische traject enkele maanden zou moeten duren, maar dat daarna aandacht dient te zijn voor een ambulant traject, zodanig dat de verdachte zicht wordt geboden op resocialisatie en verbetering van zijn persoonlijke omstandigheden.
-
De psycholoog in de rapporten
Ook psycholoog drs. J.P.M. van der Leeuw heeft twee rapporten over de verdachte opgemaakt gedateerd 8 januari 2020 en 13 maart 2020. Deze rapporten houden onder meer het volgende in.
De door de psychiater gestelde diagnose wordt door de psycholoog onderschreven in die zin dat ook de psycholoog komt tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type. Daarnaast is de psycholoog van mening dat de verdachte een onderliggende andere ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis heeft met ontwijkende en afhankelijke trekken. De testpsychologische bevindingen wijzen op sociaal onvermogen, enige mate van introversie en egocentrisme maar er zijn nauwelijks aanwijzingen voor een autistiforme stoornis. De verzamelde informatie wijst op sociaal ongemak en problemen in de sociale wederzijdsheid, op een deels opgesloten zijn in een eigen belevingswereld, op sociaal- emotionele onrijpheid, op een rationaliserende wijze van in het leven staan en op passiefafhankelijke trekken. Voor een depressie in engere zin ziet de psycholoog geen aanwijzingen.
De stoornissen waren ook ten tijde van het ten laste gelegde bij de verdachte aanwezig en hebben zijn gedragskeuzes en gedragingen beïnvloed. Ook de psycholoog adviseert om de verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen.
Hij schat de kans op herhaling hoog in gelet op de persoonsfactoren die nog onverminderd aanwezig zijn. Het advies van de psycholoog sluit aan bij het advies van de psychiater in die zin dat ook de psycholoog de rechtbank in overweging geeft om de verdachte binnen het kader van een bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf te laten behandelen in een FPK.
-
De psycholoog op de zitting
De psycholoog heeft op de zitting met betrekking tot de duur van de geadviseerde behandeling verklaard dat in zijn ogen gedacht moet worden aan een klinische behandeling van tussen de 18 en 24 maanden, met een aansluitende ambulante behandeling en dat in
de plaats daarvan ook gedacht zou kunnen worden aan een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
-
De reclassering
Reclassering Nederland heeft twee rapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd 27 februari 2020 en 26 maart 2020. De rapporten houden onder meer in dat de pedofiele seksuele voorkeur van de verdachte in combinatie met zijn gebrekkige sociale vaardigheden, met name het gebrek aan invoelingsvermogen en oplossingsvaardigheden, ertoe leidden dat hij geen weerstand kon bieden aan zijn drang om kinderpornografisch materiaal te verzamelen en te bekijken.
Het door de deskundigen neergelegde strafadvies om de verdachte in het kader van een deels voorwaardelijke straf voor zijn problematiek te laten behandelen in een klinische setting wordt door de reclassering onderschreven. De reclassering ziet daarnaast meerwaarde in een aansluitend ambulant traject en ziet in dat kader aanleiding om aan het voorwaardelijke strafdeel de volgende bijzondere voorwaarden te verbinden:
  • reclasseringscontact met een meldplicht;
  • de opname van de verdachte in een forensisch psychiatrische kliniek;
  • het vermijden van contact met minderjarigen;
  • het vermijden van kinderporno;
  • medewerking aan een convenant informatie-uitwisseling reclassering - politie;
  • een verbod om een Tor-browser te gebruiken en zich op zijn computer of telefoon te begeven op het Darkweb en zijn internetgedrag niet te verbergen middels een VPN of middels het gebruik van CC Cleaner.
Gelet op de voorgestelde behandeldoelen wordt in overweging gegeven om aan het voorwaardelijk deel een proeftijd van drie jaar te verbinden, een GVM-maatregel op te leggen en om de dadelijke uitvoerbaarheid van de te stellen voorwaarden en het uit te voeren reclasseringstoezicht te bevelen.
Met al deze rapporten en adviezen is in dit vonnis rekening gehouden en de conclusies zoals die hieronder worden aangehaald zijn door de rechtbank overgenomen.
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie acht de verdachte in lichte mate verminderd toerekeningsvatbaar. Zij eist een gevangenisstraf van drie jaar waarvan een jaar voorwaardelijk met aftrek van voorarrest en oplegging van de GVM-maatregel. Langdurig toezicht is volgens de officier van justitie noodzakelijk omdat de verdachte geen totale openheid van zaken heeft gegeven. Wat de verdachte echt beweegt zal hierdoor onduidelijk blijven en daardoor niet juist onderkend en behandeld kunnen worden waardoor de samenleving onvoldoende zal worden beschermd. Ook acht de officier van justitie een proeftijd van vijf jaar noodzakelijk gelet op het feit dat de deskundigen een klinische opname adviseren van één jaar waardoor de tijd die resteert voor de proeftijd te kort wordt.
De verdediging heeft allereerst verzocht het onvoorwaardelijke gedeelte van een op te leggen gevangenisstraf niet langer te laten zijn dan de duur van de voorlopige hechtenis. Het is van het grootste belang dat de verdachte zo snel mogelijk behandeling krijgt waarvoor hij gemotiveerd is en de noodzaak van inziet. Voorts verzoekt de verdediging de door de officier van justitie gevorderde klinische opname niet aan de verdachte op te leggen maar te volstaan met een poliklinische behandeling bij De Tender van Transfore. De verdediging verzoekt de rechtbank tot slot de GVM-maatregel niet op te leggen omdat deze maatregel alleen is aangewezen in uitzonderlijke situaties die een dergelijk vergaand justitieel ingrijpen rechtvaardigen. Daarvan is echter geen sprake.
Het oordeel van de rechtbank over de op te leggen straf
-
Gevangenisstraf als vergelding
Gezien de ernst van de feiten moet een onvoorwaardelijke gevangenisstraf deel uitmaken van de straf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, is acht geslagen op de verminderde toerekenbaarheid en is ook gekeken naar de oriëntatiepunten straftoemeting. Uit oogpunt van vergelding is de tijd dat de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht een indicator voor dat onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf.
-
Naast straf is ook behandeling noodzakelijk
Omdat de deskundigen en de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk achten, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel is nodig om de oplegging van die bijzondere voorwaarden mogelijk te maken, maar ook om de verdachte er in de toekomst van te weerhouden zich opnieuw met het downloaden en het voorhanden hebben van kinderporno en het filmen van minderjarigen bezig te houden.
Gelet op de pedofiele geaardheid van de verdachte en de gesignaleerde problematische persoonsfactoren van de verdachte die nog onverminderd aanwezig zijn, is een klinische behandeling noodzakelijk om het reële gevaar voor herhaling voldoende te kunnen inperken. De verdachte heeft zich immers, ondanks dat hij een lijdensdruk ervoer met betrekking tot zijn pedofiele geaardheid en zich bewust was van de strafwaardigheid van zijn handelen, gedurende een substantiële periode intensief met kinderporno beziggehouden en is al in 2015 begonnen met het heimelijk filmen van minderjarigen.
De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de verdachte de door psycholoog ter zitting in overweging gegeven terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen. Belangrijke reden daarvoor is dat beide deskundigen van mening zijn dat de kans dat de verdachte zich schuldig zal maken aan zogenoemde
hands-onpedofiele delicten klein inschatten. Het pas op de zitting gegeven - bijkomende - advies van de psycholoog wordt door de psychiater ook niet onderschreven.
Met de door de verdediging geopperde ambulante behandeling kan het recidivegevaar onvoldoende worden gereduceerd.
Met betrekking tot de duur van de klinische opname is een periode van maximaal tien maanden passend. Die periode is naar het oordeel van de rechtbank voldoende om een passende vorm van behandeling voor de problematiek van de verdachte mogelijk te maken, maar ook aandacht te kunnen besteden aan de resocialisatie van de verdachte.
-
Contactverbod maar geen gebiedsverbod
Anders dan is geadviseerd, ziet de rechtbank geen aanleiding de verdachte een gebiedsverbod op te leggen. Gelet op de aard van het delict waarvoor het verbod wordt gevraagd (feit 3: het heimelijk maken van foto’s) en het gegeven dat de ouders van de verdachte ook in een van de gevraagde wijken wonen, acht de rechtbank deze maatregel te vergaand en ingrijpend. De rechtbank acht het wel van belang om de verdachte een contactverbod op te leggen met de in de tenlastelegging onder 3 genoemde minderjarigen en hun ouders. De verdachte dient dit contactverbod ook actief na te leven, in die zin dat als hij bijvoorbeeld één van de genoemde personen ziet, hij zich direct dient te verwijderen en een andere weg dient te kiezen.
-
Bijzondere voorwaarden
De overige voorwaarden zullen als door de reclassering geadviseerd aan de verdachte worden opgelegd. Aan de voorwaarden die betrekking hebben op het gebruik van computerprogramma’s als Tails, VPN en CC cleaner wordt toegevoegd ‘en soortgelijke programma’s’.
-
Dadelijke uitvoerbaarheid
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
De inzet van een adequate behandeling op een zo kort mogelijke termijn is met het oog op het inperken van het recidivegevaar gewenst. Immers, de verdachte is niet alleen gediagnosticeerd met pedofilie en bezat een grote hoeveelheid kinderporno, maar hij maakte zich ook al sinds 2015 schuldig aan het heimelijk fotograferen van minderjarigen. Naar het oordeel van de rechtbank kan zonder spoedige behandeling de kans dat de verdachte in de toekomst toch actief minderjarigen zal benaderen, niet worden uitgesloten.
-
Lange proeftijd maar geen GVM-maatregel
Gelet op de duur van de in te zetten vorm van behandeling en gelet op het belang om de verdachte ook gedurende langere tijd ertoe te bewegen om de op te leggen bijzondere voorwaarden na te leven, zal aan het voorwaardelijke strafdeel een proeftijd van drie jaar worden verbonden.
De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de verdachte een GVM-maatregel op te leggen, omdat de oplegging daarvan niet door de deskundigen is geadviseerd. Ook blijkt niet uit de rapporten van de deskundigen dat een langdurige behandeling noodzakelijk is of dat sprake is van een ongunstige behandelprognose en dat de kans op recidive groot is op grond waarvan een lang toezicht noodzakelijk is.
Conclusie
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 139f en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

Hoofdstuk 6: Beslissing ten aanzien van beslag

Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht om te gelasten dat de voorwerpen worden teruggegeven aan de verdachte. De daarop aanwezige kinderpornografische bestanden kunnen eenvoudig worden verwijderd. Subsidiair heeft de verdediging verzocht een kopie te verschaffen van de op de voorwerpen aanwezige bestanden die voor de verdachte van belang zijn.
Beoordeling
De rechtbank zal de onttrekking aan het verkeer gelasten van de Samsung zaktelefoon en van de Lenovo laptop. Met betrekking tot deze voorwerpen heeft de rechtbank vastgesteld dat daarmee de onder 1 en/of de onder 3 bewezenverklaarde strafbare feiten zijn begaan.
Omdat deze voorwerpen kinderpornografische afbeeldingen bevatten, zijn zij bovendien van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
De rechtbank ziet daarbij geen reden om te bepalen dat de gegevensdragers geschoond van daarop aanwezig strafbaar materiaal aan de verdachte moeten worden teruggegeven. De in beslag genomen gegevensdragers dienen namelijk elk als één geheel gezien te worden. De Nederlandse wetssystematiek biedt vooralsnog geen expliciete juridische grondslag om gegevens los te zien van de in beslag genomen gegevensdrager waarop zij zich bevinden.
Weliswaar kunnen er uitzonderingssituaties zijn, waarin de rechter rekening kan houden met (zwaarwegende) belangen van de verdachte bij het behoud van de legale bestanden die zich ook op de gegevensdrager bevinden. In zo’n uitzonderingssituatie zou kunnen worden bepaald dat de niet-strafbare gegevensbestanden in kopie aan de verdachte moet worden teruggegeven.
Deze uitzonderingssituatie doet zich in dit geval niet voor. De verdachte heeft namelijk nog niet aannemelijk gemaakt dat op de gegevensdragers duidelijk omschreven, legale gegevensbestanden staan die voor hem van zo groot belang zijn.
De rechtbank heeft wel kennis genomen van het aanbod van de officier van justitie in voetnoot 52 van het requisitoir en vertrouwt erop dat de verdediging en de officier van justitie hiervan alsnog gebruik zullen maken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht.

Hoofdstuk 7: Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 78 (achtenzeventig) weken;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
24 (vierentwintig) wekenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 (drie) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met minderjarigen, gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt. Als contacten met minderjarigen onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat hierbij volwassen derden aanwezig zijn;
de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal zich voor behandeling klinisch laten opnemen in een forensisch psychiatrische kliniek, en zal zich houden aan de aanwijzingen die door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling worden gegeven, gedurende maximaal tien maanden na ingang van de proeftijd, of zoveel korter als de (geneesheer-)directeur van die instelling verantwoord vindt;
de veroordeelde onthoudt zich van seksueel getint communiceren met minderjarigen, van gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en van gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarige wordt gecommuniceerd en werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens huisbezoek. De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
de veroordeelde werkt mee aan het convenant informatie-uitwisseling reclassering-politie;
de veroordeelde gebruikt op zijn computer of telefoon geen Tor Browser en maakt geen gebruik van het Darkweb;
de veroordeelde verbergt zijn internetgedrag niet middels een VPN of soortgelijke programma’s en maakt geen gebruik van de programma’s CC Cleaner, Tails of soortgelijke programma’s;
de veroordeelde zal gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact opnemen, zoeken of hebben met de in de tenlastelegging onder 3 genoemde minderjarigen en hun ouders, welke personen bij de veroordeelde genoegzaam bekend zijn;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan Reclassering Nederland de opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasserings-instelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
verklaart onttrokken aan het verkeer:
zaktelefoon Samsung;
Laptop Lenovo Idea pad;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. H.I. Kernkamp-Maathuis en J.C. Tijink, rechters,
in tegenwoordigheid van J.P. van der Wijden, griffier,
en uitgesproken op de zitting van deze rechtbank op 8 juli 2020.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De paginanummers die in deze en in de volgende voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken die zijn opgenomen in het proces-verbaal met naam ‘Zaak 26Willmar/LERDE19003 ZD-01’, tenzij anders wordt vermeld. In dit geval betreft dat pagina 113.
2.Pagina116 en verder; Pagina 120 en verder; Pagina 122 en verder; Pagina 33 en verder; Pagina 160 en verder; Pagina 122 en verder; Pagina 173 en verder; 199 en verder; Pagina 38 en verder; Pagina 216 en verder; Pagina 226 en verder.
3.Pagina 122 en verder.
4.De paginanummer die in deze en volgende voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken die zijn opgenomen in het proces-verbaal met naam ‘Zaak 26Willmar/LERDE19003 ZD02’, tenzij anders is vermeld. In dit geval betreft dat pagina 34 en verder.
5.Pagina 41 en verder.
6.Pagina 45 en verder.
7.Pagina 55 en verder.
8.Pagina 9.
9.Pagina 87 en verder.