ECLI:NL:RBROT:2020:5729

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 juni 2020
Publicatiedatum
1 juli 2020
Zaaknummer
C/10/597962 / FA RK 20-4077
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 23 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 9 juni 2020, bevatte diverse bijlagen, waaronder medische verklaringen en zorgplannen. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 juni 2020 was de betrokkene aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. H.M. Schwab, en een psychiater van Antes GGZ. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, en dat zijn gedrag als gevolg van deze stoornis leidt tot ernstig nadeel en gevaar voor de algemene veiligheid. De betrokkene heeft verplichte zorg nodig, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de noodzakelijkheid van de gevraagde vormen van verplichte zorg beoordeeld en geconcludeerd dat deze vormen, waaronder het toedienen van medicatie en medische controles, noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. L.R. Prins en schriftelijk uitgewerkt op 30 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/597962 / FA RK 20-4077
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 23 juni 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. H.M. Schwab te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 9 juni 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 24 april 2020;
  • de zorgkaart;
  • het zorgplan van 27 februari 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene;
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 juni 2020.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
 betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
 [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Antes GGZ
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en er bestaat gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Bij betrokkene is sprake van een chronisch psychotisch toestandsbeeld. Dit psychotisch toestandsbeeld is stabiel sinds 2009 maar er blijft sprake van een forse waan over onrecht wat betrokkene in het verleden aangedaan zou zijn. Betrokkene is er van overtuigd dat er niets met hem aan de hand is. Naar eigen zeggen heeft hij zestien jaar geleden de politie uitgescholden waarna hij is opgepakt. Hij is daarna direct gesepareerd en gesedeerd en sindsdien zit hij onterecht vast in de wereld van de GGZ, aldus betrokkene.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene stabiel te houden, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene zegt tijdens de zitting meerdere malen dat hij de medicatie slechts gebruikt omdat hij anders opgenomen wordt. Hij heeft erg veel last van motorische bijwerkingen en hij is al zestien jaar impotent door de medicatie. Gelet op het voorgaande wil hij het liefst stoppen met het gebruik van medicatie. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het beperken van de bewegingsvrijheid, insluiten, uitoefenen van toezicht op betrokkene en opnemen in een accommodatie worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet voorzienbaar is.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 december 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 23 juni 2020 mondeling gegeven door mr. L.R. Prins, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 30 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.