ECLI:NL:RBROT:2020:5373

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 april 2020
Publicatiedatum
19 juni 2020
Zaaknummer
C/10/595023 / FA RK 20-2695
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 april 2020 een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, die lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis en een persoonlijkheidsstoornis. De officier van justitie had op 15 april 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging op grond van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de betrokkene en haar behandelaars telefonisch zijn gehoord vanwege de coronamaatregelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en psychische schade. De betrokkene ontvangt momenteel ambulante zorg, maar er is een risico dat zij zich aan deze zorg onttrekt. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin en schriftelijk uitgewerkt op 11 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595023 / FA RK 20-2695
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 30 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. M.H. de Lange te Vlaardingen.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 15 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 7 april 2020;
 de zorgkaart met onbekende datum;
 het zorgplan van 31 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene;
 [naam behandelaar] , ambulant behandelaar, verbonden aan GGZ Delfland, FACT-Team Rijnmond;
 de hiervoor genoemde advocaat van betrokkene.
Allen zijn akkoord gegaan met deze wijze van horen.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis en een persoonlijkheidsstoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel en ernstige psychische schade. Betrokkene woont momenteel samen met haar tweelingzuster en ze ontvangt na een opname ambulante zorg in het kader van een voorwaardelijke machtiging met een geldigheidsduur tot vandaag. Zij ontvangt depotmedicatie. Het risico bestaat volgens de ambulant behandelaar dat betrokkene zich aan de nu geboden zorg onttrekt wanneer deze niet langer verplicht wordt gesteld. Haar zuster is bekend met dezelfde problematiek en haar is het tot nu toe gelukt om zonder medicatie te zijn. Betrokkene wil dit het liefst ook. Helaas, aldus de ambulant behandelaar, ontwikkelt de stoornis en toestand van betrokkene zich anders dan bij haar zuster en raakt betrokkene vanuit een psychotisch toestandsbeeld dusdanig ernstig ontregeld dat zij gaat zwerven en zich verwaarlozen. Ook liet zij een eetstoornis zien die leidde tot een levensbedreigende verstoring van haar kaliumhuishouding. Daarnaast dwaalt betrokkene in zo’n toestand ook nachts over straat en daar loopt zij vanwege haar gedrag een grote kans misbruikt te worden. De moeder van betrokkene is haar steunsysteem en nauw in contact met haar. Moeder doet alles om de ambulante zorg te laten doorlopen. Voor moeder is het niet gemakkelijk als er sprake is van een ontregeling. Het liefst zou moeder ook meer continuïteit zien in het team van behandelaars, zo vertelt de advocaat, omdat betrokkene moeite heeft met de vele wisselingen. Moeder is dan continue schakel richting de ambulante zorg en dat is voor betrokkene van groot belang. De verzochte machtiging biedt daarbij het kader voor de te ontvangen noodzakelijke zorg.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft beperkt ziekte-inzicht en moet door haar steunsysteem en de machtiging worden bewogen tot het accepteren van zorg. Er is om die reden nog steeds sprake van verzet. De kans is groot dat zij zich aan de zorg zal onttrekken wanneer zij daartoe niet langer wordt verplicht.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
de volgende vormen worden eveneens noodzakelijk geacht met als voorwaarde dat ze alleen worden toegepast indien betrokkene wordt opgenomen in een accommodatie:
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 30 oktober 2020.
Deze beschikking is op 30 april 2020 mondeling gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 11 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.