Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Voorts is gevorderd dat aan de verdachte de bijzondere voorwaarden worden opgelegd zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd en daarnaast een taakstraf voor de duur van 240 uren, bij niet verrichten te vervangen door 120 dagen hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
[naam aangever 1] (hierna: [naam aangever 1] ) en [naam aangever 2] (hierna: [naam aangever 2] ) het geval. In de bewezenverklaring wordt daarmee rekening gehouden. Zie hieromtrent hierna ook de overweging onder feit 2.
een geldbedragheeft weggenomen. Voor het meerdere heeft zij het bedrag verduisterd, zoals subsidair ten laste gelegd. Ook dit bedrag kan niet concreet worden vastgesteld, dus zal ook ten aanzien daarvan
een geldbedragbewezen worden verklaard.
€2.550,00,
diegeheel aan een ander toebehoorde
n, te weten aan [naam slachtoffer 1] en
€ 1.700,00 diegeheel aan een ander toebehoorde
n, te weten aan [naam slachtoffer 2] en
eengeldbedrag,
datgeheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 3] en
€ 3.900,00,
diegeheel aan een ander toebehoorde
n, te weten aan [naam slachtoffer 4] ,
-
eengeldbedrag dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 3] en
-
eengeldbedrag van in totaal €300,- dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 4] ,
en welke geldbedragen verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als lener, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
diegeheel aan een ander toebehoorde
n, te weten aan [naam slachtoffer 5] ,
diegeheel aan een ander toebehoorde
n, te weten aan [naam slachtoffer 6] en-
eengeldbedrag van €500,-, dat geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 3] enf
eengeldbedrag van €550,-, dat geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 7] en- meerdere geldbedragen van in totaal €500,-,
diegeheel aan een ander toebehoorde
n, te weten aan [naam slachtoffer 8] ,
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
- [naam benadeelde 1] ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.615,00 aan materiële schade;
- [naam benadeelde 2] ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.100,00 aan materiële schade;
- [naam benadeelde 3] ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.970,00 aan materiële schade;
- [naam benadeelde 4] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 800,00 aan materiële schade;
- [naam benadeelde 5] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 350,00 aan materiële schade;
- [naam benadeelde 6] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 150,00 aan materiële schade;
- [naam benadeelde 7] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.500,00, waarvan € 1.000,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade;
- [naam benadeelde 8] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.250,00 aan materiële schade;
- [naam benadeelde 9] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 650,00 aan materiële schade;
- [naam benadeelde 10] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 500,00 aan materiële schade.
[naam benadeelde 7] kan wel toegewezen worden, met uitzondering van het immateriële deel daarvan. Dit deel dient te worden afgewezen, nu dit onvoldoende is onderbouwd.
[naam slachtoffer 4]heeft zich niet als benadeelde partij gevoegd in de strafzaak. Gelet op het feit dat zij gedupeerd is ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit en op de overige omstandigheden, acht de rechtbank het desondanks passend en geboden om ambtshalve een maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen, ter hoogte van het bedrag aan schade dat [naam slachtoffer 4] rechtstreeks als gevolg van de bewezenverklaarde strafbare feiten heeft geleden. Dat bedrag, € 4.200,00, volgt uit de bewijsmiddelen.
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden;
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
238 (tweehonderdachtendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
119 dagen;
[naam benadeelde 6]niet-ontvankelijk in de vordering;
[naam benadeelde 4]niet-ontvankelijk in de vordering;
[naam benadeelde 5]niet-ontvankelijk in de vordering;
€ 2.215,00 (zegge: tweeëntwintighonderdvijftien euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 2.215,00 (hoofdsom, zegge: tweeëntwintighonderdvijftien euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
32 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 2], te betalen een bedrag van €
1.700,00 (zegge: zeventienhonderd euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 1.700,00 (hoofdsom, zegge: zeventienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
27 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 3], te betalen een bedrag van
€ 1.970,00 (zegge: negentienhonderdzeventig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 1.970,00 (zegge: negentienhonderdzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
29 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 7], te betalen een bedrag van
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro), bestaande uit materiële schade, vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 1.000,00 (hoofdsom, zegge: duizend euro),te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
20 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 8], te betalen een bedrag van
€ 1.250,00 (zegge: twaalfhonderdvijftig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 1.250,00 (hoofdsom, zegge: twaalfhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
22 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 9], te betalen een bedrag van
€ 550,00 (zegge: vijfhonderdvijftig euro),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 550,00 (hoofdsom, zegge: vijfhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door 11 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 10], te betalen een bedrag van
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 500,00 (hoofdsom, zegge: vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
10 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam slachtoffer 4]te betalen
€ 4.200,00 (zegge: tweeënveertighonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
52 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;