ECLI:NL:RBROT:2020:5518
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting grillroom wegens onvoldoende spoedeisend belang
Op 18 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een grillroom, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de voorzitter van de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, dat op 30 mei 2020 was genomen. Dit besluit hield in dat de grillroom voor de duur van een maand gesloten moest worden vanwege een overtreding van de Noodverordening COVID-19. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om deze sluiting te schorsen in afwachting van de behandeling van zijn bezwaarschrift.
Vanwege de coronamaatregelen vond er geen fysieke zitting plaats; partijen werden telefonisch gehoord. Verzoeker stelde dat de sluiting leidde tot grote financiële problemen en reputatieschade. De voorzieningenrechter overwoog dat de spoedeisendheid van het verzoek een belangrijke rol speelt in de beoordeling van een voorlopige voorziening. Het was aan verzoeker om aan te tonen dat de sluiting onomkeerbare gevolgen zou hebben.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker niet had aangetoond dat de resterende sluiting van anderhalve week tot een onomkeerbare situatie zou leiden. Er was geen acute noodsituatie aangetoond, en het verzoek werd afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Hameete, in aanwezigheid van griffier E.C. Petrusma, en is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.