ECLI:NL:RBROT:2020:5582

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juni 2020
Publicatiedatum
25 juni 2020
Zaaknummer
C/10/598125 / FA RK 20-4153
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging na voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 17 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging, voortvloeiend uit een verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek was ingediend op 10 juni 2020 en volgde op een eerdere beschikking van 20 mei 2020, waarin een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel was verleend. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en momenteel is opgenomen in GGZ-Delfland. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en haar advocaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, ingaande op de datum van de beschikking, en bepaalt dat de maatregelen zoals opgenomen in de beschikking kunnen worden getroffen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.J.M. Marseille en is op 18 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/598125 / FA RK 20-4153
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 17 juni 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in GGZ-Delfland, locatie Dr. Noletstraat te Schiedam,
advocaat mr. G.E.M. Later te 's-Gravenhage.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 10 juni 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 5 juni 2020;
  • het zorgplan van 3 juni 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 juni 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat, bijgestaan door [naam tolk] , tolk Spaans;
 [naam coassistent] , coassistent, [naam aios] , aios, [naam psychiater 2] , psychiater en [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, allen verbonden aan GGZ-Delfland.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 20 mei 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 10 juni 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van, of het aanzienlijk risico op, levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige psychische schade. Betrokkene is sinds 2005 bekend met schizofrenie. Op dit moment is zij opgenomen in de instelling vanwege een psychotisch toestandsbeeld. Tijdens de opname was het moeilijk met betrokkene in contact te komen, zij leek te hallucineren, praatte tegen zichzelf, dronk veel water en sneed zichzelf met een mes in haar keel. Ook dacht zij dat de duivel in haar zat. De behandelaar verklaart ter zitting dat het iets beter ging met betrokkene maar dat haar toestandsbeeld op dit moment weer iets verslechterd is. Voor volledig herstel is het noodzakelijk dat zij nog langer opgenomen blijft.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig herstelt dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene verklaart ter zitting dat zij zich goed voelt en nooit ziek is geweest. Betrokkene heeft geen ziektebesef en geen ziekte-inzicht.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. De rechtbank acht de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten onderzoek aan kleding of lichaam en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag. Anders dan de raadsvrouw veronderstelt valt er naar het oordeel van de rechtbank gelet op het wettelijk kader geen ‘gat’ in de verplichte zorg.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 december 2020.
Deze beschikking is op 17 juni 2020 mondeling gegeven door mr. M.J.M. Marseille, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 18 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.