ECLI:NL:RBROT:2020:5428
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 28 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, op verzoek van de officier. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en die door zijn psychische stoornis ernstig nadeel ondervindt, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg vrijwillig te accepteren. De mondelinge behandeling vond plaats in het kader van de tijdelijke wet COVID-19, waarbij de betrokkene en zijn advocaat telefonisch zijn gehoord.
De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg zoals beschreven in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) toegepast. De rechter oordeelde dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel en dat verplichte zorg noodzakelijk is om dit nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg goedgekeurd, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, en heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 28 oktober 2020.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.C.J. Peeck en schriftelijk uitgewerkt op 4 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.