ECLI:NL:RBROT:2020:563
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek om voorlopige voorziening inzake exploitatievergunning en sluiting van een café in Schiedam
Op 28 januari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken ROT 20/15, ROT 20/16 en ROT 20/256. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster I, de burgemeester van de gemeente Schiedam als verweerder, en andere verzoekers die betrokken zijn bij de exploitatie van een café in Schiedam. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen omdat er geen spoedeisend belang aanwezig was. De verzoekers stelden dat er brand- en explosiegevaar was en dat de sluiting van het pand hen financieel zou schaden. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat de centrale verwarming was verlaagd en dat er afspraken gemaakt konden worden over bederfelijke etenswaren. Bovendien was er geen acute financiële noodsituatie aangetoond die de sluiting rechtvaardigde.
De voorzieningenrechter overwoog verder dat, hoewel er geen spoedeisend belang was, er ook geen sprake was van een apert onrechtmatig besluit. De verzoekers voerden aan dat de benodigde vergunningen niet vereist waren of geacht moesten worden verleend te zijn vanwege het niet tijdig beslissen door de burgemeester. De voorzieningenrechter oordeelde dat, zelfs als er strijd zou zijn met Europese richtlijnen, dit niet zou leiden tot het buiten toepassing laten van de nationale bepalingen die de vergunningen vereisen. De verzoeken om voorlopige voorziening werden dan ook afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.