ECLI:NL:RBROT:2020:5461

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 juni 2020
Publicatiedatum
22 juni 2020
Zaaknummer
C/10/597415 / FA RK 20-3812
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 2 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, die op dat moment in een zorginstelling verbleef. De officier van justitie had op 29 mei 2020 verzocht om deze voortzetting, na een eerdere crisismaatregel die op 28 mei 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en psychische schade, alsook de algemene veiligheid van anderen. Dit werd onderbouwd door het gedrag van de betrokkene, die in de maanden voorafgaand aan de beslissing overlast had veroorzaakt en dreigend gedrag vertoonde.

Tijdens de mondelinge behandeling op 2 juni 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en zijn advocaat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank heeft vervolgens een machtiging verleend voor de voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De rechtbank heeft ook specifieke vormen van verplichte zorg vastgesteld die noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter N. Doorduijn en schriftelijk uitgewerkt op 8 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/597415 / FA RK 20-3812
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 2 juni 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie De Gantel te Sliedrecht,
advocaat mr. Ch.J. Nicolaï te Schiedam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 mei 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 28 mei 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 28 mei 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 28 mei 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 juni 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
 [naam verpleegkundige] , verpleegkundig specialist, verbonden aan Yulius, locatie De Gantel;
 J. Janssen, officier van justitie.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van, of het aanzienlijk risico op, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Voorts is er de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Dit nadeel blijkt uit het volgende. Betrokkene is sinds april in een neerwaartse spiraal terecht gekomen. Voor opname heeft hij meerdere malen overlast veroorzaakt in de buurt. Hij heeft met een stok op een paal geslagen als bedreiging naar buurtbewoners en kinderen. Ook heeft hij met messen gedreigd. Vanwege achterstallige huur hangt betrokkene uitzetting uit zijn huis boven het hoofd. In de accommodatie verblijft betrokkene op dit moment in de separeerruimte. Hij is op de afdeling zeer dreigend geweest en heeft dingen vernield. Betrokkene is ontremd, geagiteerd, geladen en eisend. Er is nauwelijks met hem samen te werken. Betrokkene is zorgmijdend. Hij heeft geen ziektebesef en geen ziekte-inzicht.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een maniforme psychose in het kader van een schizo-affectieve stoornis.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten, het toedienen van vocht en voeding en het uitoefenen van toezicht, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 juni 2020.
Deze beschikking is op 2 juni 2020 mondeling gegeven door mr. N. Doorduijn, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 8 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.