ECLI:NL:RBROT:2020:5818

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 juni 2020
Publicatiedatum
3 juli 2020
Zaaknummer
C/10/599186 / FA RK 20-4651
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 30 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 28 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij de rechtbank op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling tot de conclusie kwam dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene. Betrokkene, die lijdt aan een depressieve stoornis, ADHD, PTSS, Anorexia en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling, had recentelijk een ernstige suïcidepoging gedaan en vertoonde suïcidale gedachten. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De rechtbank achtte de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk en evenredig, en bepaalde dat de maatregelen zoals opgenomen in de beschikking konden worden getroffen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter N. Doorduijn en schriftelijk uitgewerkt op 3 juli 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/599186 / FA RK 20-4651
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 30 juni 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats berokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie Boerhaavelaan te Barendrecht,
advocaat mr. E.J.L. Mulderink te Breda.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 juni 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 28 juni 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 28 juni 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 28 juni 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 juni 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen per beeldbellen gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
 de ouders van betrokkene;
 [naam psychiater 2] , psychiater en [naam arts] , arts, beiden verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het aanzienlijk risico dat betrokkene zichzelf van het leven zal beroven dan wel ernstig lichamelijk letsel of psychische schade zal toebrengen. Betrokkene is bekend met een depressieve stoornis, ADHD, PTSS, Anorexia en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Wanneer er een situatie is waar betrokkene angstig en gespannen door wordt, uit zij zich suïcidaal. Dit komt voort uit wanhoop en onvermogen. Betrokkene kan niet op een andere manier met deze gevoelens omgaan. Betrokkene heeft recentelijk een zeer ernstige suïcidepoging gedaan waardoor zij somatisch is opgenomen en aan de hartbewaking heeft gelegen. Ze vertelt dat ze het jammer vindt dat deze suïcidepoging niet gelukt is. Tijdens de mondelinge behandeling vertelt betrokkene dat ze graag naar huis wil om suïcide te kunnen plegen. De behandelaren vertellen dat er op dit moment bij betrokkene hoog oplopende spanningen zijn in verband met een gynaecologisch onderzoek wat is gedaan. In afwachting van de uitslag van dit onderzoek ervaart betrokkene veel angst. De uitslag van dit onderzoek zal nog twee weken op zich laten wachten. Tot die tijd is beveiliging van betrokkene noodzakelijk om suïcide te voorkomen.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een depressieve stoornis.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4., eerste alinea, kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 juli 2020.
Deze beschikking is op 30 juni 2020 mondeling gegeven door mr. N. Doorduijn, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 3 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.