ECLI:NL:RBROT:2020:5414

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
19 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596361 / FA RK 20-3325
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 20 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren in Sierra Leone, op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerdere machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel, die op 21 april 2020 was verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een uitgebreide neurocognitieve stoornis door hiv-infectie, wat leidt tot ernstig nadeel en gevaarlijk gedrag. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 mei 2020 was de betrokkene niet bereid om zich te laten horen, en haar gedrag leidde tot de beslissing om de zitting buiten haar aanwezigheid voort te zetten. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg vastgesteld, omdat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren. De betrokkene had een gebrek aan ziekte-inzicht en was niet bereid om behandeling te accepteren. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg goedgekeurd, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 20 november 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596361 / FA RK 20-3325
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 20 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Sierra Leone,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes aan de Poortmolen 121, 2906 RN te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. G.J. Schipper-de Bruijn te Spijkenisse, gemeente Nissewaard.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 12 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 11 mei 2020;
 de zorgkaart van 8 mei 2020;
 het zorgplan van 7 mei 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 mei 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene in het bijzijn van [naam arts] , arts in opleiding tot specialist, verbonden aan Antes;
 de hiervoor genoemde advocaat van betrokkene.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
1.3.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. De rechtbank heeft gepoogd de zitting in het bijzijn van betrokkene te doen plaatsvinden, betrokkene bleef echter hard en onverstaanbaar schreeuwen waardoor de zitting buiten haar afwezigheid is voortgezet.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 21 april 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 12 mei 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een uitgebreide neurocognitieve stoornis door hiv-infectie: met gedragsstoornissen, hiv seropositief en toxoplasmose nno.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van andere oproept. Betrokkene heeft tijdens haar opname gedreigd met spugen, dit is gezien haar infectie gevaarlijk. Betrokkene heeft een traumatisch verleden gehad in Sierra Leone. Betrokkene is erg onrustig en het is lastig om te revalideren. Betrokkene is niet coöperatief en vertoont gevaarlijk gedrag. Zo liep zij door rood of probeerde een druk kruispunt over te steken zonder te kijken. Dit houdt verband met haar hersenletsel. Ze wordt momenteel overgeplaatst naar de MPU van het EMC vanwege haar infectie. Betrokkene is het daar mee eens maar heeft aangegeven niet terug te willen naar haar huidige of een andere afdeling. Betrokkene is voor haar opname ontrouw geweest in haar medicatieinname. Op momenten is betrokkene rustig maar ze is, zoals tevens tijdens de mondelinge behandeling te horen viel en bevestigd door haar advocaat, erg boos om het feit dat zij niet meer kan lopen. Betrokkene heeft vanwege haar aandoening een drinkbeperking en mag niet roken op haar kamer. Betrokkene blijkt zich niet te kunnen houden aan deze voorschriften en verzamelt water en aanstekers op haar kamer. In het begin van haar opname is betrokkene ook gefixeerd. Hoewel er op het moment geen aanleiding is daartoe is behandelaar van mening dat dit in de toekomst wellicht nodig zal zijn gezien betrokkene aangeeft niet terug te willen naar de huidige afdeling en dit wel noodzakelijk zal zijn.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft een gebrek aan ziekte-inzicht en –besef, zij wil naar huis. Daarnaast geeft advocaat aan dat betrokkene boos is omdat zij niet kan lopen en dit verslechterd is tijdens de opname. Betrokkene denkt dat er een verband is met haar opname. Betrokkene zou het liefst naar Afrika gaan om daar op traditionele wijze te worden behandeld.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het onderzoek aan kleding of lichaam;
 onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
 het opnemen in een accommodatie.
Ten aanzien van het uitoefenen van toezicht op betrokkene wordt de volgende toelichting noodzakelijk geacht: deze vorm van verplichte zorg ziet met name op de situatie dat betrokkene wordt gefixeerd, dan wel ter handhaving van het regime betreffende roken en de vochtbeperking van betrokkene.
Ten aanzien van het onderzoek aan kleding of lichaam wordt de volgende toelichting noodzakelijk geacht: deze vorm van verplichte zorg ziet op de handhaving van het regime betreffende roken en de vochtbeperking van betrokkene.
Ten aanzien van onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen wordt de volgende toelichting noodzakelijk geacht: deze vorm van verplichte zorg ziet op de handhaving van het regime betreffende roken en de vochtbeperking van betrokkene.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 november 2020.
Deze beschikking is op 20 mei 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 28 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.