Op 30 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 28 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij de rechtbank op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling tot de conclusie kwam dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene. Betrokkene, die lijdt aan een depressieve stoornis, ADHD, PTSS, Anorexia en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling, had recentelijk een ernstige suïcidepoging gedaan en vertoonde suïcidale gedachten. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De rechtbank achtte de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk en evenredig, en bepaalde dat de maatregelen zoals opgenomen in de beschikking konden worden getroffen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter N. Doorduijn en schriftelijk uitgewerkt op 3 juli 2020.