ECLI:NL:RBROT:2020:5690

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 juni 2020
Publicatiedatum
30 juni 2020
Zaaknummer
8074267
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verificatie van identiteit consument bij overeenkomst en gevolgen van niet-betaling

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is de eiseres, Tele2 Nederland B.V., een besloten vennootschap gevestigd te Amsterdam, die zich heeft laten vertegenwoordigen door de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. te Groningen. De gedaagde, die in persoon procedeert, heeft een geschil met Tele2 over de sluiting van een overeenkomst en de betaling van facturen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 3 april 2020 vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over de identiteit van de gedaagde bij het sluiten van de overeenkomst. Tele2 heeft vervolgens bewijs geleverd van haar gebruikelijke procedure voor identiteitsverificatie, waarbij de klant een origineel ID-bewijs en een pinpas moet tonen, en een bedrag van 1 eurocent moet pinnen om aan te tonen dat hij de pincode kent.

De kantonrechter oordeelt dat Tele2 op deze manier voldoende heeft geverifieerd met wie zij de overeenkomst heeft gesloten. De gedaagde heeft aangevoerd dat haar ex-partner de overeenkomsten heeft afgesloten, maar heeft dit niet onderbouwd. De kantonrechter concludeert dat, zelfs als dit waar zou zijn, de verantwoordelijkheid voor het verstrekken van haar identiteitsbewijs en pinpas bij de gedaagde ligt. De gedaagde heeft bovendien niet betwist dat zij de facturen van Tele2 niet heeft betaald, waardoor de gevorderde hoofdsom van € 1.716,54 wordt toegewezen.

Daarnaast heeft Tele2 aanspraak gemaakt op buitengerechtelijke incassokosten, maar deze vordering is afgewezen omdat Tele2 niet voldoende heeft onderbouwd dat de veertiendagenbrief naar het juiste adres is verzonden. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 571,18 aan verschotten en € 360,- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.J.M. van Breevoort op 26 juni 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8074267 \ CV EXPL 19-42178
uitspraak: 26 juni 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Tele2 Nederland B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. te Groningen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Tele2’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit:
  • het tussenvonnis van 3 april 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de akte uitlating van Tele2.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De (verdere) beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis heeft de kantonrechter geconcludeerd dat hij niet kan vaststellen of de overeenkomsten zijn gesloten tussen Tele2 en [gedaagde] . Daarop heeft hij Tele2 in de gelegenheid gesteld om hieromtrent nader bewijs te leveren. Daarop heeft Tele2 in haar akte uitlating haar stelling aangevuld.
2.2.
Tele2 heeft in haar akte nader uitgewerkt op welke wijze het bestelproces is vormgegeven en op welke wijze zij de identiteit van een klant verifieert. Tele2 heeft gesteld dat bij het afleveren van de mobiele telefoon de klant een origineel ID-bewijs en een pinpas dient te tonen van de persoon op wiens naam de overeenkomst staat. Vervolgens dient de klant 1 eurocent te pinnen, om zo aan te tonen dat hij de pincode van de pinkaart weet.
2.3.
Met Tele2 is de kantonrechter het eens dat Tele2 op deze manier voldoende verifieert met wie zij de overeenkomst sluit. [gedaagde] heeft daartegenover aangevoerd dat haar ex-partner de overeenkomsten heeft afgesloten. Zij heeft dat echter niet onderbouwd. Zelfs indien dat het geval zou zijn, dan komt de situatie dat de ex-partner van [gedaagde] over haar identiteitsbewijs en haar pinpas met pincode beschikt(e) voor rekening en risico van [gedaagde] .
2.4.
Daarom komt als onvoldoende gemotiveerd betwist vast te staan dat Tele2 de overeenkomsten heeft gesloten met [gedaagde] .
2.5.
Door [gedaagde] is niet betwist dat zij de door Tele2 verzonden facturen niet heeft betaald. De gevorderde hoofdsom van € 1.716,54 wordt dan ook toegewezen. Gezien het verweer van [gedaagde] ligt het op haar weg om dit bedrag op haar beurt te vorderen van haar ex-partner.
2.6.
De gevorderde rente over de hoofdsom, vanaf de dag van dagvaarding, wordt als onbetwist en op de wet gegrond toegewezen.
2.7.
Tele2 maakt verder aanspraak op een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, ter hoogte van € 40,-. Tele2 stelt dat zij daartoe een zogenoemde veertiendagenbrief heeft verzonden aan [gedaagde] . [gedaagde] heeft gesteld dat zij nooit aanmaningen of facturen heeft ontvangen. Uit vaste rechtspraak volgt dat indien de ontvangst van de veertiendagenbrief door de schuldenaar wordt betwist, een redelijke uitleg meebrengt dat de schuldeiser in beginsel feiten en omstandigheden dient te stellen en zo nodig te bewijzen waaruit volgt dat de brief door hem is verzonden naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de schuldenaar aldaar door hem kon worden bereikt, en dat en op welke dag de brief aldaar (op zijn laatst) is aangekomen (ECLI:NL:HR:2016:2704, r.o. 3.5.2.). Tele2 heeft dergelijke omstandigheden niet aangevoerd, los van de stelling dat zij de brief heeft verzonden naar het BRP-adres van [gedaagde] . Zij heeft deze stelling echter niet onderbouwd. Als onvoldoende onderbouwd zal de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten dan ook worden afgewezen.
2.8.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] veroordeeld in de kosten van deze procedure, tot aan de uitspraak aan de zijde van Tele2 begroot op € 571,18 aan verschotten (€ 85,18 aan dagvaardingskosten en € 486,- aan griffierecht) en € 360,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten à € 180).

3..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Tele2 te betalen een bedrag van € 1.716,54 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Tele2 vastgesteld op € 571,18 aan verschotten en € 360,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
33394