ECLI:NL:RBROT:2020:5521

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 mei 2020
Publicatiedatum
23 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596567 / FA RK 20-3431
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, op verzoek van de officier, met betrekking tot een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis. De mondelinge behandeling vond plaats in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), waarbij de rechtbank de noodzaak van verplichte zorg heeft beoordeeld. De betrokkene, die momenteel verblijft in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam, vertoont symptomen van een psychotische stoornis, waaronder paranoïde wanen en katatonie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en ernstige psychische schade.

De rechtbank heeft geconstateerd dat er geen mogelijkheden zijn voor zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling te accepteren. De voorgestelde vormen van verplichte zorg zijn noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 25 november 2020, en heeft de maatregelen voor verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. B. Krijnen en schriftelijk uitgewerkt door griffier mr. J. Veldthuis. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596567 / FA RK 20-3431
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Indonesië,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam,
advocaat mr. J.P. Vandervoodt te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 14 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 11 mei 2020;
 de zorgkaart van 12 mei 2020;
 het zorgplan van 12 mei 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat, Betrokkene werd bijgestaan door een tolk Indonesisch;
 [naam] , arts-assistent en [naam psychiater 2] , psychiater, beiden verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum.
1.2.
De officier is telefonisch niet gehoord, omdat zij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
2. Beoordeling
2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 24 april 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 14 mei 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van andere oproept. Betrokkene maakt een tweede psychotische episode door, waarbij zij last heeft van paranoïde wanen en achterdochtig is richting haar partner. Zo denkt zij ziek wordt gemaakt door hem en door haar schoonfamilie. Ook afgelopen weekend had zij het idee dat haar partner achter haar aan zat. Daarnaast denkt ze dat zij een zesde zintuig heeft waarmee ze de wereld kan verbeteren en er zijn aanwijzingen voor katatonie. In de thuissituatie at en dronk betrokkene niet en sprak zij nauwelijks. Het eten en drinken gaat inmiddels beter, maar er worden nog steeds (andere) symptomen van katatonie waargenomen. Onlangs liep betrokkene in de accommodatie slechts achteruit en sprak zij door middel van gebaren. Er is recent gewisseld van antipsychoticum omdat Haldol onvoldoende resultaat lijkt te hebben. Dat betekent dat betrokkene opnieuw ingesteld moet worden op de medicatie. Het effect van deze medicatie is op dit moment nog onvoldoende zichtbaar. Betrokkene is op dit moment nog onvoldoende gestabiliseerd om terug te keren naar eigen woning, de zorg te dragen voor pasgeboren zoon en om thuis (vrijwillig) behandeld te worden.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring en hetgeen besproken ter zitting blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Er is een beperkte ziektebesef en –inzicht bij betrokkene. In een eerder stadium is geprobeerd om (intensieve) thuisbehandeling op te starten, maar dit kon een opname niet voorkomen. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en/of de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 november 2020.
Deze beschikking is op 25 mei 2020 mondeling gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 29 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.