Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan depressieve stemmingsstoornissen en een post traumatische stress stoornis (PTSS). De officier verzocht om voortzetting van de op 13 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de betrokkene, haar advocaat en twee psychiaters telefonisch werden gehoord vanwege de coronamaatregelen.
De rechtbank oordeelde dat de situatie van de betrokkene zo ernstig was dat een klinische opname noodzakelijk was. De psychiater verklaarde dat de betrokkene intensieve zorg nodig had om haar veilig naar huis te kunnen sturen. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 7 juli 2020. De rechtbank achtte de voorgestelde verplichte zorg, waaronder beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie, noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden. Andere door de officier verzochte vormen van verplichte zorg werden niet noodzakelijk geacht, omdat deze niet voldoende gemotiveerd waren.
De beschikking werd mondeling gegeven door rechter S.W. Kuip en schriftelijk uitgewerkt op 19 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.