ECLI:NL:RBROT:2020:5577

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 juni 2020
Publicatiedatum
25 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596738 / FA RK 20-3518
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 9 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 18 mei 2020, bevatte diverse bijlagen, waaronder een medische verklaring van een psychiater en relevante politiegegevens. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd betrokkene gehoord, samen met haar advocaat en een verpleegkundige van Antes. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan schizofrenie, wat leidt tot ernstig nadeel door verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is bekend met recidiverende psychoses en wordt momenteel ambulant behandeld. Vanwege de gesloten woning en de noodzaak om medicatie in te nemen, is verplichte zorg noodzakelijk. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie, noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en schriftelijk uitgewerkt op 16 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596738 / FA RK 20-3518
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 9 juni 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan het [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans zonder bekende woon-of verblijfplaats,
advocaat mr. S. Lodder te Capelle aan den IJssel.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 18 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 4 mei 2020;
  • de zorgkaart van 3 februari 2020;
  • het zorgplan van 23 januari 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 9 juni 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
 [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van, of het aanzienlijk risico op, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is bekend met recidiverende psychoses in het kader van schizofrenie. Op dit moment is de psychose in remissie. Zij wordt ambulant behandeld door het FACT-team. Betrokkene verblijft bij een buurtgenoot. De woning van betrokkene is gesloten vanwege overlast. Door de uithuiszetting heeft betrokkene veel last van spanningen. Het is daarom noodzakelijk dat ze haar medicatie in blijft nemen. Het FACT-team is op zoek naar een woning voor betrokkene. Dit kan nog enige tijd duren, het is op dit moment lastig mensen intramuraal te krijgen.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, gebruik van antipsychotica (depot) en een stemmingsstabilisator is noodzakelijk om de huidige stabiliteit te behouden. Wanneer het toedienen van de medicatie op vrijwillige basis is geprobeerd, is het toedienen van medicatie in het kader van verplichte zorg noodzakelijk om ernstig nadeel te voorkomen. Medische controles, zoals het bepalen van de bloedspiegels bij het instellen op de medicatie, wanneer hier een strikte indicatie voor is.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten, het beperken van de bewegingsvrijheid, het insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene, onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon-of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek en het opnemen in een accommodatie worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 9 december 2020.
Deze beschikking is op 9 juni 2020 mondeling gegeven door mr. F.J. Koningsveld, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 16 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.