ECLI:NL:RBROT:2020:5531
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling op verzoek van het CIZ
Op 5 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, op verzoek van het CIZ. De zaak betreft een cliënt die verblijft in het Verpleeghuis Laurens te Rotterdam en die lijdt aan ongespecificeerde neurocognitieve stoornissen. De burgemeester van Rotterdam had op 1 april 2020 een last tot inbewaringstelling afgegeven, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Dit nadeel werd veroorzaakt door het gedrag van de cliënt, dat als gevolg van zijn aandoening leidde tot agressie en gevaar voor de veiligheid van anderen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om adequaat voor zichzelf te zorgen en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn voor de voortzetting van de inbewaringstelling. De ambulante hulp bleek ontoereikend en het steunsysteem was uitgeput. De cliënt verzet zich tegen de voortzetting van zijn verblijf in de accommodatie, maar de rechtbank oordeelde dat de criteria voor de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling zijn vervuld. De machtiging is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 17 juli 2020.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 12 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.