ECLI:NL:RBROT:2020:5406
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing zorgmachtiging op basis van gebrek aan bewijs voor ernstig nadeel
Op 14 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 17 april 2020, was gericht op het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, was niet in staat om zich te doen horen tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen ernstig nadeel kon worden aangetoond, aangezien de betrokkene geen overlast veroorzaakte en er geen verzet was tegen de zorg. De rechtbank oordeelde dat niet voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg zoals beschreven in de Wvggz, en heeft het verzoek van de officier afgewezen. De beslissing werd mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en schriftelijk uitgewerkt op 19 mei 2020.