ECLI:NL:RBROT:2020:5407
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 mei 2020 een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op een onbekende datum, op verzoek van de officier van justitie. De beslissing is genomen naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 24 april 2020 is ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, en dat zijn gedrag als gevolg daarvan leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en zijn advocaat.
De rechtbank heeft beoordeeld dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twee maanden, met de mogelijkheid om een plan van aanpak op te stellen voor zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft geoordeeld dat de machtiging voor een korte duur moet worden verleend, omdat er nog onvoldoende gelegenheid is geweest voor overleg met het behandelteam.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en schriftelijk uitgewerkt op 19 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.