ECLI:NL:RBROT:2020:5816

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 juni 2020
Publicatiedatum
3 juli 2020
Zaaknummer
C/10/599202 / FA RK 20-4658
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 30 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en locatie, die momenteel verblijft in Antes GGZ te Poortugaal. De officier van justitie had op 29 juni 2020 een verzoekschrift ingediend voor de voortzetting van de op 27 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, met bijlagen waaronder een medische verklaring van een psychiater. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 juni 2020, die via beeldbellen plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn de betrokkene en haar advocaat, alsook een psychiater gehoord. De officier was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, met risico op ernstig lichamelijk letsel en een verstoorde ontwikkeling van haar kinderen. De betrokkene heeft een bipolaire I stoornis en vertoonde in de weken voorafgaand aan de opname onrust en agitatie. De psychiater gaf aan dat de toestand van de betrokkene enigszins gestabiliseerd was, maar dat een machtiging voor voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk was voor de duur van een week.

De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder medicatietoediening en beperking van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank wees andere door de officier verzochte vormen van zorg af, omdat deze niet voldoende gemotiveerd waren. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend, geldig tot en met 7 juli 2020. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter N. Doorduijn en schriftelijk uitgewerkt op 3 juli 2020. Tegen deze beschikking staat cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/599202 / FA RK 20-4658
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 30 juni 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes GGZ, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. I. Aardoom-Fuchs te Gouda.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 juni 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 27 juni 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 27 juni 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 27 juni 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 juni 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen met beeldbellen gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
 [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Antes GGZ.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel en het ontstaat van een verstoorde ontwikkeling bij de kinderen van betrokkene. Daarnaast bestaat er gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Betrokkene is bekend met een bipolaire I stoornis. De twee weken voorafgaand aan de huidige opname is er sprake van slecht slapen, onrust en oplopende agitatie in de thuissituatie. Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek geeft de psychiater aan dat het toestandsbeeld van betrokkene al ietwat gestabiliseerd is. Er is nog wel sprake van een geagiteerd beeld maar dit is niet zo heftig als in de medische verklaring wordt beschreven. Teneinde het toestandsbeeld verder te stabiliseren acht de psychiater toewijzing van onderhavige machtiging noodzakelijk voor de duur van een week.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een manische decompensatie bij bekende bipolaire I stoornis.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten insluiten, uitoefenen van toezicht op betrokkene, onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, aanbrengen van de beperkingen het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van één week na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4., eerste alinea, kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 juli 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 30 juni 2020 mondeling gegeven door mr. N. Doorduijn, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 3 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.