ECLI:NL:RBROT:2020:5963

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 juli 2020
Publicatiedatum
9 juli 2020
Zaaknummer
8245893 \ CV EXPL 19-55058
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van reissom na faillissement van reisorganisatie en toepassing van garantieregeling

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.F. Elbers, een vordering ingesteld tegen de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) na het faillissement van de reisorganisatie TravelBird. Eiseres had in september 2018 een reisovereenkomst gesloten met TravelBird voor een rondreis door Amerika, waarvoor zij een aanbetaling en een restantbetaling had gedaan. Na het aanvragen van surseance van betaling door TravelBird op 31 oktober 2018, heeft SGR op haar website gecommuniceerd dat zij de verplichtingen van TravelBird zou overnemen voor reizigers met geldige vliegtickets. Eiseres was echter van mening dat zij geen geldige vliegtickets had ontvangen en heeft daarom een nieuwe reis geboekt. Eiseres vordert nu de terugbetaling van de reissom van € 5.582,50, evenals buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. SGR betwist de vordering en stelt dat eiseres op 31 oktober 2018 wel degelijk over geldige vliegtickets beschikte. De kantonrechter heeft SGR toegelaten tot bewijslevering van deze stelling, waarbij de verdere beslissing is aangehouden. De zaak draait om de vraag of eiseres recht heeft op terugbetaling op basis van de garantieregeling van SGR, gezien de omstandigheden rondom de communicatie van TravelBird en SGR.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8245893 \ CV EXPL 19-55058
uitspraak: 3 juli 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiseres],
woonplaats: [woonplaats eiseres] ,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 23 december 2019,
gemachtigde: mr. A.F. Elbers namens ARAG SE Rechtsbijstand te Rotterdam,
tegen
de stichting
Stichting Garantiefonds Reisgelden
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. C.M.W. van den Dungen te ’s-Hertogenbosch.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiseres] ’ respectievelijk ‘SGR’.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 23 december 2019, met producties 1 tot en met 7;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 6;
  • de conclusie van repliek, met producties 8 tot en met 12 [de producties worden doorgenummerd];
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
SGR is in december 1982 opgericht als een van de reisbranche en van brancheverenigingen onafhankelijke stichting. SGR neemt het consumentenrisico over dat zolang de reis niet is genoten, bij insolventie van de reisorganisatie het vooruitbetaalde reisgeld verloren gaat.
2.2.
[eiseres] heeft in september 2018 een reisovereenkomst gesloten met de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TravelBird B.V. (hierna: TravelBird). Het betreft een rondreis door Amerika van 17 november 2018 tot en met 6 december 2018 voor vier personen (hierna: de reis) tegen een bedrag van € 5.582,50 (hierna: de reissom).
2.3.
TravelBird is deelnemer van SGR. Op de in 2.2 genoemde overeenkomst zijn de garantievoorwaarden van SGR (hierna: de garantieregeling) van toepassing. Deze garantieregeling luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)
Uitkeringen
Artikel 3
(…)
4. Voor uitkering komt in aanmerking de consument die een pakketreisovereenkomst, gekoppeld reisarrangement, overeenkomst van vervoer of overeenkomst van verblijf heeft gesloten met een deelnemer of door bemiddeling van een deelnemer en heeft betaald aan de deelnemer en tevens in het bezit is van een boekingsbevestiging en factuur en het daarop betrekking hebbende betalingsbewijs.
(…)
8. Uitkeringen zullen worden gedaan in de volgende gevallen:
a. Een deelnemer is wegens financieel onvermogen in gebreke te presteren indien en voor zover een andere handelaar niet jegens de consument tot nakoming verplicht is;
(…)
Vervangende reis
Artikel 5
1. SGR behoudt zich het recht voor in voorkomende gevallen in plaats van terugbetaling van betaalde reissommen, vervoer- en verblijfsgelden, de uitvoering van de overeenkomst zelf ter hand te nemen, in welk geval de met de handelaar overeengekomen voorwaarden van toepassing zullen blijven.
(…)”
2.4.
Op 4 oktober 2018 heeft TravelBird [eiseres] per e-mail het volgende bericht:
“(…)
Je hebt nog 2 dagen om je betaling te voltooien; als je dit niet doet, wordt je boeking helaas geannuleerd op basis van onze Algemene voorwaarden.
aanbetaling € 1.894,90
Betaald
Betalingsherinnering 1 € 3.687,90
Betaal voor 6 oktober, 2018
(…)”
2.5.
Per e-mail van 6 oktober 2018 heeft TravelBird [eiseres] een boekings-bevestiging gestuurd. Deze bevestiging luidt als volgt:
“(…)
Bedankt voor het boeken met TravelBird.
We hebben je betaling en gegevens succesvol ontvangen.
(…)
Je ontvangt van ons een e-mail wanneer details van je reis worden toegevoegd of aangepast. Alle details van je reis zijn ten minste 5 dagen voor je vertrek beschikbaar.
(…)”
2.6.
TravelBird heeft op 31 oktober 2018 surseance van betaling aangevraagd.
2.7.
SGR heeft eveneens op 31 oktober 2018 op haar website algemene mededelingen geplaatst die, voor zover van belang, als volgt luiden:
“(…)
U moet binnenkort op reis en u heeft geldige vliegtickets ontvangen:
Voor deze reizen – met een vertrekdatum tot en met 9 november 2018 – neemt SGR de verplichtingen over van TravelBird. Betrokken reizigers ontvangen een e-mail op het aan TravelBird opgegeven
e-mailadres.
(…)
Voor vertrekdata na 9 november 2018 volgt nadere info. Betrokken reizigers ontvangen een e-mail op het aan TravelBird opgegeven e-mailadres.
U moet binnenkort op reis en heeftgeengeldige vliegtickets ontvangen:
Uw reis gaat niet door.
U ontvangt binnenkort een e-mail op het aan TravelBird opgegeven e-mailadres met instructies hoe u een claim bij SGR kunt indienen.
Op
www.sgr.nl/schade-claimenzal die instructie ook worden gepubliceerd.”
2.8.
[eiseres] heeft op 2 november 2018 bij een andere reisorganisatie dan TravelBird een rondreis door Amerika geboekt van 18 november 2018 tot en met 3 december 2018 (hierna: de nieuwe reis).
2.9.
TravelBird is op 7 november 2018 failliet verklaard.
2.10.
Per e-mail van 9 november 2018 heeft SGR [eiseres] het volgende, voor zover van belang, bericht:
“(…)
SGR heeft in de afgelopen dagen onderzocht of het mogelijk is de door u bij TravelBird geboekte reis alsnog uit te voeren. Wij zijn blij u te kunnen vertellen dat dit gelukt is.
SGR garandeert dat uw reis kan worden uitgevoerd. Wij hebben TUI Nederland gevraagd om invulling te geven aan die uitvoering.
Het vliegticket dat voor u beschikbaar is in uw TravelBird-Account (“Jouw Reizen”), kunt u gewoon gebruiken.
(…)”
2.11.
[eiseres] heeft SGR per e-mail van 12 november 2018 voor zover thans van belang bericht dat zij naar aanleiding van berichtgeving op internet in de veronderstelling was dat de reis niet door zou gaan en dat zij daarom andere maatregelen heeft genomen. Zij heeft SGR verzocht de gehele reissom terug te storten.
2.12.
De werkwijze van SGR inzake het faillissement van TravelBird is vastgelegd in het document “Scenario’s & process description TravelBird bookings” van 12 november 2018. Dit document luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)
Travel documents
(…)
3. Transfer and leisure bookings/document
(…)
c. All travel documents are usually uploaded in cms, so they show in travellers’ Your Trips account. However, when the booking is partially paid, the normal flow is that travelers are able to see their documents when the complete payment is done. When that is done, send the travel documents for those travelers via email.
(…)”
2.13.
Per e-mail van 14 december 2018 heeft SGR [eiseres] medegedeeld dat de reis geannuleerd kan worden door een e-mail te sturen naar
cancel@sgr.nlen dat een terugvraag van de gemaakte reissom gedaan kan worden door een schadeclaim in te dienen op de website van SGR.
2.14.
In de periode van 23 januari 2019 tot en met 24 september 2019 hebben de (voormalig) gemachtigde van [eiseres] en SGR gecorrespondeerd over onder meer terugbetaling van de gehele reissom. SGR is daartoe niet bereid.

3..De vordering

3.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, SGR te veroordelen tot:
a. uitkering van de hoofdsom van € 5.582,50, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, binnen veertien dagen na dit vonnis;
b. betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 654,13, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag berekend aan de hand van de kantonrechtersstaffel over het door de kantonrechter toegewezen bedrag van de hoofdsom, binnen veertien dagen na dit vonnis;
c. de wettelijke rente over het sub a en b gevorderde vanaf december 2018 tot aan de dag van volledige betaling;
d. de kosten van deze procedure, waaronder begrepen een salaris voor de gemachtigde;
e. de nakosten, te begroten op een half salarispunt van het toegewezen salaris voor de gemachtigde met een maximum van € 100,00, met bepaling dat, indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, SGR daarover de wettelijke rente is verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Aan haar vorderingen heeft [eiseres] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat zij een beroep kan doen op de garantieregeling. Nadat TravelBird surseance van betaling had aangevraagd, kon [eiseres] uit de berichtgeving van TravelBird en SGR opmaken dat de reis niet door zou gaan omdat zij niet in het bezit was van digitale of fysieke vliegtickets. Zij mocht er daarom gerechtvaardigd vanuit gaan dat de reis geannuleerd was en dat SGR de reissom geheel zou restitueren. Voor zover [eiseres] dit niet had mogen opmaken uit de berichtgeving, kan in redelijkheid en billijkheid niet van haar verlangd worden tot slechts enkele dagen voor vertrek te wachten op een mededeling van SGR of de reis al dan niet zou doorgaan.

4..Het verweer

SGR heeft de vordering betwist en heeft daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd. SGR heeft op grond van artikel 5.1 van de garantieregeling het recht te beslissen of een reis alsnog wordt uitgevoerd of dat de reissom wordt terugbetaald. SGR heeft ervoor gekozen de bij TravelBird geboekte reizen waarvoor reeds een substantieel deel van de reissom betaald is, uit te voeren. Uit de door TravelBird aan SGR beschikbaar gestelde boekingsgegevens in het bronbestand blijkt dat [eiseres] de volledige reissom heeft betaald en dat zij op 31 oktober 2018 de beschikking had over geldige vliegtickets. Deze gegevens waren voor [eiseres] zichtbaar en toegankelijk in haar persoonlijke account van “My TravelBird”. Dat [eiseres] reeds een nieuwe reis geboekt had vanwege een onjuiste veronderstelling van zaken, komt voor rekening en risico van [eiseres] . In dit geval is niet de garantieregeling van toepassing, maar gelden de annuleringsbepalingen van TravelBird. SGR wil de e-mail van 12 november 2018 beschouwen als een annulering en 50% van de reissom restitueren. Tenslotte voert SGR aan dat de door [eiseres] gestelde buitengerechtelijke kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat die kosten zien op werkzaamheden ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak.

5..De beoordeling

5.1.
Vast staat dat [eiseres] en TravelBird in september 2018 een reisovereenkomst hebben gesloten en dat op die overeenkomst de garantieregeling van SGR van toepassing is. In geschil is of SGR gehouden is om op grond van die garantieregeling de gehele reissom aan [eiseres] terug te betalen.
5.2.
Voor de beantwoording van deze vraag is, gelet op het onder 2.7 bedoelde bericht van 31 oktober 2018 van SGR op haar website, bepalend of [eiseres] op die datum, naar SGR heeft gesteld maar [eiseres] heeft bestreden, reeds geldige vliegtickets had ontvangen. Immers, indien dat niet het geval was, heeft [eiseres] uit dat bericht naar het oordeel van de kantonrechter mogen begrijpen dat haar reis (definitief) niet zou doorgaan.
5.3.
Vooropgesteld wordt dat [eiseres] bij de boeking van de reis een aanbetaling heeft gedaan en dat zij op 6 oktober 2018 het resterende bedrag heeft voldaan. In de boekingsbevestiging van 6 oktober 2018 staat vermeld dat [eiseres] een e-mail ontvangt wanneer details van de reis worden toegevoegd of aangepast door TravelBird en dat alle details van de reis tenminste vijf dagen voor vertrek beschikbaar zijn. De kantonrechter begrijpt dat hiermee wordt gedoeld op details in het My TravelBird-account van [eiseres] (hierna: My TravelBird) en dat partijen dit ook zo hebben begrepen. Uit de boekingsbevestiging volgt niet dat reeds op dat moment geldige vliegtickets beschikbaar waren in My TravelBird. Uit de door [eiseres] overgelegde stukken blijkt dat TravelBird haar na de boeking een (separaat) bericht heeft gestuurd over een wijziging in het reisschema en over toezending van vouchers voor een diner en de autohuur. [eiseres] stelt dat zij van TravelBird geen bericht heeft ontvangen dat de vliegtickets zichtbaar waren in My TravelBird en dat de vliegtickets ook niet per e-mail zijn toegestuurd, zodat zij op 31 oktober 2018 in de veronderstelling was dat zij geen geldige vliegtickets had. Dat [eiseres] daar vanuit is gegaan, blijkt ook uit het feit dat zij naar aanleiding van het bericht van SGR op 31 oktober 2018 dat reizen zonder geldige tickets niet doorgaan, op 2 november 2018 een nieuwe reis heeft geboekt naar Amerika voor nagenoeg dezelfde periode.
5.4.
De kantonrechter overweegt dat hoewel uit de door SGR overgelegde stukken kan worden afgeleid dat reizigers bij boekingen met volledige betaling direct alle reisdocumenten konden inzien in hun TravelBird-account, uit deze stukken ook volgt dat bij boekingen met gedeeltelijke betaling de reisdocumenten pas zichtbaar werden na betaling van het restant en dat in dat geval na die restantbetaling de reisdocumenten per e-mail aan de reizigers werden gestuurd. Dit betekent dat, nu vast staat dat [eiseres] een aanbetaling en vervolgens een restantbetaling heeft gedaan, zij de reisdocumenten van TravelBird per e-mail zou ontvangen.
5.5.
Nu [eiseres] gemotiveerd heeft bestreden dat zij op 31 oktober 2018 de vliegtickets reeds van TravelBird per e-mail had ontvangen, dan wel door TravelBird was bericht dat haar vliegtickets beschikbaar waren op My TravelBird, is het hier op de voet van artikel 150 Rv aan SGR de juistheid van haar stelling te bewijzen. Zij heeft ook bewijs aangeboden en wordt dan ook tot bewijslevering toegelaten zoals hierna vermeld.
5.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6..De beslissing

De kantonrechter:
laat SGR toe tot het leveren van bewijs van de stelling dat [eiseres] op 31 oktober 2018 over geldige vliegtickets beschikte, omdat zij voor of op 31 oktober 2018 van TravelBird per e-mail tickets had ontvangen, dan wel bericht had ontvangen dat de tickets zichtbaar en toegankelijk waren in My TravelBird;
bepaalt dat:
  • SGR zich ter rolzitting van
  • indien zij dat wil doen door schriftelijke bewijsstukken, zij die dan dadelijk bij die akte in het geding moet brengen;
  • indien zij getuigen wenst voor te brengen, zij in die akte opgave moet doen van naam en woonplaats van de door haar voor te brengen getuigen alsook van de verhinderdata van beide partijen en de getuigen voor de daaropvolgende vier maanden;
  • SGR te zijner tijd zelf zorg draagt voor behoorlijke oproeping van de getuigen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
46009