Op 23 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de toewijzing van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 11 juni 2020, bevatte diverse bijlagen, waaronder een medische verklaring van een psychiater en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde datum waren de betrokkene en zijn advocaat aanwezig, evenals twee behandelaars van Fivoor. De officier was niet ter zitting verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Ondanks een stabiel toestandsbeeld door medicamenteuze behandeling, is er nog steeds sprake van een psychotisch beeld met achterdocht en overlastgevend gedrag. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft de door de officier verzochte vormen van verplichte zorg beoordeeld en alleen de noodzakelijke maatregelen goedgekeurd, zoals het toedienen van medicatie en medische controles. De overige verzochte maatregelen zijn afgewezen omdat deze niet voldoende gemotiveerd waren. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.R. Prins en schriftelijk uitgewerkt op 25 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.