4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
zij op tijdstippen in de periode van 21 februari 2012 tot en met 9 april 2015, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
3. een declaratie voor een 'Individuele zitting manuele therapie' van [naam patiënt 4] met behandeldatum 5 april 2012 (DOC-013-03, p. 7), en
4. een declaratie voor 'Individuele zitting manuele therapie' van [naam patiënt 3] met behandeldatum 24 juni 2014 (DOC-013-03, p. 5), en
5. een declaratie voor 'Individuele zitting manuele therapie' van [naam patiënt 3] met behandeldatum 2 januari 2012 (DOC-013-03, p. 4), en
6. een declaratie voor 'Individuele zitting manuele therapie' aan [naam patiënt 2] met behandeldatum 16 januari 2012 (DOC-013-03, p. 1), en
7. een declaratie voor 'Individuele zitting manuele therapie' aan [naam patiënt 2] met behandeldatum 4 maart 2013 (DOC-013-03, p. 2)
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk hebben opgemaakt,
immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s), telkens valselijk en in strijd met de waarheid, op voornoemde declaraties vermeld dat een (individuele) behandeling heeft plaatsgevonden, terwijl daar in werkelijkheid geen sprake van was, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.