Op 23 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de toewijzing van een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie en alcoholmisbruik. De officier van justitie had op 8 juni 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van relevante medische en zorgdocumenten. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde datum was de betrokkene niet aanwezig en had hij aangegeven geen hulp te willen ontvangen. De advocaat van de betrokkene heeft verklaard dat de betrokkene niet bereid was om zich te laten horen en dat hij zich tegen de machtiging verzet.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene heeft in het verleden meerdere keren zijn medicatie geweigerd en er zijn zorgen over zijn woonsituatie. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden.
De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.R. Prins en schriftelijk uitgewerkt op 25 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.