ECLI:NL:RBROT:2020:5817

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 juni 2020
Publicatiedatum
3 juli 2020
Zaaknummer
C/10/599183 / FA RK 20-4650
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 30 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en wonende op een onbekend adres, die thans verblijft in Antes GGZ te Rotterdam. De officier van justitie had op 29 juni 2020 een verzoekschrift ingediend voor de voortzetting van de op 28 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij diverse bijlagen waren gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond via beeldbellen vanwege de coronamaatregelen, zijn de betrokkene en haar advocaat, alsook een andere psychiater gehoord. De officier was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder het risico op zelfbeschadiging en ernstige verwaarlozing. De betrokkene vertoonde psychotisch gedrag en had eerder al een crisismaatregel gehad die niet was toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De betrokkene verzet zich tegen deze zorg, maar de rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die drie weken geldig is, en bepaalt dat de voorgestelde verplichte zorg kan worden toegepast. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter N. Doorduijn en schriftelijk uitgewerkt op 3 juli 2020. Tegen deze beschikking staat cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/599183 / FA RK 20-4650
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 30 juni 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes GGZ, locatie Bouman te Rotterdam,
advocaat mr. G.J. Schipper-de Bruijn te Spijkenisse.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 juni 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 28 juni 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 28 juni 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 28 juni 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 juni 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen per beeldbellen gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
 [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Antes GGZ.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het aanzienlijk risico dat betrokkene zichzelf iets aan zal doen en daarmee lichamelijk letsel dan wel psychische schade zal veroorzaken. Daarnaast bestaat er risico op ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en financiële schade en bestaat er gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Betrokkene is al een aantal maanden heteroanamnestisch psychotisch, vermoedelijk na het innemen van vijftien tanks lachgas. Betrokkene is op eigen initiatief met 150 kilometer per uur naar de spoed eisende hulp van het Erasmus Medisch Centrum gereden. Daar bleek zij floride psychotisch te zijn. Ze weerde alle hulp af en was verbaal agressief. De situatie escaleerde dermate ernstig dat het noodzakelijk was om betrokkene te separeren. Gelet op het voorgaande is een crisismaatregel aangevraagd.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychose. Het is nog onduidelijk in welk kader de psychose is. Eerder dit jaar is een crisismaatregel aangevraagd vanwege een psychotisch beeld bij betrokkene. Dit beeld was echter snel in remmissie waardoor de crisismaatregel toen niet is toegewezen. Gedacht werd daarbij aan een drugspsychose. Hierna is echter erg snel wederom een psychotisch beeld ontstaan, waardoor het vermoeden bestaat dat er sprake is van een chronische psychose. Het is van belang voor betrokkene en haar omgeving om goed in kaart te brengen wat er aan de hand is.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4., eerste alinea, kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 juli 2020.
Deze beschikking is op 30 juni 2020 mondeling gegeven door mr. N. Doorduijn, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 3 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.